Molenechos's Homepage Molenechos.org

Passendale (Zonnebeke), Vlaanderen - West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Wallemolen
Ligging

Wallemolenstraat 9


8980 Passendale (Zonnebeke)
grens met Poelkapelle
2,4 km W v.d. kerk
kadasterperceel A884
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1394 / voor 1630 / eind 17de eeuw / 1769
Verdwenen
ca. 1580 / 1914-20 oktober, oorlog
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen, later ook oliemolen
Bescherming
niet,
Database nummer
2714

Beschrijving / geschiedenis

Op de wijk de Wallemolen stond een houten graanwindmolen (type staakmolen) langs de huidige Wallemolenstraat, dicht bij de grens met Poelkapelle. De molen bestond al in de 14de eeuw. Enkele citaten in de middeleeuwse literatuur, nog te vinden in het rijksarchief te Brugge, het stadsarchief te Ieper en in de toponiemen van Karel Deflou deel XVI, laten dat vermoeden:
- “een leengoed ghehouden van den voorseiden hove van Moorslede ligghende on de prochie van Passchendaele oostwaert van den moelne die men heet Wallemoelne…” 1394
- “… binder prochie van Passchendaele zuitoost van der Wallemolen…” 1448
- “…Zuud-west van der Walle Muelne…” 1535
- “…In Langhemarcq gaende van cleershove naer de Wallemeulen …” 1636
- “…In de prochie van Passchendaele suutwest van de Wallemuelne…” 1648

Na de vernieling in de godsdiensttroebelen (rond 1580) werd de molen in het begin van de 17de eeuw herbouwd. Op een einde van de 17de eeuw volgde andermaal een heropbouw.

Op 26 april 1769 verleende de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia een octrooi aan molenaar Bernard Vandermeersch van de ongeveer 80 jaar oude korenwindmolen op Wallemolen, “binnen de prochie van Passchendaele onder d’ heerlickhede van thof te roosebeke”, om er olieslagwerk ("tordoir à battre huile") te mogen in plaatsen ("om een stampallaem te moghen insteken in synen cooren wijntmolen genaemt den Wallemeulen gestaen tusschen de parochie Passchendale en de heerlijkheid van t'hof te Roosebeke ofte Heyde"). Hij had zijn aanvraag ingediend op 4 december 1768 en er werd geen verzet aangetekend. De octrooi-aanvraag was op vijf maanden geregeld.

De molen verkeerde toen in bouwvallige toestand en de kosten voor ombouw tot graan- en oliemolen overschreden 1.200 florijnen. Dit was slechts voor een korte periode want door de mogelijkheid van stockeren was de oliewinning een speculatieve aangelegenheid. Velen zijn er steenrijk mee geworden, anderen hebben er ferm hun broek aan gescheurd.

Genoemde Vandermeersch ontving in 1776 ook een octrooi om een olie- en graanwindmolen op te richten in Langemark op zijn grond binnen de heerlijkheid ‘Vynck-ambacht’. Hij moet dus een welstellende man zijn geweest.

Rond 1815 werd Joannes-Petrus Baelde, molenaar te Passendale, eigenaar van de korenwindmolen. Na zijn overlijden in mei 1834 ging de eigendom over op de kinderen Louis (bakker te Passendale), Thérèse en Sofie, alle wonende te Passendale. Op 25 juli 1856 werd de windmolen met woonhuis, stalling, andere gebouwen en landerijen samen 2 ha 43 are 68 ca groot, verkocht aan Karel Sinnesael-Vandenbulcke, molenaar te Passendale (akte notaris Christiaen, 24.04.1862). De vorige uitbaatster, de weduwe van Pieter-Jacobus Vandamme, had wel nog pachtrecht tot ‘Bamis’ (1 oktober) 1857. Op 3 september 1893 werden August Sinnesael en zijn zus Romanie Stefanie de eigenaar van de Wallemolen, ingevolge het overlijden van Karel Sinnesael. Vanaf 1901 werden Camile Vandenbulcke en Elodie Debuf de huurders en uitbaters van de molen. Door het late huwelijk van Romanie in 1908 (op haar vijftigste) met Emile Vandecandelaere werd de molen mede-eigendom van de familie Vandecandelaere.

In de namiddag van 20 oktober 1914 vloog de molen in de lucht met één raak kanonschot. Na de oorlog kwam Kamiel Vandenbulcke niet meer terug naar Passendale. De molen werd niet herbouwd maar vervangen door een mechanische maalderij. Deze werd eerst geëxploiteerd door Leon Vandecandelaere (zoon van Emile) en vanaf 1926 door Valère Vandevivere-Vandecandelaere (zoon van de vooroorlogse eigenaar van ’s Graventafelmolen Evarist en neef van de molenaars van de Frezenberg Jules, Achiel en Camiel Vandevivere). In 1939 konden zij het bedrijf kopen en zo konden schoonzoon en dochter José Demeulenaere-Vandevivere er vanaf 1957 nog een bloeiende handelszaak uitbouwen.

Jozef MAES & Gabriël VERSAVEL

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1880. Octrooi aan Bernard Vandermeersch voor de toevoeging van een stampmolen aan zijn bestaande Wallemolen.

Werken
Jozef Maes, De Oude Windmolens van Passendale in: De Belgische Molenaar, LXIII, 1968, nr. 18, 23.
Gabriël Versavel, "Passendale en omliggende door de eeuwen heen", Het Zonneheem, XIV, 1984, 1, p. 5-16; 3, p. 2-14.
Gabriël Versavel, "Passendale 1914-1918. Met hulde aan de gesneuvelden en oudstrijders", Passendale, 1968².
Gabriël Versavel, "Passendale. Geschiedenis", Het Zonneheem, VII, 1978, nr. 2.
H. Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R", Rotem, 2001.