Molenechos's Homepage Molenechos.org

Minnemolen

Lebbeke, Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Minnemolen
Ligging
Opwijksestraat 203
9280 Lebbeke
zuidzijde
ten O v.d. Lange Minnestraat
2,1 km NO v.d. kerk
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
1634, overgebracht uit Baasrode
Verdwenen
1881, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
8142

Beschrijving / geschiedenis

De Minnemolen was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van de Opwijksestraat (nr. 203), ten oosten van de Lange Minnestraat, op 2,1 km ten noordoosten van de kerk van Lebbeke. De benaming Minnemolen (reeds in 1835 als dusdanig aangeduid) is gebaseerd op het gehucht Minne(straat) waar hij is gelegen.

De molen werd in 1634 overgebracht uit Baasrode om geplaatst te worden op het 's Heereveld te Lebbeke. Dat bezorgde de initiatiefnemer heel wat moeilijkheden. Men had voor de oprichting een overeenkomst gesloten, dat vastgelegd werd in een nog bewaarde akte. Men begon bijna onmiddellijk met de werken. Ondertussen was er echter bij de Raad van Vlaanderen een aanklacht ingediend tegen de oprichting van deze molen. Aanklagers waren de gebroeders Joris, Marten en Philippus Wauters, die samen met hun zus Barbara een molen bezaten te Lebbeke. Zij werden in hun aanklacht bijgetreden door Gillis vander Meeren, kapelaan te Lebbeke. Ze dienden hun aanklacht in op 15 februari 1634. Op 27 mei 1642, acht jaar na het indienen van de aanklacht, werd een vonnis geveld. Enkele jaren later werd weer een bezwaarschrift ingediend door Andriebs Cornelis, molenaar te Dendermonde, die zich verzette tegen de oprichting van een nieuwe molen te Vlassenbroek.

We zien de staakmolen aangeduid met een windmolensymbool op de Fricxkaart van 1712 en met het bruin symbool van een staakmolen op de Ferrariskaart van ca. 1775, onder de benaming "Moulin de Lebbeke". Op de kaart van Vandermaelen (ca. 1850) staat "M(oul)in de la Hue d'Amour" (= Minnemolen) genoteerd.

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Lebbeke in 1818: "Il y a dans la commune de Lebbeke cinq moulin à vent dont quatre servent à moudre  du grain et le cinquième à moudre des graines grasses pour huiles. L'expert les a divisés en quatre classes, savoir:
le 1re classe celui appartenant à Mr. Backer, située section A n ° 424. Il sert à moudre du grain. La 2e classe se compose du moulin de F. Van Overstraeten, situé section A n° 64. Il sert aussi à moudre du grain. La 3e classe comprend le moulin appartenant à Regemoorter, section C n° 1032. La 4e classe se compose du moulin de Dhooghe, situé section D n° 639 et celui de Van Langhenhove, situé section C n° 377. Ce dernier sert à faire de l'huile.
Il a été imposssible de se procurer des baux. L'expert a donc du se borner à prendre des inforamtions multipliées et à comparer ces propriétés aux moulins des commuens voisines. De ces démarches il est resulté les évaluations suivantes
1re classe à un revenu brut de 300 francs d'où le tiers déduit donne fr. 200 revenu net.
2me classe à un revenu brut de 250 francs d'où le tiers déduit donne fr. 160 revenu net.
3me classe à un revenu brut de 210 francs d'où le tiers déduit donne fr. 140 revenu net.
4me classe à un revenu brut de 180 francs d'où le tiers déduit donne fr. 120 revenu net.
Il y a quatre tordoirs (moulins à huile mus par cheval) dans la commune de Lebbeke, l'expert les considère tous quatre d'égale valeur. A défaut des baux il les a comparé aux autres propriétés bâties de la commune et il estime qu'ils doivent être évalués à raison d'un revenu anuel brut de 120 francs, dont le tiers déduit pour entretien, done un revenu net de fr. 80.

De molen werd in 1834 ondergebracht in klasse 4, met een kadastraal inkomen van 228 frank.

Eigenaars:
- 1808, eigenaar: Van Regemoorter
- voor 1834, eigenaar: Van Regemoorter Guillaume, molenaar te Lebbeke
- 04.02.1835, verkoop: De Vos Josse en kinderen, molenaar te Lebbeke (notaris Dobelaere - "un moulin à vent nommé Minnemolen).

De molen werd in 1881 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Rijksarchief Gent, Gemeentearchief Lebbeke, nr. 12.
Rijksarchief Gent, Gemeentearchief Lebbeke, nr. 49.
Rijksarchief Gent, Leenhof van Dendermonde, nr. 198.
Gemeentearchief Lebbeke.

Werken
Frans Ringoot, "Problemen bij de oprichting van de Minnemolen te Lebbeke in 1635", Molenecho's, 14 (1986) 1, p. 25-27.
M. Bovyn, "De Minnemolen te Lebbeke", Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, 1963, reeks 3, deel XIII, 3, p. 313-317.
J. Dauwe, "Oud Lebbeke", Lebbeke, 1973.
J. Deuwe, Lebbeciana. Uit het verleden van Lebbeke - Wieze - Denderbelle, Lebbeke, 1979.
L. Pieters, Lebbeke, Beelden uit het verleden, Lebbeke, 1999.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962).
Herman Holemans, Oost-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1995. Deel 4. Gemeenten K-L, Opwijk, Ons Molenheem, 2002, p. 47.
Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele,Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20N.