Rosmolen Vandenbroucke
Ramskapelle (Knokke-Heist), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Rosmolen Vandenbroucke
- Ligging
- Dudzelestraat 7
8301 Ramskapelle (Knokke-Heist)
voorheen Brugse Baan
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 19de eeuw, na 1846
- Verdwenen
- 1957, binnenwerk verwijderd / na 1976, sloop
- Type
- Buitenrosmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 5068
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Deze rosmolen bevindt zich achter de hoevewoning aan de Dudzelestraat 7 (voorheen Brugse Baan) bij de Pelikaan, uitgebaat door René Vandenbroucke sinds 1938 tot na 1969.
Op een gevelsteen op het wagenkot staat "DE FOERE 1871", maar dat is niet noodzakelijk het bouwjaar van de rosmlen.
De rosmolen werd gebouwd toen Constant Desmit op deze hoeve boerde. Hij woonde er reeds in 1846 en werd opgevolgd door Emile Dendooven en later doordiens zoon Louis.
De vleugel met de bedrijfsgebouwen werd in 1871 na een brand vernieuwd.
Het was een kegelvormige bakstenen rosmolen. Het grondvlak had een doorsnede van 5,50 meter. buitenwerks 6,25 meter. De muren waren 2,20 m hoog en hadden een buitenbepleistering. De bakstenen waren 22 x 10,5 x 5 cm. Het dak was opgebouwd uit kepers en schalieberden en bedekt met zink. Er was een toegangsdeur en twee luikopeningen. Het bakstenen looppad is 1,75 meter breed.
In het midden stond de koningspil. In de zandbodem zat een steen met de taatspot waarin de ijzeren pen van de spil draaide. Tegenover de ingang bevonden zich twee evenwijdig gelegen balken, waarvan op het laatst nog één aanwezig was. Daartussen was een raveelbakje waarin het klauwijzer van de bovenste moelnsteen bevestigd was. Rechts van de maalstoel stond een haverpletter (cilinder) met links een karn. Van het mechanisme van de karn getuigde op het laatst nog een hefboom op een balkje.
Voor het malen van, ongeveer 65 kg per uur, en pletten had men twee -paarden nodig. Dit gedeelte van de rosmolen heeft gewerkt tot in 1938 toen men buiten de molen eendieselmotor plaatste die de maal- en pletinrichting aandreef. Daarentegen werd voortgegaan met karen, waarvoor het looppaard ingespannen werd, tot na de eerste wereldoorlog. De paarden liepen tegen de zon in.
In 1957 werd het binnenwerk weggenomen. Het gebouw was in 1969 ingericht als waskot. Na 1976 werd het gebouwtje gesloopt.
Luc Devliegher
Literatuur
Luc Devliegher, "Rosmolens in de Westvlaamse kuststreek", in: Biekorf, LXXVI, 1975-1976, p. 257-360; ook verschenen als monografie (Brugge, 1977, 110 p. en 1983, 154 p. - 2de herziene uitgave: Provinciaal Museum van het Bulskampveld te Beernem, Katalogen en Bijdragen, 2), p. 106-109;
R. De Keyser, "Rossekoten te Oostkerke en omgeving", in: Rond de Poldertorens, XI, 1969, p. 140-144 (met foto).
M. Coornaert, "Een overzicht van de molens in het Noordvrije", in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
Johan Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in: Rond de Poldertorens, 47ste jg., 2005, nr. 2, p. 39-75.
René De Keyser, "Vroegere olie- en watermolens te noorden van Brugge", Rond de Poldertorens, III, 1961, 4, p. 140-146.
Getuigenis van René Vandenbroucke aan Luc Devliegher, ca. 1974.