Molen Moncarey
Krombeke (Poperinge), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Molen Moncarey, Molen Van Hecke, Verbrande Molen
- Ligging
- Waaienburgseweg 57
8972 Krombeke (Poperinge)
hoek Molenstraat
Molenhoek
400 m W v.d. kerk
kadasterperceel A357
(wind- en rosmolen)
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- tussen 1775 en 1816, overgebracht uit de Blasiusstraat 15
- Verdwenen
- 1904 - 10 november, brand
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4419
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen Moncarey of molen Van Hecke (naar de uitbaters) of de Verbrande Molen (op het einde) was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van de Waaienburgseweg (nr. 57), op de hoek met de Molenstraat, in het gehucht Molenhoek.
De staakmolen stond oorspronkelijk aan de zuidoostzijde van de Blasiusstraat (nr. 15), op het kadasterperceel A 314. (zie onder: Krombeke, "Molen van Le Quieu", alwaar hij in 1772 werd opgericht. Tussen 1775 en 1816 werd hij naar de Waaienburgseweg overgebracht.
Naast de windmolen stond van voor 1834 tot ca. 1890 een rosmolen om ook in windstille periodes te kunnen malen.
We zien hem aangeduid, telkens zonder molennaam, in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).
Opeenvolgende eigenaars sinds 1830:
- voor 1834, eigenaar: a) Bustraen Franciscus, molenaar te Krombeke en b) Kesteman Jan-Baptist.
- 26.02.1835, verkoop: a) Moncarey-Dedecker Charles Benoit, molenaar te Krombeke en b) Kesteman Jan-Baptist (notaris Floor).
- later, erfenis: a) Moncarey-Dedecker Charles Benoit, de weduwe, molenarin te Krombeke en b) Kesteman Jan-Baptist (ovelrijden van Charles Benoit Moncarey)
- 10.07.1844, verkoop: Moncarey-Dedecker Charles Benoit, de weduwe (notarsi Floor).
- 15.01.1873, verkoop: Moncarey-Top Benjamimn Frederic Corneille, landbouwer te Krombeke (notaris Syoen)
- 23.10.1889, verkoop: Van Hecke Karel, molenaar te Krombeke (notaris Floor)
Narcies Van Eecke was er molenaar en landbouwer in 1904. Op donderdag 10 november 1904, om twee uur 's nachts, kwam de maaldersknecht wakker en zag door het venster een groote klaarte: de molen stond in brand.
Op korte tijd waren alle bewoners erbij, maar aan blussen viel niet te denken.
Door een sterke wind aangejaagd, sloegen de vlammen over naar de stallingen en het huis, die ook weldra in een vuurpoel herschapen waren.
Er was weinig volk bij de brand om hulp te bieden aangezien men door de hevigen wind nauwelijks de kleppende brandklok hoorde.
Op korte tijd waren de molen, schuur, stallingen en huis met geheel de inboedel platgebrand. Onder andere zijn er vijf koeien alsok geheel de oogst in de brand gebleven.
Men denkt dat het vuur aan de "vange" (vang, rem) van de molen ontstaan is.
's Avonds had de molen gedraaid tot rond elf uur en bij het stilhouden had men niets bemerkt.
Enkel de gebouwen waren verzekerd, de molen niet. De overige schade werd rond de 25.000 frank geschat.
Er volgde geen heropbouw.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1891 (oprichtingsbundel van een tweede korenwindmolen te Krombeke, die als concurrent wordt ervaren, 1772)
- Rijksarchief Brugge,223/1, Archief van de heer, het leenhof, de schepenbank van de heerlijkheid Krombeke en de keure van Krombeke;
248. Baljuw causa officii contra onbekend soldaat van het regiment SaintIgnon: verwondingen toegebracht aan Pieter Jacobus Le Quieu. 1774. 1 omslag
249. Pieter de Masure contra Pieter Jacobus Le Quieu en Ignaes Eeuwaert: onbekend. 1774. 1 stuk
Uitgegeven bronnen
- "Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement", 12 november 1904, p. 2.
- "Gazette van Brugge en van de Provincie West-Vlaanderen", maandag 14 november 1903, p. 2; zaterdag 19 november 1904, p. 2
- "Het Weekblad voor Oost- West- en Zeeuwsch-Vlaanderen", zondag 20 november 1904, jg. 14, nr. 47.
Werken
Thijs Lambrecht, "Inventaris van het archief van de heer, het leenhof, de schepenbank van de heerlijkheid Krombeke en de keure van Krombeke [1521] 1594-1796", Brussel, 2015.
J.GH.H., "Krombeke en de geschiedkundige aantekeningen van E.H. Carolus Deraeke", in: De IJzerbode, VIII, 1978 2-3-4-6).
Gheysens J., Het oude Krombeke, in: De IJzerbode, II, 1971,4.
Tillie W., Gemeenten die Poperinge groot maken, Proven, Krombeke, Reningelst, Roesbrugge-Haringe, Watou (Aan de schreve, IX, 1979 3, p. 20-28.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980, Deel IV, Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997 (niet vermeld)
John Verpaalen, Molens van het Hoppeland, Koksijde, 1997, p. 19-20.
J. Cailliau, "Het molenbestand in de Westhoek in 1700", Molenecho's, 1985, nr. 4.
Ph. Vander Maelen, "Dictionnaire géographique de la Flandre Occidentale", Brussel, 1838.
J. Toussaint, "La population de Krombeke au XVIIIe siècle d’après les registres paroissiaux" (Mémoire pour le Diplôme d’Etudes Supérieures d’Histoire Université de Lille), Rijsel, 1956.