Molen van Le Quieu
Krombeke (Poperinge), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Molen van Le Quieu
- Ligging
- Blasiusstraat 15
8972 Krombeke (Poperinge)
zuidoostzijde
kadasterperceel A314
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1772
- Verdwenen
- voor 1816, overgebracht naar Krombeke-Waaienbrugseweg
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 8444
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De molen van Le Quieu was een houten korenwindmolen aan de zuidoostzjide van de Blasiusstraat (nr. 15), op het latere kadasterperceel A 314.
In 1772 vroeg landbouwer Pieter Jacobus Le Quieu octrooi aan voor de oprichting van een tweede graanwindmolen te Krombeke, "een weinich suijdt west van de platse der gheseijde prochie dit op omtrent de hondert roeden landts". Als reden voor de oprichting werd aangevoerd dat de bestaande molen van de heerlijkheid "tot minsten eene halfve ure verder afgheleghen van de platse" staat, bijna op de grens met Proven. Le Quieu beloofde bovendien om "een assecot ofte peirdemolen" te bouwen ten dienste van de gemeenschap voor als het niet mocht waaien.
De eigenaar en uitbater van de eerste molen, Martinus Joseph Terrier, kwam tegen deze plannen in het verzet en verscheidene inwoners van Krombeke - mogelijk door hem gemobiliseerd - ondertekenden een petitie tegen de nieuwe molen. Zij verklaarden dat de molen van Terrier "meer als bequaem ende suffisant is om het publicq te dienen in het maelen van alderhande graenenn ende voorsien van meel, dat sy absolutelyk oordeelen dat het opreghten van eenen nieuwen molen op het geseyde Crombeke teenemael noodeloos is ende maer en soude dienen tot destructie ende ondergank van den gone van Martinus Terrier..." Krombeke telde toen inderdaad niet zoveel inwoners (minder dan 900), maar anderzijds was er nog geen molen in het dorpscentrum. Ook Le Quieu heeft echter medestanders die een aanbevelingsbrief ondertekenden. Zo was er pro en contra.
Le Quieu haalde echter zijn slag thuis en bekwam op 12 augustus 1772 het octrooi van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia. Naast de windmolen kwam een rosmolen.
Pieter Jacobus Le Quieu kreeg in 1774 slagen toegebracht door een soldaat van het regiment Saint Ignon. De zaak werd voorgeleid voor de baljuw van Krombeke. De naam van die soldaat was hen onbekend. In hetzelfde jaar was er een geding die Pieter de Masure had ingespanen tegen Pieter Jacobus Le Quieu en Ignaes Eeuwaert, maar het bewaarde stuk meldt niet waarover het ging.
Hij staat getekend op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen),
Tussen 1775 en 1816 werd de molen verplaatst naar de hoek van de Waaienburgseweg en de Molenstraat. Op die nieuwe standplaats zien we de molen staan op het primitief kadasterplan van Krombeke uit 1816.
Zie verder: Krombeke, Molen Moncarey
John VERPAALEN & Lieven DENEWET
Literatuur
Archieven
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1891 (oprichtingsbundel van een tweede korenwindmolen te Krombeke, die als concurrent wordt ervaren, 1772)
- Rijksarchief Brugge,223/1, Archief van de heer, het leenhof, de schepenbank van de heerlijkheid Krombeke en de keure van Krombeke;
248. Baljuw causa officii contra onbekend soldaat van het regiment SaintIgnon: verwondingen toegebracht aan Pieter Jacobus Le Quieu. 1774. 1 omslag
249. Pieter de Masure contra Pieter Jacobus Le Quieu en Ignaes Eeuwaert: onbekend. 1774. 1 stuk -
Werken
Thijs Lambrecht, "Inventaris van het archief van de heer, het leenhof, de schepenbank van de heerlijkheid Krombeke en de keure van Krombeke [1521] 1594-1796", Brussel, 2015.
J.GH.H., "Krombeke en de geschiedkundige aantekeningen van E.H. Carolus Deraeke", in: De IJzerbode, VIII, 1978 2-3-4-6).
Gheysens J., Het oude Krombeke, in: De IJzerbode, II, 1971,4.
Tillie W., Gemeenten die Poperinge groot maken, Proven, Krombeke, Reningelst, Roesbrugge-Haringe, Watou (Aan de schreve, IX, 1979 3, p. 20-28.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980, Deel IV, Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997 (niet vermeld)
John Verpaalen, Molens van het Hoppeland, Koksijde, 1997, p. 19-20.
J. Cailliau, "Het molenbestand in de Westhoek in 1700", Molenecho's, 1985, nr. 4.
Ph. Vander Maelen, "Dictionnaire géographique de la Flandre Occidentale", Brussel, 1838.
J. Toussaint, "La population de Krombeke au XVIIIe siècle d’après les registres paroissiaux" (Mémoire pour le Diplôme d’Etudes Supérieures d’Histoire Université de Lille), Rijsel, 1956.