Molenechos's Homepage Molenechos.org

Basijnsmolen

Oostnieuwkerke (Staden), Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Basijnsmolen, Basynsmolen, Hoogmolen
Ligging

Basijnsmolenstraat 9


8840 Oostnieuwkerke (Staden)
zuidwestzijde
vroegere Ommegangstraat
hoek met de Cockstraat
kadasterperceel D496
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
1825 / 1869
Verdwenen
1896 - december, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
2684
© Foto bij de afbraak in december 1896 (coll. Donald Vandenbulcke, Staden)

Beschrijving / geschiedenis

De Basynsmolen (genoemd naar de oprichter en latere gebruikers) stond aan de zuidwestzijde van de Basijnsmolenstraat (nr. 9), op de hoek met de Cockstraat.
Aanvankelijk was het een gewone houten korenwindmolen, type tweezolder-staakmolen.

De molen werd in 1825 gebouwd in opdracht van brouwer Jacobus Basyn (°Hooglede 1782 - +Oostnieuwkerke 1855), Hij vestigde zich rond 1809  te Oostnieuwkerke. Hij was brouwer en later ook molenaar van beroep en was burgemeester van Oostnieuwkerke van 15 november 1830 tot 30 september 1836.

Deze eerste staakmolen werd door het kadaster ingedeeld als een korenmolen 3de klas.
- molenwal (sectie D 496): 8 a 70ca.
- molen (sectie D 496b): 0 a 50 ca.
- brouwerij (sectie D 495b): 2 a 50 ca.
- water (sectie D 493): 5 a 80 ca.
Dat "water" was een soort beek die liep van de Mandelbeek tot de inrijweg van Dr. Strobbe, naast de Basijnsmolenstraat, de vroegere Ommegangstraat. Het werd gedempt in 1869 samen met de vernieuwing van de molen en de gedeeltelijke opruiming van de vorige molenwal.

We zien de molen aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met een rond molenteken (hetgeen wijst op ommuurde teerlingen), op de topografische kaart van Vandermaelen en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (1850).

Op inititiatief van de zoon van de stichter, Petrus-Jacobus Basyn-Devacht, werd de staakmolen op enkele meter afstand in 1869 vervangen door een groter exemplaar. Het was een relatief kleine houten molenkast op een hoge bakstenen conische toren. Er waren niet minder dan 106 treden naar de houten gaanderij die van een ijzeren leuning was voorzien. Van daaruit kon men de wieken bezeilen en via een trap de houten molenkast bereiken.  De doorsnede van het grondvlak besloeg 9,6 meter. De stenen kuip had een gemetseldde kap waarin in het midden een ronde opening voor de doorboorde standaard was waarop de  molenkast kwam te rusten. De molen bleek niet gemakkelijk te bedienen zijn. Deze molen was ingericht als koren- en oliemolen. Ernaast stond een cichorieast.

Gelijkaardige molens zijn de Verloo's molen te Ledegem, de molen Van den Driessche te Eernegem en de Meerlaan te Gistel.

Vanaf 1870 verdrong deze molen de gemetselde Mostmolen en was tevens één van de hoogste molens van ons land.

Op zaterdagmorgen 17 augustus 1872 verongelukte de 22-jarige molenmakersknecht Slosse uit Hooglede tijdens werkzaamheden aan de molen. Een gedetailleerd verslag verscheen in de "Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen" van 21 augustus 1872: "Zaterdag morgend is te Oostnieuwkerke een schrikkelyk ongeluk voorgevallen. Men werkte aen eenen molen naby de plaets dezer parochie, toen de molenwerker die boven op de gaendery stond, op eene hoogte van 40 voeten boven den grond, riep dat hy eenen hamer ging afwerpen welken men hem beneden gevraagd had. Zyn knecht, die beneden stond, willende den val van dezen hamer vermyden, die 2 ½ kilos woog, deed eenige stappen langs eenen anderen kant, toen juist de hamer hem van achter aen het hoofd trof, onmiddelyk sloeg hy de handen aen de wond, en ging loopende vallen tegen eene staek waer eenen grooten nagel uitstak. Hy schoof met het voorhoofd tegen dezen nagel die hem in het hoofd stak, en gaf met het hoofd eenen harden bots tegen de staek zelf. Tien minuten daerna, niettegenstaende de hem aenstonds toegebragte hulp, gaf hy den geest zonder nog een woord te gesproken te hebben.
Het was een jongeling van Hooghlede, met naem Slosse, en rond de 22 jaren oud."
De molenwerker-timmerman was de 27-jarige Charles Louis Hofse. Hij overleed in Oostnieuwkerke op 17 augustus 1872 om 07.00 uur. 

Bruno Basyn bleef zozeer onder de indruk en het opgedaan verschot dat zijn gezondheid er blijvend onder leed. Hij woonde in de Ommegangstraat, in het na de eerste wereldoorlog heropbouwd huis waar in de jaren 1960 dokter Strobbe woonde.

Miel Everaert, een gekende molenaar uit Gits, was vele jaren molenaar op Basyns molen.

Aan de grote crisis en omwenteling in het cichoreibedrijf, in het begin van de jaren 1890 haalde de familie Basyn haar ondergang. Ze werd genoodzaakt tot de openbare verkoping van de molen, gebouwen en grondstoffen in 1896.

Xavier Staelens-Staelens, in de volksmond "Xaveer Stiens" genoemd, kocht het brouwerijdomein met de molen in 1896 aan, met de bedoeling het te laten verkavelen. voor 3000 frank (bedrag bij de overslag). Prompt liet hij de windmolen afbreken. De afbraak werd aanvaard voor 600 frank door molenmaker Clement ("Menten") Caene uit Gits. Net voor de afbraak in december 1896 begon, werd een foto genomen. Bovenaan de rechtstaande wiek zien we de slopers, met  ""Menten" Caene en zijn twee helpers.

Van de grote molenwal werden 600 driewielkarren aarde in de diepe Ommegangstraat gevoerd. Op de plaats waar de molen stond werd met de afbraakstenen het huis gebouwd dat in 1965 nog bewoond was door Louis Staelens, een zoon van Xavier Staelens, en dat de hoek vormt van de Ommegang-, Lepel- en Cockstraat. Magdalena Staelens was in 1898 de eerstgeborene in het nieuwe huis.

De voormalige brouwerswoning uit het tweede kwart van de 19de eeuw (een dubbelhuis van zeven traveeën en anderhalve bouwlaag) (Basijnsmolenstraat 11) en het achtergelegen laag koetshuis bleven bewaard en zijn sinds 5 oktober 2009 opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1825, eigenaar: Basyn-Capelle Jacobus, brouwer te Oostnieuwkerke (bouwheer)
- 1834, eigenaar: Basyn-Capelle Jacobus, de weduwe, brouwster te Oostnieuwkerke
- voor 1870, eigenaar: Hamers-Basyn August, de weduwe, zonder beroep te Poperinge.
- 25.03.1872, deling: a) Basyn Bruno, molenaar te Oostnieuwkerke, b) Basyn Rosalie en c) Basyn Charlotte (notaris Van Eecke)
- 02.12.1877, erfenis: a) Basyn Bruno, molenaar te Oostnieuwkerke en b) Basyn Charlotte, molenarin te Oostnieuwkerke (overlijden van Rosalie Basyn)
- 02.01.1888, erfenis: Basyn Charlotte, zonder beroep te Oostnieuwkerke (overlijden van Bruno Basyn)
- 13.11.1896, openbare verkoop: Staelens-Decoster Xavier, winkelier te Oostnieuwkerke (notaris Camille De Neckere, notaris in Moorslede - stenen graan- en oliewindmolen).

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Mondelinge bronnen
Louis Staelens (Oostnieuwkerke, zoon van Xavier Staelens) aan Jozef Maes (Beselare), 1965.

Archieven
Kadasterdiensten Roeselare, Oostnieuwkerke. Opmetingsschets 207, jaar 1870, nr. 16.; jaar 1897, nr. 15.

Gedrukte bronnen
P.C. Popp, "Atlas Cadastral d'Oostnieuwkerke", Bruges, Etablissement Typographique et Litographique de Popp, 1850.
Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen, LXXIX, 1872, 101 (wo. 21 aug.), p. 2, kol. 2-3.

Werken
Lieven Denewet, "Kleine staakmolens op hoge stenen voet in Vlaanderen", Molenechos, XI, 1983.
Gemeentelijke Cultuurraad, Gemeente Staden. Staen-Oost-West-Route, Staden, 1987, p. 22-23.
Albert Denturck, De verdwenen molens van Oostnieuwkerke, Rollariensa, VI, 1974, p. 128-133.
Torie Mulders, "De Kaaiaardmolen te Staden", Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXIV, 1950-1951, p. 161-166.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999.
A. De Gunsch, C. Metdepenninghen & P. Vanneste m.m.v. A. Tansens, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17N2, Brussel - Turnhout, 2001.
"Over Oostnieuwkerkse molens", Mandeldal, II, 1977, nr. 7, p. 14-15.
Jozef Maes, "Een typische molen te Oostnieuwkerke", De Belgische Molenaar, 22.11.1965.
N.B., "Molengeschiedenis te Oostnieuwkerke", Het Volk, 12.12.1974.

Mailberichten
- Caroline Schaeffer, 21 februari 2025.
- Noël en Lut Ghekiere-Gekiere, 19 februari 2025.

Overige foto's

Basijnsmolen, Basynsmolen, Hoogmolen, Oostnieuwkerke (Staden), Afdruk van dezelfde foto in De Belgische Molenaar, 22.11.1965. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Afdruk van dezelfde foto in De Belgische Molenaar, 22.11.1965. Verzameling Ons Molenheem
Basijnsmolen, Basynsmolen, Hoogmolen, Oostnieuwkerke (Staden), Detail van de vorige foto, met molenbouwer Clement Caene uit Gits en zijn twee helpers. | Database Belgische molens
© Detail van de vorige foto, met molenbouwer Clement Caene uit Gits en zijn twee helpers.
Basijnsmolen, Basynsmolen, Hoogmolen, Oostnieuwkerke (Staden), Foto: Eelkje Vanderhispallie, 01.09.2009 | Database Belgische molens
© Foto: Eelkje Vanderhispallie, 01.09.2009