Molen van 't Smiske
Nieuwmunster (Zuienkerke), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Molen van 't Smiske, Molen Gardin, Molen De Boodt
- Ligging
- Brugsesteenweg 26
8377 Nieuwmunster (Zuienkerke)
oostzijde
ten Z v.d. Smisjestraat
800 m Z v.d.kerk
kadasterperceel A572
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- kort voor 1801 / 1882
- Verdwenen
- 1881 - 21 september, blikseminslag / 1946 - oktober, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4127
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen van 't Smiske (naar de plaatsnaam), Molen De Boodt of Mlen Gardin (naar de molenaars) was een houten korenwindmolen aan de oostzijde van de Brugse Steenweg (nr. 26), ten zuiden van de Smisjestraat.
De molen werd rond 1800 gebouwd door Guillaume Derre (+Nieuwmunster 25.12.1801), gehuwd met Theresia Filiaut (°1747). Voorheen was hij molenaar op de Dorpsmolen in de Doelhofstraat 26 (zie: Nieuwmunster, Dorpsmolen). Het is mogelijk dat Derre deze molen naar de nieuwe standplaats liet overbrengen.
Op 20 december 1801, net vijf dagen voor het overlijden van Guillaume Derre, werd een rente bezet op de molen met de "dependenten" en 29 are 50 centiaren erf in Nieuwmunster (zie ook hierna). In 1805 werd de toen "onlangs nieuwgebouwde" molen met zijn draaiende werken "jegens de steenweg" te koop aangeboden, samen met het woonhuis en "voordere edificien", benevens 0:29:49 ha, bij titel 200 roen. De verkoop gebeurde op verzoek van Maria Derre, echtgenote van Louis Naert, die beide in Bruge woonden. Pieter Roels, landbouwer uit Zuienkerke, kocht alles voor 9.420 frank (akte voor notaris Bernard Verhulst, 15 thermindor jaar 13 of 3 augustus 1805).
Pieter Jan Devriendt verkocht het molenerf op 17 januari 1811 aan Philippus Derre (°Nieuwmusnter 1781), zoon van Guillaume (akte verleden voor notaris De Jagher uit Brugge). Philippe Derre huwde in 1809 met Isabella Stoens (Sint-Pieters-Brugge 1791 - Nieuwmunster 1847) en werd schepen in Nieuwmunster.
Isabella Seys, bakkerin in Diksmuide en weduwe van Benedictus De Poot, was gerechtigd in haar deel in de nalatenschap van haar nicht, de ongehuwde Isabella Cecilia Seys, dochter van Ignatius bij Cecilia Bonny. Deze nicht overleed te Brugge op 9 september 1813.
Tot de nalatenschap behoorde onder meer een jaarlijkse en eeuwigdurende rente van 25,39 frank, hetzij 2 ponden groten wisselgeld, over een kapitaal van 634,92 frank of 50 gulden wisselgeld, vallende op 1 oktober. Deze rente was ten laste van Guillielmus Derre, molenaar in Nieuwmunster. Deze rente was bezet op een molen met de “dependenten” en 29 are 50 centiaren erf in Nieuwmunster. Dit volgens erfenisbrieven met de instelling van deze rente, gepasseerd voor notaris Benedictus Rosseel, van 19 frimaire jaar tien of 20 december 1801.
Op 20 juni 1811 verkocht Theresia Filiaut (°1747), weduwe van Guillielmus Derre, een huis met 23 aren 58 centiaren, of 160 roeden, zijnde hof en molenwal in Nieuwmunster, zuid van de straat die naar de plaats van Nieuwmunster leidt. Toen werd het erf gebuikt door:
- Stephanus Parrant, 5 1/2 gulden courant of 28,28 gulden/jaar,
- Ignaes Wouters, 5 gulden courant of 25,71 frank/jaar.
Het gaat hier om de standplaats van de verdwenen dorpsmolen in de Doelhofstraat 26 (zie: Nieuwmunster, Dorpsmolen. (akte van de notarissen Lucas Rosseel en confraters uit Brugge, 20 juni 1811)
Na het overlijden van Isabella Stoens in 1847, verkochten zijn echtgenote Philippus Derre en kinderen het molenerf op 5 maart 1853 aan hun dochter Maria Theresia Derre. Tot de verkoop behoorden: een korenwindmolen met alle de zelfdraaiende en roerende werken, molenhuis en verder gebouwen met 29 aren 49 centiaren land, in Nieuwmunster, aan de oostzijde van de kalseide naar Nieuwmunster. De koopster zou de andere erfgenamen uitbetalen binnen het jaar na het overlijden van Philippus Derre.
Op dezefde dag, 5 maart 1853, werd een huwelijkscontract opgemaakt tussen Maria Theresia Derre en Joseph De Boodt, landbouwer in Vlissegem, zoon van wijlen Joannes De Boodt en Francisca Laseure, landbouwster in Vlissegem. Het huwelijk zelf gebeurde in Nieuwmunster op 30 maart 1853.
We zien de molen aangeduid op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).
Op 21 september 1881 barstte er een hevig onweer boven Nieuwmunster los. De bliksem viel op de molen van J. De Boodt en sloeg hem ten gronde neer, zonder enig spoor van brand achter te laten. De molen was verzekerd en werd heropgericht.
Eigenaar in 1938 was Medard Vandenberghe (gemeentesecretaris van Nieuwmunster) en huurder-molenaar André Gardin. Laatstgenoemde verklaarde in 1938 dat hij zijn molen slechts af en toe gebruikte, omdat hij liever werkte met zijn motor (die opgesteld stond onder hetzelfde dak van zijn woning). De opbrengst van zijn werk, 3 frank per honderd kilogram, vond hij niet winstgevend genoeg. Hij dacht eraan zijn bedrijf te moeten verlaten.
Tijdens de evacuatie van de molenaar in de tweede wereldoorlog haalden de Duitsers nogal wat brandhout uit de molen: planken uit de wegen, deuren, steenkisten. André Gardin liet na zijn terugkeer de schade aanstonds herstellen. Het was evenwel geen doelmatige herstelling om nog te kunnen malen. In de zomer van 1946 werd een roede uitgehaald en in oktober 1946 volgde de afbraak.
Het gebouw van de molenaarswoning met mansardekap, waarin ook een mechanische maalderij was gevestigd, bestaat nog (Brugse Steenweg 26).
Eigenaars:
- 1801: Derre Guillaume (+ Nieuwmunster 25.12.1801), gehuwd met Filiaut Theresia (°1747)
- tot 1805: Derre Maria, echtgenote van Naert Louis, Brugge
- 03.08.1805, verkoop: Roels Pieter, landbouwer te Zuienkerke
- na 1805, verkoop: Devriendt Pieter Jan
- 17.01.1811, verkoop: Derre Philippus, zoon van Guillaume, molenaar in Nieuwmunster, gehuwd met Stoens Isabella (+Nieuwmunster 23.05.1847)(akte notaris De Jagher, Brugge).
- 05.03.1853, verkoop: Derre Maria Theresia (°Nieuwmunster 03.05.1828, dochter van Philippus Derre en Isabella Stoens), zonder beroep te Nieuwmunster (notaris Debusschere)
- 30.03.1853, huwelijk: Derre Maria Theresia huwde met De Boodt Josephus Joannes (°Houtave 1825 - +Nieuwmunster 1899), molenaar te Nieuwmunster
- 16.21.1887, erfenis: en de kinderen De Boodt (overlijden van Maria Theresia Derre)
- 26.07.1889, deling: De Boodt Jozef, molenaar te Nieuwmunster (notaris Vanhuele)
- 13.04.1899, erfenis: de kinderen (overlijden van Jozef De Boodt)
- 08.05.1900, deling: De Boodt August Joseph (1863-1905, molenaar te Nieuwmunster, gehuwd met Bentein Elodie Marie (°1877) (notaris Pollentier)
- 25.03.1905, erfenis: de weduwe (Elodie Marie Bentein) en de minderjarige dochter Marie Clothilde De Boodt (overlijden van August De Boodt)
- 12.01.1906, liquidatie: de weduwe Elodie Marie Bentein (die later hertrouwde met Vandenberghe Medard, gemeentesecretaris te Nieuwmunster) (notaris Fraeys)
- 05.06.1933, erfenis: de weduwe (Edoie Marie Bentein) en de kinderen (overlijden van Medard Vandenberghe)
- 14.09.1942, gift: Gardin-Vandenberghe André Louis, landbouwer te Nieuwmunster (notaris Debusschere)
Lieven DENEWET, Roland VERTE & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Brugge, TBO 132/04, register 11, akte 391 van 15 thermidor jaar 13 (3 augustus 1805). Notaris Bernard Verhulst.
Rijksarchief Brugge, TBO 132/17, register 33, akte 5194 van 26 september 1816 (notaris Charles Eugène De Busscher).
Stadsarchief Brugge, Burgerlijke Stand, overlijdensakte 1079 van 1813.
Rijksarchief Brugge, TBO 132/17, register 38, akte 5830 van 14 oktober 1817.
Rijksarchief Brugge, TBO 132/22, register 5, akte 2846 van 5 maart 1853.
Rijksarchief Brugge, TBO 132/22, register 5, akte 2847 van 5 maart 1853, voor Auguste Debusschere, notaris te Brugge.
Gemeentearchief Zuienkerke, akten van de burgerlijke Stand Nieuwmunster, akte 12, 1853.
Gedrukte bronnen
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, LXXXVIII, 1881 (ma. 26 sept.), p. 2, kol. 3 (klant van de molen krijgt slag van zijn paard)
Werken
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999.
C. Devyt, De Westvlaamse windmolens in de oorlogstijd, Biekorf, 1945.
C. Devyt, De Westvlaamse windmolens in 1946, Biekorf, 1946.
M. Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
J. Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in Rond de poldertorens, jg. 47, nr. 2, 2005.
Croes F., Bijdrage tot de geschiedenis van de Vlaamse kustvlakte: De Blankenbergse Watering. Bronnen, bewoningsgeschiedenis en institutionele aspecten, s.d., 1992.
"Nieuwmunster, een van de meest pittoreske polderdorpen", in: Curiosa, jg. 39 (2001), nr. 390, p. 19-22.
Steylaers P., Handgeschreven nota's over de geschiedenis van Nieuwmunster, 1953. (met vermeldingen van de archiefbronnen van de oudste vermeldingen van Nieuwmunster en de theorie van Ukesham).
Callaert G. & Hooft E. m.m.v. Snauwaert L., Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke, Deelgemeenten Zuienkerke, Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster,Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, 2002.
Mailberichten
Roland Verté, 28.10.2017.