Molenechos's Homepage Molenechos.org

Mostmolen

Oostnieuwkerke (Staden), Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Mostmolen, Nieuwkerkemolen
Ligging
Roeselarestraat 212
8840 Oostnieuwkerke (Staden)
noordzijde
De Most
1,3 km ten O v.d. kerk van Oostnieuwkerke
kadasterperceel B685
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1639 / 1786
Verdwenen
tussen 1773 en 1786 / 1882, onttakeld / 1899, sloop
Type
Staakmolen, later stenen windmolen
Functie
Korenmolen, later ook oliemolen
Bescherming
niet
Database nummer
3438

Beschrijving / geschiedenis

De Mostmolen was aanvankelijk een houten korenwindmolen aan de noordzijde van de Roeselarestraat (nr. 212). waar nu H. Vansteenkiste woont, op de wijk Most, tussen Oostnieuwkerke en Roeselare, op 1,3 km ten oosten van de kerk van Oostnieuwkerke. Het molenhuis en bijhorigheden waren dieper achterwaarts gelegen. De molen was gelegen op de heerlijkheid van het Mosscherambacht, waarvan de zetel buiten Oostnieuwkerke was gelegen.

In geschriften en renteboeken van het Mosscherambacht werd deze molen opgenomen onder de benaming "nieukercke muelen".

De staakmolen werd voor 1639 gebouwd.

Archiefvermeldingen
- "lancxt den voors(eide) voetwech die loopt naer den nieukercke muelen", 1639 (Archief Pastorij Roeselare, Manuale I der fondatiën (...), reg. klein, papier).
- "Eenen meulenwal daer den nieuwkerckemuelen opstaet", 1773 (Renteboek Mosscherambacht, f° 303)
- "Stratjen leedende van den nieuwkercke meulen naer de vijfweghe", 1773 (Renteboek Mosscherambacht, f° 235).

We zien de molen niet aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775), maar wel op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (1860) met het teken van een staakmolen op teerlingen.

Jan Baptist Vermandere uit Roeselare bekwam op 26 september 1786 het octrooi om een graan- en oliewindmolen op te richten in Oostnieuwkerke, langs de weg van Oostnieuwkerke naar Westrozebeke.

Voor 1827 was hij eveneens als oliemolen ingericht en in steen gebouwd: "eenen steenen olie- en koornwindmolen, genoemd de Most, met een schoon hofstedeke te Oostnieuwkerke, oosten van de kerke" - advertentie in De Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, maart 1827).

In de nacht van 4 op 5 september 1879 ontstond er brand in het molenhuis, de schuur en de stallingen van de Mostmolen. Waarschijnlijk was er kwaadwilligheid in het spel. De molen zou, volgens het persbericht in De Mandelgalm van 6 september 1879 gevrijwaard zijn gebleven. Anderzijds bestaat er een opmetingsschets uit 1880 waarbij het molenteken verdwenen is. Op een opmetingsschets van 1882 verschijnt het molenteken evenwel opnieuw, toen als een landgebouw.

Opeenvolgende eigenaars sinds 1834
- 1834, eigenaar: Meersseman Antonius, landbouwer te Staden
- later, eigenaar: Vandevoorde-Berkein Jacobus, landbouwer te Moorslede
- 20.01.1850, erfenis: Vandevoorde Petrus Jacobus en zoon Jacobus, landbouwer te Moorslede (overlijden van vrouw Berkein)
- later, huwelijk: Vandevoorde Petrus Jacobus hertrouwt
- 01.05.1869, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Petrus Jacobus Vandevoorde)
- 20.05.1886, verkoop: a) Vandevoorde Louise (voor 2533/3153), eigenares te Moorslede en b) Demeurisse-Vandenbulcke (620/3153), brouwer te Moorslede (notaris D'Huvettere)
- 17.05.1889, deling: Demeurisse-Vandenbulcke Frans, brouwer te Moorslede (notaris D'Huvettere)
- 02.08.1891, verkoop: Pycke-Dufort Pieter Antoon Victor, notaris te Ledegem (notaris D'Huvettere - "ancien moulin converti en bâtiment rural")
- 05.01.1898, verkoop: Van de Voorde Louise, brouwer te Moorslede (notaris D'Huvettere - land met daaropstaande molen ten dele afgebroken)

Vanaf 1882 werd de molen in het kadaster omschreven als landgebouw of "ancien moulin converti en bâtiment rural". De overgebleven romp werd in 1899 gesloopt..

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1928 (octrooi aan Jan Baptist Vermander, 26.09.1786).
Renteboek Mosscherambacht, f° 303, 235.
Kadasterdiensten Roeselare, Oostnieuwkerke. Opmetingsschets 207, jaar 1880, nr. 3; jaar 1882, nr. 1; jaar 1900, nr. 3.

Uitgegeven bronnen
De Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, maart 1827.
De Mandelgalm (krant), 06.09.1879, p. 2, kol. 2 (over de brand)

Werken
Albert Denturck, De verdwenen molens van Oostnieuwkerke, Rollariensa, VI, 1974, p. 128-133.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999.
Geert Hoornaert, Octrooi-aanvragen tot het oprichten van molens, 1776-1788, Rollarius, XVIII, 1989, 6.
"Over Oostnieuwkerkse molens", Mandeldal, II, 1977, nr. 7, p. 14-15.
N.B., "Molengeschiedenis te Oostnieuwkerke", Het Volk, 12.12.1974.