Molenechos's Homepage Molenechos.org

Stokerijmolen

Roeselare, Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Stokerijmolen, Nieuwe Molen, Molen Debal, Molen Legein
Ligging
Spanjestraat 174
8800 Roeselare
zuidzijde
hoek met Oostrem
achter de stokerij van Rodenbach
kadasterperceel B938
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
1783
Verdwenen
1898, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Bescherming
niet
Database nummer
3421

Beschrijving / geschiedenis

De Stokerijmolen, Nieuwe Molen, Molen Debal of  Molen Legein (naar de uitbaters) was een houten koren- en oliewindmolen aan de zuidzijde van de Spanjestraat (nr. 174), nabij de hoek met Oostrem, achter de stokerij van Rodenbach, op het kadasterperceel sectie B nr. 938. Hij stond op de heerlijkheid Ogierlande, in de wijk Spanje of Krottegem, waar vele windmolens stonden.

In 1778 deed Charles Theys een aanvraag om een koren- en oliewindmolen te bouwen. De burgemeester en schepenen van Roeselare waren hier tegen gekant. Ze schreven op 23 maart 1778: "Bailliu, Burgm(ees)re ende schepenen der stede van Rousselaere, ter requisitie van d'heer Pieter Degeest schout deser stede over syne heeren prinicipaelen als dat de partie landt onder d'heerlyckhede van Ogierlande ten oostkant van dese stede, alwaer Carel Thijs tendeert eenen cooren ende oliewindmolen te erigeren uytterlyck een quartier verre van dese stede afgelegen is, by dies dat den selven valt in het verbod van het decreet van haere majesteyt ten faveure van dese stede verleent ten jaere 1751 staende in placcaetboeck van vlaenderen 5° deel fol. 786".

Toch haalde Charles Theys zijn slag thuis: op 24 maart 1783 kreeg hij het gevraagde octrooi van keizer Jozef II van Oostenrijk.

We zien de molen nog niet aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775), maar wel op:
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1854)

De schepenen van Ogierlande ontvingen in 1787 een klacht in verband met de pointing van deze nieuwe molen opgericht op hun enclave te Roeselare. Deze molen was gebouwd op land waar Roeselare Ambacht voor een vierde in gerechtigd was, nochtans pointte de heerlijkheid Ogierlande de molen helemaal voor haar rekening. In 1788 werd bepaald dat de molen, opgericht in de nabijheid van herberg Paradijs door Charles Theys en Jan Baptiste Valcke, vrij was van pointinge.

We zien de molen nog niet aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775), maar wel in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen.

Na 1813 behoorde de molen toe aan Joannes Baptist Legein (Izegem 1790-Roeselare 1867), die in dat jaar huwde met Agnes Cecila Debruyne (Roeselare, 1793-1869). Legein nam te Roeselare de bakkerszaak over zijn schoonvader Pieter Jan Debruyne (Roeselare, 1773-1829). Het molenperceel ging op 20.03.1867 over naar Karel Veracx, dokter te Ledegem en na diens overlijden op 04.03.1883 naar de weduwe van Benoni Vermast-Vandick, brouwster te Oudenburg.

De molen zelf (als gebouw) werd, bij akte verleden voor notaris Debrouckère (Roeselare) op 4 mei 1858 verkocht aan Jan Debal (°Rumbeke 1825 - +Roeselare 1913), zoon van Carolus Marinus Debal en Francisca Vanhuyse. Hij was gestart als molenaarsknecht. Hij was gehuwd te Izegem in 1855 met Rosalie Deleu (°Izegem 1825 - Roeselare 1892). Hij huwde in 1897 te Roeselare een tweede keer met Emilie Octavie Werbrouck (°Beveren-Roeselare 1861).

Op donderdag 21 maart 1894 verdronk molenaar Camiel Debal in de vaart (of het kanaal Roeselare-Ooigem) aan de herberg "De Zoete Pint".

De molen werd afgebroken in 1898. Thans (2023) is er de firma Negro, gespecialiseerd in schoorsteenvegen, gevestigd.

Lieven DENEWET & Reinhilde AENDEKERK

Literatuur

Archieven en landkaarten
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1918. Charles Theys (Thys) uit Roeselare bekomt octrooi voor de oprichting van een graaan- en oleiewindmolen op de heerlijkheid Ogierlande onder Roeselare, 24.03.1783.
- Rijksarchief Brugge, 704, f° 49v°, 70 v° (pointing, 1787-1788).
- Stadsarchief Roeselare, 702, f° 331 (d.d. 23 maart 1778).
- Ferrariskaart (ca. 1775) (niet aangeduid)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1854)

Gedrukte bronnen
- Het Laatste Nieuws, 24.03.1895 (Ed. 1), p. 3 (mededeling A. Smeyers, Alsemberg)

Werken
- Denys Désiré, Toponymie van Roeselare, Roeselaars plaatsnaamkundig woordenboek, Kortemark-Handzame, 1982.
- Muylaert Freddy, Roeselare door de jaren heen, Roeselare, 1989.
- De Potter F., Schets eener Geschiedenis van de Stad Rousselare, Roeselare, 1875.
- Dochy B., Geschiedenis van de Stad Roeselare vanaf de oudste tijden tot heden, s.l., 1949.
- Holemans Herman, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2001.
- Geert Hoornaert, Molens op Krottegem, in: Krottegem, de wijk van "Over-Statie", Roeselare, 2001, p. 18-20.
- Geert Hoornaert, Roeselaarse molenkroniek (vervolg - 2), in: Rollarius, XX, 1991, 1, p. 10-12.
- Geert Hoornaert, "Roeselaarse molenkroniek (vervolg-3 en slot), in: Rollarius, XXII, 1993, 2, p. 50-51.
- Jozef Huygebaert, Ferdy Callewaert & Pol Dejonghe, Geschiedenis van de Onze-Lieve-Vrouweparochie te Roeselare: 1892-1973, Roeselare, 1974.

Mailberichten
- Reinhilde Aendekerk, Zeebrugge, 29.03.2012 en 23.02.2013. Haar echtgenoot Johan Seaux is afstammeling van de laatste molenaar Jan Debal-Deleu. Emma Debal, dochter van Jan Debal-Deleu, was gehuwd met Gustave Seaux, overgrootvader van Johan Seaux.
- Anton Debal, rechtstreekse afstammeling van Jan Debal

Persberichten
- A. Denys, De verdwenen windmolens van Rousselare, in: De Rousselaarsche Bode, 09.03.1935.