Molenechos's Homepage Molenechos.org

Molen op de Molenheide

Lille, Vlaanderen, Antwerpen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Molen op de Molenheide
Ligging
Molenheide
2275 Lille
kadasterperceel E395
Vlaanderen - Antwerpen
Gebouwd
voor 1403
Verdwenen
1840, verplaatst naar Poederlee
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
4240

Beschrijving / geschiedenis

Deze houten korenwindmolen stond op een kruispunt van wegen in de Molenheide.

Hij werd voor 1403 opgericht.

We vindenh em aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een standaardmolen.

Kadastrale beschrijving van ca. 1830:
"houten standermolen, hebbende twee paer steenen welke  niet gelijktijdig gebezigt worden. Hij is in goeden staet en gunstig in de nabijheid der dorpskom gelegen. Den selve is bij authentiek kontrakt tweemaaal gedurende de reeds gehuurd door Petrus Van Goubergen, molenaar te Lille".

Rond 1830 was hij in het bezit van baron Hypolite d'Olmen de Poederlee, met pachter Petrus Van Goubergen, molenaar te Lille. Het kadastraal inkomen van de molen bedroeg toen 666 frank (grondoppervalk 45 m²).

De standaardmolen werd in 1840 verplaatst naar de Lichtaartsesteenweg in Poederlee. In Lille kwam een stenen molen ("Molen Embrechts") de bedrijvigheid van de houten molen verderzetten.

Zie ook: Poederlee, Molen Van Gijsel
             Lille, Molen Embrechts

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens der Noorder- en Oosterkempen, Nieuwkerken, Ten Bos, 1980, p. 58-59.
H. Holemans, "Beschrijving van de wind-, water- en rosmolens in de provincie Antwerpen rond 1830. Lier-Merksplas", Ons Molenheem 1994, nr. 1, p. 13-16.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten P-Z", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2011, p. 44.
Jos Aerts en Jos Willems, "Lille Vroeger en nu , Molens langs de Wechelsebaan", Heemkundige Kring "Norbert de Vrijter", Jaarboek 2007, XXV, p. 36-38
F. Wouters, Poederlee. Vroeger en Nu, Poederlee, 1974.