Koekuitmolen
Menen, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Koekuitmolen, Koekoekmolen, Moulin du Coucou
- Ligging
- Hogeweg 279
8930 Menen
noordzijde
nabij de hoek met de Veldstraat
Koekuit
2 km ten W v.d. hoofdkerk van Menen
kadasterperceel F125
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1800
- Verdwenen
- 1906 - 13 augustus, blikseminslag
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 5165
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Koekuit- of Koekmolen was een houten graan- en oliewindmolen op een wal, op de noordzijde van de Hogeweg (nr. 277), nabij de hoek met de Veldstraat, op de wijk Koekuit, op 2 km ten westen van de hoofdkerk van Menen. In de Hogeweg stond de molen bij het verdwenen café "Het Vliegend Peerd", De molenplek wordt thans ingenomen door een gebouw van Houtbuigerij G. Desmet nv (burelen en nieuwbouw in Veldstraat 7).
De driezolder-staakmolen werd kort voor 1800 gebouwd.
We zien hem aangeduid op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "M(oul)in de Coucou" en op de kadastrale Poppkaart (ca. 1860) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen.
Opeenvolgende eigenaaars sinds 1834:
- voor 1834: a) Doom-De Wilde Pierre François, landbouwer te Hooglede, b) Doom-De Wilde Jean Pattijn, landbouwer te Hooglede, c) Vuylsteke Joseph Guillaume, molenaar te Menen, d) Vuylsteke Françoise, dochter van voorgaande, minderjarige te Menen, e) Vuylsteke Pierre, molenaar te Roeselare en f) Vuylsteke Charles, molenaar te Wervik.
- 21.08.1837, verkoop: Ghesquière - De Clooster Eugenius, landbouwer te Menen (notaris Castelein - oliewindmolen uitgebaat door Vuylsteke Guillaume)
- 1845, regularisatie: Ghesquière-Vandeputte Eugenius, molenaar te Menen
- 14.06.1879, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Eugenius Ghesquière)
- 19.05.1887, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe van Eugenius Ghesquière)
- 10.11.1887, verkoop: Wellecan-Schouteten Cyriel, landbouwer te Wervik (notaris Van Eecke)
- 1908: in puinen ("anéanti et pulvérisé par l'ouragan d'août 1906")
- 03.02.1907, verkoop: Schouteten-Nuyten Theophiel Emile, landbouwer te Geluwe (notaris Lannoy - "motte de moulin à vent").
Op woensdagnamiddag 23 januari 1895 liep de molen door de vang in een hevige rukwind, waarbij drie wieken tot 300 meter wegvlogen. Een zware storm met felle noordenwind was over de stad getrokken. Rond 19 uur was de storm uitgegroeid als tot een waar orkaan. De krant "De Meenenaar" berichtte hierover:
"DE STORM VAN WOENSDAG.
Buiten de instorting van de fabriek van M. Smagghe, hebben wij nog andere ongevallen aan te stippen.
De windmolen van den heer Tanghe-Lezée, op den Koekuyt, wierd door den rukwind overvallen terwijl de zeilen waren ontspannen. De molenaar kon hem niet meer stil leggen en liever of zich het leven te wagen met naar beneden te gaan, wachtte hij binnen de molen op hetgeen er kon gebeuren. Eenige stonden nadien hoorde hij een hevig gekraak, drie der vleugels werden door den wind meegerukt en tot op 300 meters van daar geworpen, gelukkiglijk zonder persoonlijke ongelukken te veroozaken."
De molen was toen in het bezit van de weduwe en de kinderen van Eugène Ghesquière en werd gebruikt door molenaar Tanghe-Lezée.
Een blikseminslag, waardoor de standaard knakte, werd de molen fataal op 13 augustus 1906. De krant "De Meenenaar" bericht hierover:
"HET ONWEDER TE MEENEN.
Een molen door den bliksem getroffen - Een orkaan - Boomen uitgerukt - Schade op de velden.
Het onweder van maandagavond heeft te Meenen ven vooral op de Koekuit en aan de Yperpoort grote schade veroorzaakt. Een geweldige storm, een ware orkaan, is over deze streek voorbijgetrokken.
Eond 21 uur 's avonds, terwijl regen en wind tenn hevigste waqren, hoorden de inwoners van de Koekuit eensklaps een geweldige donderslag, gevolgd door een ijselijk gekraak en een nieuwe slag, zodanig dat de grond daverde. Iedereen kwam buiten gelopen om te zien wat er gebeurd was en men bemerkte dat de windmolen van M. Schouteten door de bliksem omvergeworpen was. De molen is gans in stukken; er blijft niets meer over dan puin, alleen een molenwiek is heel gebleven. De stenen zijn ook gebroken.
De vier teerlingen evenals het kruis en de steunblaken waarop de boom rust zijn ongedeerd. De boom in eikenhout met een doorsnede van omtrent 1 meter, is glad afgebroken. In de molen was er nog rond de 600 kgr. meel, die aan M. Schouteten toebehoort en die omzeggens helemaal bedorven is.
De molenaar had de molen verlaten bij het begin van het onweder en bevond zich in huis toen het ongeluk voorviel. De schade is nog niet kunnen berekend worden. De mlen molen hoort toe aan M. Theofiel Schouteten, broer van de huidige gebruiker.
Verleden jaar, rond deze tijd, werd een werkman van de hofstede Schouteten, door de bliksem doodgeslagen terwijl hij op het veld werkte. Zijn lijk werd maar enige dagen later gevonden (...)
Op hetzelfde gehucht is een roggemijt, toebehorende aan M. Lambelin, omgeworpen en de schoven rondgestrooid.
Een boom is uitgerukt in het park Sint-Sebastian, alsook verscheidene langs de Geluwesteenweg (...)
Op de velden werden koren- en haverschoven dooreen geworpen en rondgestrooid. Hetzelfde met de vlaskapellen op de roterijen."
De windmolen werd niet herbouwd. De molenwal werd op 3 februari 1907 verkocht aan Theophiel Emile Schouteten-Nuytten, landbouwer te Geluwe (notaris Lannoy - "motte de moulin à vent").
Tot 1914 maalde graankoopman Arthur Schouteten-Ghesquière verder met een stoommaalderij.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archiefbronnen en landkaarten
- Ferrariskaart (ca. 1775) (niet aangeduid)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) (niet aangeduid)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Uitgegeven bronnen
- De Meenenaar, kort na 23.01.1895 (rukwind, ernstige schade)
- De Meenenaar, kort na 13.08.1906 (blikseminslag, molen omgeworpen)
- De Poperinghenaar, 19.08.1906 (dezelfde gebeurtenis)
Werken
- Pierre Mattelaer, "De molens van Menen", in: De Leiegouw, XXIII, 1981, p. 379-400.
- Marc Pyncket, "Meense molensprokkelingen", Menen, 2005, 43 p. (overdruk uit: 't Wingheroen, tijdschrift van de Heemkundige Kring Dr. Rembry-Barth Menen, april 2005)
- Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999, p. 27-28.
- Bernard Decorte, "De Koekuit, een wijk in de branding", 't Wingheroen. tijdschrift van de Heemkring Menen, jg. 39 (2016) nr. 1 (nr.125), (p. 8-11).