Adegem (Maldegem), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Naam
- Statiemolen, Molen aan de Statie, Herpelincks Molen
- Ligging
- Canadezenlaan 15
9991 Adegem (Maldegem)
westzijde
100 m v.h. station
400 m N v.d. kerk
kadasterperceel A793bis
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- tussen 1775 en 1818 (hout) / 1823-1824 (steen)
- Verdwenen
- 1920-1923, sloop na grote oorlogsschade in oktober 1918
- Type
- Staakmolen, later stenen bergmolen
- Functie
- Korenmolen, oliemolen, pelmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 2369
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Statiemolen of Herpelincks Molen (naar een uitbater) was een windmolen aan de westzijde van de huidige Canadezenlaan (nr. 15), op 100 meter van het station en 400 meter ten noorden van de kerk. Hij werd voor 1818 opgericht als een houten korenwindmolen.
In november 1823 kreeg de weduwe van Servatius Pots, Joanna Christina Crispijn, de toelating om de staakmolen om te vormen in een stenen bergmolen, ingericht als koren-, olie- en pelmolen.
Uit het proces-verbaal van de gemeente Adegem uit 1818:
"Il y a dans la commune d'Adeghem trois moulins à vent servant à moudre de la farine. L'expert les a classés en deux classes; il estime que la meilleure des trois, appartenent à la veuve de Jq Peers, doit être évaluée à 400 francs en revenu brut. Les deux autres appartenant à Fois. Pots et Philippe Matthijs forment la deuxième classe. L'expert estime qu'ils doivent être évalués en revenu brut à 300 francs..."
We zien hem aangeduid op de kaart van Vandermaelen van ca. 1850 met de benaming "M(oul)in à Huile et à Farine" en op de Poppkaart (ca. 1855) met een rond grondoppervlak.
Eigenaars na 1818:
- 1818, eigenaar: Pots Servatius
- 1823, eigenaar: Pots Servatius, de weduwe (Crispijn Joanna Christina)
- voor 1834, eigenaar: Pots Charles Bernard, molenaar te Adegem
- 04.01.1850, verkoop: Ceulenaere Ferdinand (fs. Frans), molenaar te Eede (NL) (notaris Wallijn)
- later, erfenis: Ceulenaere August en consoorten, zonder beroep te Adegem (overlijden van Ferdinand Ceulenaere)
- 27.05.1878, verkoop: Herpelinck-Landschoot Theodore, molenaar te Adegem (notaris Montigny - stenen windmolen)
- 02.11.1903, gift: Herpelinck Louise, zonder beroep te Adegem (huwde op 04.11.1903 met Van Praet Camille, molenaar te Adegem) (notaris Verstrynghe)
- 07.02.1905, verkoop: Van Poucke-Fonteyne Louis Marie, molenaar te Adegem (notaris Verstrynghe - windmolen en stoommachine)
- 11.04.1910, openbare verkoop
Volgens de openbare verkoop van 29 april 1878 in herberg Sint Sebastiaan bij August De Pré was het "eenen Kloeken Steenen Olie- en Koornwindmolen met Pel- en Gortwerk, onlangs nieuw, alsmede het woonhuis, alles gelegen op 50 meter van het Station". Kort voor 1905 werd een stoommachine geplaatst, maar er werd ook nog met de wind gemalen.
Onder de eigenaars-molenaars waren er: Karel Pots, Louis Ceulenaere, Theodoor Herpelinck, Louis Van Poucke. Laatstgenoemde baatte enkele jaren zelf de molen uit en verpachtte hem dan aan Van de Kerckhove uit Knesselare. Na het overlijden van Louis Van Poucke verpachtte zijn weduwe het molenhuis aan voerman Herman De Clercq.
In 1910 gebeurde een openbare verkoping. De enige zitdag ging door op maandag 11 april 1910, om 2 uur namiddag, in de herberg van Honoré Delobel-Bollaert, nabij het station (nu Canadezenlaan). Uit die advertentie, verschenen in Het Weekblad voor Oost- West- en Zeeuwsch-Vlaanderen van 27 maart 1910 en 10 april 1910, vernemen we dat er verkocht werden: "eenen schoonen steenen Koornwindmolen, met Stoommachien, nieuw Woonhuis, Stallingen, Erve en Zaailand, Het geheel was 48,50 centiaren groot.
Tijdens de gevechten om de Schipdonkse Vaart van 18 oktober tot 2 november 1918 werd de molen door beschieting zo erg beschadigd, dat hij niet meer te herstellen was. Met de oorlogsschadevergoeding vanwege de Staat bouwde de eigenaar drie werkmanswoningen. Van 1920 tot 1923 werd de molen geleidelijk afgebroken en de aarden wal werd weggevoerd en gebruikt voor de straten en aardewegen van de gemeente. Niets herinnert nu nog aan de molen.
Lieven DENEWET, Jozef VAN OVERSTRAETEN & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Mondelinge bronnen
- Jozef Goethals (gemeentesecretaris te Adegem) aan Jozef Van Overstraeten, 1944
- Edmond De Baets (Adegem) aan Jozef Van Overstraeten, 1944
- Maarten Osstyn (Melsele), die vroeger aan de Canadezenlaan in Adegem woonde, aan Lieven Denewet, 17.12.2011.
Gedrukte bronnen
- Het Weekblad voor Oost- West- en Zeeuwsch-Vlaanderen, 27.03.1910, 10.04.1910.
Werken
- J. Van Overstraeten, "De molens te Aartselaar, Achel en Adegem", in: Toerisme, XXIII, 1944, p. 114-115.
- "Vijf windmolens te Adegem. Van 1562 tot 1937. Oorlogsgeweld, natuurkrachten en mechanisatie verdrong ze allen", Het Volk, 2 juni 1960, p. 13 (grotendeels gebaseerd op de studie van J. Van Overstraeten).
- "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
- Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
- Maria De Baets, "Geschiedenis van de Gemeente Adegem", Adegem, 1928 (handschrift)
- Jozef Dobbelaere, De molen van Adegem, Heemkundige Bijdragen uit het Meetjesland, XXVI, 2012, 3, p. 155.