Speihoekmolen
Tielt, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Speihoekmolen, Molen Mestdagh, Stenen Molen
- Ligging
- Wingensesteenweg 37
8700 Tielt
oostzijde
ten N v.d. Hondstraat
kadasterperceel B687
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1760 (hout) / 1844 (steen)
- Verdwenen
- 1881 - 14 oktober, storm / 1890, sloop romp
- Type
- Staakmolen, later stenen windmolen
- Functie
- Oliemolen, later ook korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4747
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen Mestdagh (naar de oprichter en eerste molenaars) of Stenen Molen (sinds 1844) was oorspronkelijk een staakmolen en later een stenen windmolen, aan de oostzijde van de Wingensesteenweg (nr. 37), ten noorden van de Hondstraat en niet ver van de Kalseimolen gelegen. Op die plaats is thans de villa van de familie Van Cauwenberghe gelegen.
In 1760 kregen Martin Anseeuw en Jan Mestdagh de toestemming een houten oliewindmolen te bouwen op het gehucht de Speihoek aan de toenmalige Brugse Heirweg (de huidige Wingensesteenweg). Hij kwam dicht bij de Kalseimolen te liggen, maar vormde aanvankelijk er aanvankelijk geen concurrentie voor, aangezien de Kalseimolen een graanwindmolen was.
We vinden de molen Mestdagh aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775, met het bruin symbool van een staakmolen, in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) als een staakmolen op teerlingen en op de topografsiche kaart van Vandermaelen (ca. 1850).
In 1827 deed olieslager Johannes Mestdag, zoon van Jan, een aanvraag om zijn oliemolen te mogen ombouwen tot een koren- en oliemolen. Bij Koninklijk Besluit van 20 juli van dat jaar werd hem die toelating verleend. Sindsdien ontstond er wel concurrentie met de nabijegelegen Kalseimolen
De driezolder-staakmolen werd in 1844 herbouwd als een stenen koren- en oliemolen.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Mestdagh Joannes, de erfgenamen
- 1837, verkoop: Beaucourt Charles Joseph Jacques, notaris te Oostkamp
- 31.08.1846, erfenis: a) Beaucourt Marie Isabelle, weduwe Vandewouwere Joseph, eigenares te Oostkamp en b) Beaucourt Jeannette, eigenares te Oostkamp (overlijden van Charles Beaucourt)
- 13.07.1859, erfenis: Beaucourt Jeannette, eigenares te Oostkamp (overlijden van Marie Isabelle Beaucourt)
- 29.06.1861, verkoop: Baert-Vanneste Jan, olieslager te Sint-Michiels (notaris Claes)
- later, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Vanneste)
- 02.01.1873, deling: Roelandts-Baert Bernard, zonder beroep te Sint-Michiels (notaris Claes).
Op 14 oktober 1881 woedde er over de streek een zware storm. De Gazette van Brugge meldt: "Gansch den kop werd opgepakt en weggeslingerd: asse, pestels en einden, 't vloog al mee".
In de overgebleven molenromp werd een stoommachine geplaatst. Het kadaster heeft het in 1882 over een "graan- en oliestoommolen". Deze werd in 1890 gesloopt.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Brugge, Provinciaal Archief, III, Hinderlijke inrichtingen. Molens, jaar 1827.
Rijksarchief Brugge, Provinciaal Archief, III, Hinderlijke inrichtingen. Molens, jaar 1844.
Gedrukte bronnen
Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen, oktober 1881 (exemplaar in: Stadsbibliotheek Brugge).
Werken
K. De Flou, Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel I, Brugge, 1914, kolom 804, 806.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.
Herman Holemans, Windmolens te Tielt, in Ons Molenheem, 2002, nr. 4, p. 58.
F. Hollevoet e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 207.
Gids voor Groot-Tielt 1987, Tielt, 1987, p. 53.
De Speyhoekmolen te Tielt, Curiosa, XLVIII, 2010, nr. 475, p. 24.