Molenechos's Homepage Molenechos.org

Oliemolen David

Ronse, Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Oliemolen David
Ligging
Priestersstraat 7
9600 Ronse
in een achterbouw
op de Molenbeek
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
1845 (rosmolen) / 1848 (watermolen)
Type
Bovenslag watermolen
Functie
Oliemolen
Bescherming
niet
Database nummer
3957
© Foto: Geert Callebaut, 23.11.2009

Beschrijving / geschiedenis

De oliemolen David stond in het centrum van Ronse, in de huidige Priestersstraat 7,  in een achterbouw aan de Molenbeek. Meer bepaald stond de moeln tu ssen de oude brouwerij Desclée en het huis, de latere huizen van de familie Van Hobost en De Looze.

Henri David-Dubaillon kreeg op 24 september 1845 de toelating van de Bestendige Depustatie van de provincie Oost-Vlaanderen om een rosmolen op te richten in de gebouwen, gelegen op de achtergrond van zijn eigendom, tegen de Molenbeek, op 33 meter van de straat.

Van Henri ging de zaak over op Jean Baptist en van deze op Felix en Paul David. Naar de getuigenis van Alberic David, zoon van Felix, heeft zijn vader hem dikwijls over de olieslagerij verteld. Er stonden vier zware houten oliepersen in het atelier. De molen en de  persen werden eerst door de paarden alleen bewogen, vanaf 1848 door de paarden en een waterwiel op de beek. Dat volstond niet en de firma David kocht een stoommachine. Deze werd geconstrueerd en geplaatst door de vaklui van de weduwe Edmond Van Coppenolle en zoon uit Berchem (Kluisbergen).

Paul David viel eens met een lading "koeken" van de zolder en kneusde zich zo ernstig, dat hij een jaar nadien eraan overleed. Ook Felix had zich ernstig gewond aan het scheenbeen en overleed hieraan.

De stoomketel werd overgenomen door M. Verhelst uit "Het orgelken", façonwever en boorder van steenputten, die ongeveer recht tegenover het stampkot woonde.

De molen, de oliepersen, de tonnen enz. werden opgekocht door een olieslager uit Gent. Aleen was er nog een stel maten blijven staan. Gustaaf Bellinck, die winkel en herberg hield in de Hospitaalstraat, nam ze over en daarmee was alles uitgesloopt.

De oliemolen van de familie David-Debaillon werd in 1911 verkocht, Later werd hier de weverij Laurent Cambier-Delbar opgericht, volgens bouwplan van 1929 uitgebreid met zes traveeën onder sheddak naar ontwerp van architect A. Massez
De voorbouw werd opgericht na de verkoop in 1911. Het is een bakstenen gebouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen) met links getrapt dakvenster, Met brede rechter korfboogpoort met doorrit, dito vensters en spiegels met faïencetegeltableaus op de borstwering; sierankers. Deze voorbouw is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Julien VANDEPUTTE & Lieven DENEWET

Literatuur

Afdeling Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Archief.
Stadhuis Ronse, Archief H-RO, Bouwaanvragen, Doos 1929. 1.1-31.3.
Emmanuel-M. (Br.) - Mora N., "Eigen schoon, De watermolens van Ronse en wat er mee in verband staat", s.l., s.d., p. 85-91.
"Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Ronse", Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N3, Brussel - Turnhout, 1998.
H. Holemans, "Oosvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten O-R", Opwijk, Ons Molenheem, 2006.
Bogaert C., Lanclus K., Tack A. & Verbeeck M., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Ronse", Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N3, Brussel - Turnhout, 1998.
Vandeputte Julien L.Th., "De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 167.