Molen Maes
Kerkhove (Avelgem), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Molen Maes, Molen Dewever
- Ligging
- Zandstraat
8581 Kerkhove (Avelgem)
ten noorden
grens met Waarmaarde
Waarmaardekouter
Linden
1 km ZW v.d. kerk
kadasterperceel C94
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1775
- Verdwenen
- 1872, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen, oliemolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 6682
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen Maes of Molen Dewever (naar de molenaars) was een houten koren- en oliewindmolen op een hoge wal die voor 1775 werd opgericht aan de noordzijde vann de Zandstraat, tegen de grens met Waarmaarde, op 1 km ten zuidwesten van de kerk van Kerkhove.
We zien hem aangeduid op de Ferrariskaart met het bruin symbool van een staakmolen met de benaming "Moulin de Kerckhove". Op dezelfde kaart vinden we, meer oostwaarts (hoek Oudenaardsesteenweg en Krevelstraat), nog een "Moulin de Kerckhove" aangeduid.
Eigenaars na 1820:
- voor 1829, eigenaar: Maes-Vansteenbrugghe Nicolaas, molenaar te Kerkhove
- 19.01.1855, erfenis: de weduwe (overlijden van Nicolaas Maes)
- 16.01.1857, deling: Depaepe-Maes Auguste, de weduwe, zonder beroep te Kerkhove (notaris Deschietere)
- 06.12.1862, verkoop: Dewever Karel Louis, molenaar te Etikhove (notaris Deschietere)
De driezolder-staakmolen werd reeds in 1872 gesloopt door Karel De Wever, voorheen molenaar te Etikhove.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Torie Mulders, "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980, Deel IV, Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
C. Devyt, De Westvlaamse windmolens in de oorlogsjaren, Biekorf, 1945.
Opsommer Rik, "De korenwindmolen van het Nieuwgoed te Kerkhove in de 15de eeuw", Biekorf, LXXXV, 1985, 3, p. 273-279.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (61).