Dooms molen
Hooglede, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Dooms molen, Molen Doom
- Ligging
- Grote Noordstraat 36
8830 Hooglede
ten N v.d. de Bruggestraat
ruim 500 m NO v.d. kerk
kadasterperceel B842
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1826
- Verdwenen
- 1898
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Oliemolen, later koren- en oliemolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 3456
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Dooms molen was een houten graanwindmolenaan de oostzijde van de Grote Noordstraat (nr. 36), iets ten noorden van de hoek met de Bruggestraat, op zeer korte afstand van de al lang bestaande Ondankmolen aan de overzijde van de Bruggestraat, op ruim een halve kilometer ten NO van de kerk van Hooglede.
Aanvankelijk bleek de molen geen concurrent te zijn. Op 16 september 1826 kreeg Jean Philippe Deruyttere de toestemming van de Gedeputeerde Staten van West-Vlaanderen om een oliewindmolen op te richten. Pas twee jaar later, in 1828 dus, kreeg hij de toelating van de Bestendige Deputatie om ook graan te malen. We kunnen ons voorstellen dat dit niet in goede aarde viel bij de familie Vandepitte van de Ondankmolen, gelegen aan de overkant van de Bruggestraat.
We zien de molen aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (1846), met het smbool van een staakmolen op teerlingen, de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).
Opeenvolgende eigenaars
- 1826, oprichting: Deruyttere-Dejonghe Jean Philippe (bouwheer)
- 1830, eigenaar: Doom-Dejonghe Francis, herbergier te Hooglede
- 27.07.1833, verkoop: Demey Joseph Ignace, secretaris te Hooglede (notaris Soenen)
- 05.01.1874, erfenis: de kinderen (overlijden van Joseph Demey)
- 28.07.1875, deling: Beaucourt de 's Gravendriessche - Demey Jules Karel Jan, de weduwe, eigenares te Hooglede (notaris Titeca)
- 17.08.1892, verkoop: a) Poelman-Lambrecht Joris, handelaar te Aarsele en b) Haeck-Poelman Leopold, brouwer te Destelbergen (notaris Titeca)
- 25.10.1892, verkoop: Doom-Vanclooster Petrus, koopman te Hooglede (notaris Titeca)
- 15.11.1897, deling: zoon Doom Pieter, eigenaar te Roeselare (notaris Titeca)
Volgens de overlevering werd op de molen goede bloem gemalen.
De staakmolen werd in 1898 gesloopt. Een jaar later volgde de concurrerende Ondankmolen, maar daar werd het werk voortgezet door een stoommaalderij.
De vroegere molenaarswoning van Dooms molen verdween in de jaren 1980 om plaats te ruimen voor een villa.
Lieven DENEWET
Literatuur
Bronnen
Rijksarchief Brugge, Provinciebestuur, Afdeling III, Hinderlijke inrichtingen. Molens (oprichting in 1826, toevoeging korenmolen in 1828)
Gewestelijke Directie van het Kadaster te Brugge
Uitgegeven bronnen
Atlas der Buurtwegen( 1846)
Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Werken
Lieven Denewet, Windmolens vroeger en nu. Hooglede-Gits, Hooglede, 1979.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995, p. 32.
Désiré De Laey, Geschiedkundige aanteekeningen over Hooghlede, Roeselare, J. De Meester- Roeselare, 1902.
Mededeling door Octaaf en Madeleine Vermaut aan Lieven Denewet, 1979.
Jozef Maes, "Rondom de oude molens van Hooglede", De Belgische Molenaar, 22.06.1976.
Mededelingen
Mondelinge info door Octaaf en Madeleine Vermaut (broer en zus), Bruggestraat 70 te Hooglede, aan Lieven Denewet, Bruggestraat 74 te Hooglede, 1979.