De Molen van Kalloo was een houten korenwindmolen aan de  zuidzijde van de Sint-Antoniusweg, in de nu verdwenen Sint-Annawijk.

De staakmolen werd gebouwd voor 1712.
Hij staat aangeduid op:
- Fricxkaart (1712) met de benmaing: "Moul(in) de Calloo"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1845) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en met de benaming "Callooschen molen"
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Calloosche Molen"
- Kadastrale kaart  van p.C. Popp (ca; 1855) met de benmaing "Callooschenmolen"

Bij notaris Spanoghe te Sint-Niklaas was in 1802, voor onmiddellijk gebruik, te huren of te kopen: “een der schoonste graanwindmolens van dit departement”, nl. een neringrijke maalderij, met huizing, een Hollandse schuur, stalling, hoving, weide en grond, samen meer dan 2 gemeten groot, staande en gelegen te Kallo (arrondissement Dendermonde). (Gazette van Gend, nrs. 899 van 28 oktober, of 6 brumaire jaar XI), 900 en 901 van 2 en 4 november 1802, of 11 en 13 brumaire jaar XI)

Eigenaars na 1830:
- voor 1834: Rombaut Adrien, bakker te Kallo
- later, eigenaar: Andriessens Jeanne Cathérine en consoorten, huishoudster te Sint-Niklaas
- 28.06.1866, verkoop: Roosens-Rijckaert Joseph André, molenaar te Doel en later te Kallo (notaris Goossens)
- later, erfenis: de weduwe en consoroten (overlijden van Joseph Roossens)
- 30.05.1881, verkoop: Van Overloop Joannes Cornelis, molenaar te Kallo (notaris Wille)
- 31.08.1886, verkoop: Roosens-Van Overloop Ferdinand, molenaar te Kallo (notaris Wille)
- 11.04.1893, erfpacht: voor 30 jaar (van de grond): Kallo, Het Bestuur der Polder Sint-Anna Keetenisse en (van het gebouw) Roosens-Van Overloop Ferdinand, moelnaar te Kalken (notaris Goossens)
- 05.05.1893, verkoop: (van het gebouw): a) Allaert Edmond, herbergier te Antwerpen, b) Allaert Camille, molenaar te Kallo en c) Allaert Gustave, molenaar te Kallo (notaris Goossens)
- 23.05.1903, verkoop: (van de grond) Allaert-Rombaut Camiel, molenaar te Kallo (notaris Van Haelst - graanwindmolen met stoommachine)

Voor 1903 was er ook een stoommaalderij. De laatste molenaar was Camille Allaert.

De staakmolen werd in 1931 gesloopt. De iets noorderlijker gelegen Molenweg is het enige wat ter plaatse nog aan de molen herinert.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Gedrukte bronnen
- Gazette van Gend, nrs. 899 van 28 oktober, of 6 brumaire jaar XI), 900 en 901 van 2 en 4 november 1802, of 11 en 13 brumaire jaar XI.

Werken
- "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
- Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 4. Gemeenten K-L", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2002.
- W. Smet, "Kijk op het Waasland", Nieuwkerken-Waas, 1976.
- W. Smet, "De Windmolens in het Waasland", Nieuwkerken-Waas, 1974.
- Pieter-Francis-Dominiq Vervisch, 'Prospectus van den lydenden cappucin verbeeld in het zeldsaem en wonderlyk leven van den ex-pater Auxilius Vervisch...", s.n., 1791.
- H. Verherstraeten, “Sagenonderzoek in het noordelijk gedeelte van het Land van Waas”, Leuven, 1970 (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), p. 75.