Zuienkerke, Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Dorpsmolen, Plaatsmolen, Molen De Brauwere
- Ligging
- Blankenbergse Dijk Noord 15
8377 Zuienkerke
nabij met Nieuwe Steenweg
schuin tegenover Molenwal
300 m NO v.d. kerk
kadasterperceel B481
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1478
- Verdwenen
- 1946 - mei, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 4123
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Dorpsmolen was een houten korenwindmolen aan de westzijde van de Blankenbergse Dijk Noord, schuin tegenover Molenwal, aan de noordzijde van de Nieuwe Steenweg.
De staakmolen werd voor het eerst vermeld in 1478 maar was wellicht veel ouder. Op een kruisbalk stond een inscriptie met het jaartal 1501. De molen hoorde destijds toe aan de kerk en dis van Zuienkerke.
Tussen de Dorpsmolen en het Hof Cleyhem was vanaf de 17de eeuw het "schuttershof", het perceel waar de Sint-Sebastiaangilde zijn staande wip had opgesteld; aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). We nemen aan dat de top van de bovenste molenwiek werd gebruikt voor de "papegaai-schieting".
We zien de molen aangeduid op:
- de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen op teerlingen
- de Altas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen
- de Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de aanduiding "Moulin"
Rond 1920 was de molen in het bezit van Andries De Brauwere-Dupon. In 1938 was de molen totaal vervallen. Twee wieken waren afgebroken. Eigenaar-molenaar Gustaaf De Brauwere had een motor geplaatst en wenste zijn molen te slopen. De molenaar vroeg een provinciale toelage aan voor herstellingskosten, maar de herstelling kwam er niet.
De windmolen werd beschermd als monument bij besluit van de secretaris-generaal van 30 december 1942, ondanks zijn toen al vervallen staat. Deze bescherming gebeurde omwille van het algemeen belang gevormd door de historische waarde, in casu oudheidkundige waarde.
Deze bescherming stond evenwel zijn sloop niet in de weg. Prins-regent Karel gaf daartoe de teostemming omwille van de vervallen toestand. De gebroeders De Clercq, wagenmakers uit Vlissegem, sloopten de molen in mei 1945. De einden, het berd van de wegen en de trap waren dan al verdwenen. Vele mensen hadden voor zijn instorting gevreesd.
De bescherming van de windmolen als monument werd pas voorlopig opgeheven bij ministerieel besluit van 22 december 2020.
Er werd nog verder gemalen met de mechanische maalderij naast de molenaarswoning.
Van de molen bleef niets meer bewaard. Herkenbaar zijn het nog onbebouwd molenperceel (grasland) en de gerenoveerde molenaarswoning ("'t Molenhuis") met het aanpalend maalderijgebouw (thans garage, met boven de poort het luik dat diende om de zakken binnen te halen).
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: (van de grond) Zuienkerke den Disch, de Kerkfabriek en de Pastorie te Zuienkerke en (van het gebouw) Dewaele-Houtekier François, molenaar te Zuienkerke
- 06.06.1846, verkoop: (van het gebouw) Debrauwere-Geersens Joseph, molenaar te Zuienkerke (notaris Claeys)
- 14.04.1877, erfenis: (van het gebouw) de weduwe en de kinderen (overlijden van Joseph Debrauwere)
- 21.05.1885, deling: (van het gebouw) Debrauwere -Dupon Andreas, molenaar te Zuienkerke (notaris Pollentier)
- 02.10.1918, erfenis: (van het gebouw) en de kinderen (overlijden van vrouw Dupon)
-02.07.1925, erfenis: de kinderen (overlijden van Andreas Debrauwere)
- 07.11.1936, afstand: (van het gebouw) Debrauwere Gustaaf Andreas, molenaar te Zuienkerke (notaris Depuydt - windmolen)
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archiefbronnen en landkaarten
- Fricxkaart (1712)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Werken
- Ballegeer, Johan "Molens in de Zwinstreek", in Rond de poldertorens, jg. 47, nr. 2, 2005.
- Boterberghe Robert, Zuienkerke. Geschiedenis van een polderdorp, Zuienkerke, 1992, p. 37, 79.
- Boussemaere Joël, "De dorpsmolen te Zuienkerke", Heemstede, VI, 2001, 2, p. 365-367.
- Callaert G. & Hooft E. m.m.v. Snauwaert L., Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke, Deelgemeenten Zuienkerke, Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster,Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, 2002.
- Coornaert Maurits, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
- De Flou Karel, Woordenboek der toponymie van Westelijk Vlaanderen, XV, Gent, 1934, kol. 894.
- Rotsaert Jan, "Molenaars in de schaduw van de poldertorens. Een greep uit de genealogie Cattoor", Rond de Poldertorens, jg. 1972, 1, p. 13-28.