Verkaveling betekent definitief einde voor Plaatsemolen, maar molenstenen worden bewaard
Koolskamp (Ardooie), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Plaatsmolen, Platsemolen, Molen De Mûelenaere
- Ligging
- Molenstraat 6
8851 Koolskamp (Ardooie)
hoek met Steenstraat
nabij de Watertoren
500 m NW v.d. kerk
kadasterperceel B33
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Geo positie
- 51.005665, 3.204929 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Familie De Mûelenaere
- Gebouwd
- Voor 1453 / na 1600 / 1820
- Type
- Staakmolen op torenkot
- Functie
- Koren- en oliemolen
- Kenmerken
- Torenkot in conisch metselwerk
- Gevlucht/Rad
- Verwijderd
- Inrichting
- Nog twee pletstenen tegen de buitenmuur van het torenkot
- Toestand
- Enkel nog de muren van het torenkot
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel vastgesteld als bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 2151
- Ten Bruggencatenummer
- 06552 e
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Plaatsmolen of molen De Mûelenaere was een staakmolen op torenkot, ingericht als koren- en oliemolen. Hij was gelegen in de Molenstraat (nr. 6), op de hoek met de Steenstraat, nabij de Watertoren, op een halve kilometer ten noordwesten van de kerk van Koolskamp.
Van de Platsemolen resteerden tot in 2022 nog de muren van het torenkot op een aarden molenwal met tegen de buitenmuur nog twee pletstenen van de oliemolen die in het tornkot was ingericht.
De eerste molen op deze plaats was een klassieke houten korenwindmolen, type staakmolen op teerlingen, die voor 1453 werd opgericht. Nadat de tweede molen van Koolskamp, van de heerlijkheid Ayshove door de Gentenaars rond 1453 werd platgebrand, bleef de "Platsemolen" tot eind 18de eeuw de enige windmolen van het dorp.
De Plaatsmolen werd rond 1580 tijdens de godsdiensttroebelen vernield en werd na 1600 (alvast voor 1636) heropgericht.
Als molenaars kennen wij tijdens het Ancien Régime:
- 1636-1641: Nicolaas de Lepelaere, gehuwd met Barbara De Keyzer en zoon van Willem De Lepelaere, molenaar van de Kerk- of Plaatsmolen in Zwevezele
- 1641-1643: Pieter Kesteloot, overleden op 12 januari 1643
- 1643-1645: Carolus Bruneel, overleden in Koolskamp op 8 februari 1645, gehuwd in Koolskamp op 26 juli 1643 met Francisca Verschoot (°Ardooie 05.03.1619).
- 1645-1661: Joris de Busschere, gehuwd in 1645 met Francisca Verschoot (de weduwe van de vorige molenaar Carolus Bruneel). Zij hadden vijf kinderen. In 1661 verhuisden zij net over de grens van Koolskamp naar Pittem op de Boonhagemolen tot in 1669. Enkele jaren later gingen ze naar de Plaatsmolen, ook in Pittem.
- Domien Verstraete, gehuwd met Martine Vande Walle. Ze hadden twee kinderen, geboren in 1689 en 1694. Tijdens de oorlogsjaren 1695-1697 was hij schepen, waarbij hij meermaals werd lastig gevallen door de Franse bezetters, aan wie hij meel moest leveren.
- Pieter Gryspeert, molenaar alsook kerkmeester in 1714-1715.
Dan komen we bij het bekende molenaarsgeslacht De Rynck.
- Adriaan de Rynck in 1729. Hij huwde in 1713 met Anne Marie Muyle. Adriaen was afstammeling van Guillaume De Ryck, die voorheen Niclaas De Lepelaere opvolgde op de Lepelkotmolen in Egem. Adriaen was achtereenvolgens dismeester, schepen en kerkmeester van Koolskamp. Hij overleed in 1746.
- Joannes de Rynck van 1760 tot 1784. In de volkstelling van 1748 vernoemt men als bewoners van de Plaatsmolen: Joannes de Rynck de zoon van Adriaan, jongeman, 27 jaar, "Molenaere, in menage met syne drye susters Mary Theresia, Godelieve, Cecilia en domestigue Jacques Cleppe". Joannes was al de veertig voorbij al hij in het huwelijk trad met Barbara De Ceuninck, met wie hij zeven kinderen kreeg.
Burgemeester Gregorius de Mûelenaere kon in 1777 van Emmanuel, prins van Croy, de pacht van de Plaatsemolen bekomen met ingang van februari 1778, dit ten voordele van zijn zoon Ivo. Door een conflict met de vroegere pachter De Rynck (de molen bleek eigendom van de dorpsheer, het maalwerk van de molenaar) kon Ivo de molen pas in 1784 betrekken.
De pachtoverdracht verliep dus niet zo vlot. Bij de molens hebben we het "staande werk" (de onroerende of vaste delen) en het gaande werk (de draaiende delen). Bij pachtoverdracht stond de huurder-molenaar in voor het onderhoud van het gaande werk, en de verhuurder-eigenaar voor het staande werk. Meestal was dit zo. Wel kunnen er steeds gevallen geweest zijn dat dit toch tot de taak van de molenaar behoorde. Bijvoorbeeld als het geen gewone pachter, maar wel een erfpachter was.
Toen de "pryser" (de schatter) op het erf kwam om de waarde van het draaiend werk te schatten, kreeg hij van de molenaarsvrouw en haar zoon geen toegang tot de molen. Dit geschil heeft nog zes jaar aangesleept tot dat Joannes De Rynck in 1784 de molen verliet.
Vele jaren voordat Ivo in 1784 als pachter op de Plaatsmolen kwam, baatte zijn vader Gregorius al een olierosmolen uit. Volgens het Landboek van 1762 bewoonde deze laatste een "behuysde hofstede" langs de Zwevezeelsestraat, onder 't Paussche en Vyversche. Vermoedelijk heeft Ivo, toen hij pachter werd op de Plaatsmolen, zijn molen - die toen nog steeds een zuivere korenmolen was - onder invloed van zijn vader laten ombouwen tot een koren- en oliemolen. Daarvoor liet hij de bestaande molenkast bovenop een nieuw gemetseld torenkot plaatsen. Mogelijk werden hiervoor materialen gerecupereerd van de oude rosmolen uit de Zwevezeelsestraat van Catharina Damman, de weduwe van Pieter de Mûelenaere. Er kwam concurrentie, toen Pieter David op 23 september 1786 op de Hoogakkers langs de Lichterveldestraat (thans nr. 99) het octrooi verkreeg voor de bouw van een houten oliewindmolen op het hoogste punt van de gemeente.
Op 8 augustus 1798 werd de molen als zwart goed van de dorpsheer en "emigré" Prins de Croy door de Franse republiek aangeslagen en verkocht aan zijn zaakgelastigde Jacques Pecsteen. Hij bleek echter niet te voldoen aan de voorwaarden van de Franse wetgeving en moest even later afstand doen van deze eigendom onder druk van de Franse staat. Hij moest de molen met ongeveer twee hectaren land overlaten aan Ivo de Muêlenare, die de molen al vanaf 1784 pachtte. Ivo werd de stamvader van een belangrijk molenaarsgeslacht dat zijn naam gaf aan de molen en hem zou blijven bedienen tot aan zijn vernielding in 1918. In zijn tijd werd de molen getaxeerd zoals 16 gemeten land, dat is bijna evenveel als alle andere ambachtslui van het dorp samen.
Deze familie was al in de 16de eeuw een van de belangrijkste families van het dorp. Tot het einde van de 19de eeuw bleven ze een prominente rol spelen. In het renteboek uit 1566 was Andries de Mûelenaere de grootste eigenaar van het dorp. Voor de Franse revolutie betaalden de inwoners van Koolskaamp twee (soms drie) soorten belastingen. Vooreerst "den uytsent", een soort rijksbelasting geïnd door het Brugse Vrije. Daarnaast "de binnencosten" om de plaatselijke uitgaven van de parochie te dekken. In de oorlogsjaren kon daarboven op nog een speciale "oorloghscontributie" komen om de bezettingskosten te betalen.
In Koolskamp was de ontvangerij van deze belastingen een familezaak. Na het overlijden in 1679 van ontvanger Jan Damman bleef de ontvangerij meer dan een eeuw in de familie de Mûelenaere: waarschijnlijk eerst Frans (voor 1690), dan zijn neef Pieter, opgevolgd door zijn zoon Jan en dan opnieuw zijn zoon Gregorius de Mûelenaere tot rond 1793. Greogrorius was ook burgemeester van 1770 tot 1796.
In de familie de Mûlenaere vinden we niet zoveel molenaars. De vele nakomelingen van Gregorius studeerden, en ook door hun huwelijk bekleedden ze een vooraanstaande funcite in de maatschappij. Een stukje familegeschiedenis van de opeenvolgende molenaars met hun gezin ordt hier kort omschreven.
Het gezin van Ivo Anselmus de Mûelenaere en Marie-Joanna de Visschere.
Ivo Anselmus de Mûelenaere (°Koolskamp 2 januari 1758) was de zoon van Gregorius en van Anna Marie Vande Pitte en was molenaar. Hij huwde te Koolskamp op 29 januari 1788 met Marie-Joanna Devisschere (°Koolskamp 25 juni 1769), zij was de dochter van Petrus en van Veronica Verhelle.
Hun kinderen:
- Felicien °Koolskamp 30 december 1788. Hij werd in 1816 de eerste notaris in Koolskamp tot in 1836. Hij huwde i Waregem op 30 juni 1817 met Barbara Rosalia Veroustraete. Felicien stierf in Tielt op 1 maart 1869.
- Armand °Koolskamp 16 mei 1791 werd brouwer en burgemeester in Koolskamp. Hij huwde op 2 augustus 1820 met Barbara Van Canneyt. Amand stierf in Koolskamp op 6 december 1871.
- Barbara Theresia °Koolskamp 25 december 1793, overleden in Koolskamp op 23 juni 1794.
Moeder Marie Joanna stierf in Koolskamp op 24 maart 1795. Nog hetzelfde jaar hertrouwde Ivo op 10 november 1795 met Anna Catharina Vandeputte °Ardooie 18 april 1775. Zij was de dochter van Bernardus en van Isabella de Kimpe.
De kinderen van Ivo Anselmus de Mûelenaere en Anna Catharina Vandeputte.
- François °Koolskamp 1 oktober 1796. Hij werd dokter gynecoloog in Oostrozebeke waar hij huwde met Francisca Tack. Hij stierf op 2 juni 1860.
- Barbara Theresia °Koolskamp 31 maart 1798. Ze huwde op 11 juni1822 met Charles Van Dorpe uit Zvekote. Hij was geneesheer, heel- en vroedmeester. Hij was de bouwheer van het klassieke herenhuis (de huidige bibliotheek) in de Brugstraat te Ardooie. Barbara stierf te Ardooie op 29 april 1839. Charles stierf te Kortrijk op 30 december 1877.
- Pierre Jean °Koolskamp 17 november 1799. Hij werd de opvolger-molenaar op de Plaatsmolen.
- Regina Maria °Koolskamp 11 mei 1803. Ze huwde op 16 september 1835 met olieslager Franciscus Cloet van de Berlingmolen in Ardooie. Ze stierf op 9 maart 1862.
- Félix °Koolskamp 31 augustus 1806. Hij werd notaris en burgemeester in Koolskamp. Hij huwde op 10 juli 1850 met Eugenie Huyghebaert uit Handzame. Zij was de dochter van notaris Norbertus Livinus Huyghebaert en van Maria Francisca Deschrijver. Ze stierf in Koolskamp op 13 september 1851. Felix stierf op 22 maart 1895.
Moeder Anna Catharina stierf in Koolskamp op 23 maart 1809. Ivo Anselmus overleed in Koolskamp op 9 november 1820.
De Plaatsmolen waaide om op 24 oktober 1820, terwijl molenaar Ivo Anselmus de Muêlenaere de molenzeilen aan het spannen was. Hij overleed een veertiental dagen later in Koolskamp op 9 november 1820. Bij de heropbouw werden de teerlingen vervangen door een torenkot en kreeg de molen een dubbele functie, als koren- en oliemolen.
Het gezin van Pierre Jean de Mûelenaere en Theresia Lammens.
Pierre Jean de Mûelenaere huwde op 15 februari 1829 met Theresia Lamsens, °Koolskamp 1 februari 1799. Zij was de dochter van Francis en van Maria de Mûelenaere.
Hun kinderen:
- Henri, °Koolskamp 6 december 1829. Hij werd handelaar in granen en meststoffen in Tielt. Hij huwde met Amazalia Sophia Wauters. Hij stierf op 28 juli 1905.
- Gustavus, °Koolskamp 27 juni 1831. Hij werd brouwer en ook burgemeester in Oostrozebeke. Hij stierf op 26 augustus 1875.
- Edouardus Hypolytus Felicianus, °Koolskamp 25 januari 1833. Hij werd de opvolger molenaar-olieslager op de Plaatsmolen.
- Conrardus, °Koolskamp 27 mei 1835. Hij werd geneesheer en nam de dokterspraktijk over van dokter Charles Van Dorpe in de Brugstraat in Ardooie. Hij huwde met Mathilde Justine Van Massenhove uit Oudenburg. Conrardus stierf in Ardooie op 18 juni 1920.
- Maria Juliana, °Koolskamp 22 december 1841. Ze huwde met Camille Ghislain Ketels uit Torhout die vrederechter werd van het kanton Ardooie. Hij stief in Ardooie op 14 april 1875, Maria Juliana overleed hetzelfde jaar in Ardooie op 7 november.
Pierre Jean overleed in Koolskamp op 21 juni 1883, moeder Theresia in Koolskamp op 10 november 1885.
In de periode 1826 tot 1845 waren er enkele inwonende personeelsleden in dienst, waaronder de dienstknechten Johan Duyvejonck en Jozef Steyaert. Theresia Vanhoorne was dienstmeid en Franciscus Van Huyse was de knecht op de molen.
Het gezin van Edouardus de Mûelenaere en Julia Sophia De Cloedt.
Edouardus de Mûelenaere huwde op 30 juni 1874 in Eernegem met Julia Sophia De Cloedt °14 april 1852. Zij was de dochter van landbouwer Francscius Joannes en van Idonia Vermeersch.
Hun kinderen:
- Julius Joannes Edouardus, °Koolskamp 6 oktober 1875. Hij werd molenaar en handelaar op de Plaatsmolen.
- Conrardus Jan, °Koolskamp 6 april 1877. Hij was dierenarts en vestigde zich in Londerzeeel. Hij stief in Mechelen op 14 oktboer 1944.
- Eugenia Clothilde Florence, °Koolskamp 3à augustus 1879. Ze huwde in Koolskamp op 11 mei 1907 met Augustus Bert, een handelaar uit Wingene. Ze stierf op 25 januari 1949.
Moeder Julia overleed in Koolskamp op 12 augustus 1912, Edouardus in Koolskamp op 18 november 1921.
Het gezin van Julius de Muêlenaere en Victorine Augusta Desmet.
Julius de Mûelenaere werd de laatste molenaar op de Plaatsmolen. Hij huwde op 31 augustus 1910 met Victorine Augusta Desmet °Koolskamp 7 februaeri 1882. Zij was de dochter van Henri en van Melanie Stephanie Dewitte afkomstig van het "Goed ter Straeten" in de Burgerleenstraat. Hun kinderen:
- Julienne Marie Melanie, °Koolskamp 19 mei 1911.
- Clothilde Julia Joséphine, °Koolskamp 17 juni 1913.
- Margaretha Maria Julia, °Koolskamp 29 april 1915.
- Emlienne Bertha Julienne, °Koolskamp 18 juli 1917.
- Leon Jules Edward Jean, °Koolskamp januari 1922.
Julius overleed in Koolskamp op 12 juni 1949, moeder Victorine stierf op 30 maart 1977.
In het laatste kwart van de 18de eeuw werd het naastgelegen woonhuis ingrijpend aangepast.
Volgens de kadastergegevens van 1834 waren de kinderen van Alselmus De Mûelenaere-Vandeputte op als eigenaars. In juni 1836 traden de kinderen uit onverdeeldheid en werd Piere Jean De Mûelenaere de nieuwe eigenaar en uitbater. Hij zou het bijna vijftig jaar blijven. Pierre Jean overleed in 1883.
Zoon Edouard De Mûelenaere-Decloet volgde zijn vader op. Edoard was in 1881 een van de medestichters van de onderlinge maatschappij "De Vereenigde Molenaars" die in Brugge werd opgericht en erin slaagde de verzekeringspremies tegen brand- en bliksemschade te halveren.
Diezelfde Eduardus kocht rond 1891 de Canneytsmolen langs de Tieltsestraat aan en brak hem af, om zo de concurrentie te verminderen.
We zien de molen aangeduid op:
- Fricxkaart (1712)
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen op teerlingen
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).
De molen komt evenwel niet voor op de nochtans nauwkeurige topografische kaart van Philippe Vandermaelen van ca. 1850. Was de molen dan tijdelijk verdwenen?
In 1906 en 1908 werden belangrijke herstellingswerken aan de molen uitgevoerd door de molenmakers gebroeders Coussée uit Meulebeke. Ondermeer werd er een nieuwe ijzeren Verhaegheroede gestoken. Edouard was nog steeds molenaar, maar toch had hij al voorzien dat er voor molenaars moeilijke tijden zouden aanbreken. Hij hield het daarom niet meer bij malen alleen, maar werd ook een belangrijke handelaar in granen en zaden.
Edouard de Mûelenaere-De Cloedt (+1921) werd in 1913 opgevolgd door zijn zoon Jules, die getrouwd was met een dochter Desmet.
Op 16 oktober 1918 werd de molen gedynamiteerd door de terugtrekkende Duitse troepen. De molen werd niet heropgebouwd. Enkel de muren van het torenkot bleven in ruïneuze toestand bewaard tot hun sloop in 2022 voor de aanleg van een woonwijk.
Aan de Zwevezeelsestraat 87 liet de molenaarsfamilie De Mûelenaere in 1875 een nieuwe molenaarswoning optrekken. Deze werd rond 1899 vergroot en uitgebreid met een smidse. Oud-molenaar Eduard De Mûelenaere-De Cloedt liet het volume in 1909-1910 verhogen. Net als het molenrestant, is ook het woonhuis werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed.
Het resterend torenkot is vastgesteld als bouwkundig erfgoed. Toch wordt het in 2021 gesloopt. Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Ardooie besliste op 21 december 2020 een voorwaardelijke omgevingsvergunning te verlenen aan Hybioma nv voor een groepswoningbouwproject voor 62 woningen "Molenhof" met aanleg nieuwe wegenis, op een terrein tussen de Diksmuide Boterweg 22, M. Maertensstraat, Molenstraat en Steenstraat in Koolskamp (Ardooie), kadastraal afdeling 2, sectie B, nrs. 22P, 22S, 35B, 36R, 36Y, 37W, 74K en 75) (Dossiernummer gemeente Ardooie: 2020/132; Projectnummer: OMV_2020080203).
Technische beschrijving
Restant van het torenkot in donkerrode baksteenbouw op aarden molenwal in een weide ten zuidwesten van nr. 6. Conische muren op rond grondplan met twee tegenover elkaar liggende, licht geprononceerde, rondbogige deuropeningen.
Aan de basis heeft de kuip een binnendiameter van ongeveer 7,50 meter met een muurdikte van 0,80 meter. De hoogte van de kuip is ongeveer 3,20 meter. Twee pletstenen van een kollergang zijn tegen de buitenwand geplaatst. Ze hebben een diameter van 1,80 meter en een dikte van 0,37 meter (maatgegevens door Gabriël Houthoofd om 1 juni 1984).
Eigenaars na 1800:
- 1798, verkoop: Pecsteen Jacques
- ca. 1800: De Mûelenaere, te Koolskamp
- voor 1834, eigenaar: De Mûelenaere-Vandeputte Anselmus, de kinderen, te Koolskamp
- 09.06.1836, deling: De Mûelenaere Pierre Jean, molenaar te Koolskamp (notaris De Mûelenaere - graanwindmolen)
- 21.06.1883, erfenis: de weduwe, kinderen en kleinkinderen (overlijden van Pierre Jean De Mûelenaere)
- 27.01.1887, deling: De Mûelenaere-Decloet Eduardus, molenaar te Koolskamp
- 23.11.1912, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Decloet)
- 12.01.1913, deling: a) De Mûelenaere-Desmet Jules (voor naakte eigendom), handelaar te Koolskamp en b) De Mûelenaere Eduardus (voor vruchtgebruik), zonder beroep te Koolskamp (notaris De Mûelenaere - "le moulin et la meunerie existent encore")
- 18.11.1921, einde vruchtgebruik: De Mûelenaere-Desmet Jules, handelaar te Koolskamp (overlijden van Eduardus De Mûelenaere)
- 1949, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Jules De Mûelenaere)
- 2014, eigenaar: De Mûelenaere J., te Koolskamp
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Aanvullende informatie
Charlotte Degezelle, "Verkaveling betekent definitieve einde voor Plaatsemolen, maar molenstenen worden bewaard", Krant van West-Vlaanderen, 23.07.2020.
De restanten van de Plaatsemolen. © Google Street View
Ontwikkelaar Hyboma maakt plannen voor een groot bouwproject met 62 loten op de weilanden tussen de Steenstraat, Diksmuidse Boterweg en de M. Maertensstraat. Hiervoor moeten ook de restanten van de Plaatsemolen verdwijnen, wat voor ongerustheid zorgt in Koolskamp. Burgemeester Karlos Callens (Groep 82) garandeert dat de molenstenen bewaard blijven.
Als het van ontwikkelaar Hyboma afhangt, dan groeit Koolskamp de komende jaren stevig aan. In de schaduw van de watertoren willen zij een nieuwe verkaveling goed voor 62 loten, en met een uitbreidingszone voor achttien loten, realiseren. De nieuwe verkaveling, die Het Molenhof gedoopt werd, zou ontsloten worden via de Steenstraat, Diksmuidse Boterweg en de M. Maertensstraat. De aanvraag van hun omgevingsproject omvat ook de sloop van de restanten van de Plaatsmolen aan de Molenstraat. De Plaatsmolen dateert uit de vijftiende eeuw en was een staakmolen op een torenkot. In 1918 werd de molen gedynamiteerd door de Duitsers en niet heropgebouwd. Vandaag herinneren alleen nog enkele ruïneuze muren en de molenstenen aan de Plaatsmolen en die dreigen straks ook te verdwijnen. Dat valt niet in goede aarde bij een Koolskampenaar die anoniem de pers contacteerde. “In het verleden werden al verschillende gebouwen gesloopt die deel uitmaken van de Koolskampse identiteit. Nu blijkt dat ook de restanten van het torenkot van de Plaatsmolen er moeten aan geloven”, klinkt het. “Een medewerker van het Agentschap Onroerend Erfgoed liet weten dat het aan het gemeentebestuur is om te beslissen of dit blijft of verdwijnt. Maar het is al langer geweten dat er geen erfgoedbeleid gevoerd wordt in Ardooie, waardoor er nog maar weinig zaken zijn die ons herinneren aan het Koolskamp van voor 1977. Ik pleit alvast voor het behoud van de restanten van de Plaatsmolen.”
Beschermen
Burgemeester Karlos Callens (Groep 82) reageert. “Er is vandaag nog heel weinig te zien van de Plaatsmolen. Wij zijn van plan om het bewaren en beschermen van de molenstenen als voorwaarde op te nemen zodat die op termijn een definitieve plek krijgen in de nieuwe verkaveling.” Het openbaar onderzoek omtrent de verkaveling loopt nog tot en met 18 augustus. Tot dan kan er bezwaar ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen. Zij nemen uiterlijk tegen 23 oktober een beslissing in het dossier
Koolskamp - Recent was er de eerste regionale molendag, zeven molens konden bezocht worden in de wijde regio van Tielt. Ook het dorp Koolskamp heeft een uitgebreide geschiedenis van molens. Enkele Koolskampnaren met een neus voor heemkunde vrezen nu dat door een verkaveling de laatste molensporen hier zullen verdwijnen.
De restanten van het ‘torenkot’ van de Plaatsmolen zijn de enige tastbare herinnering aan het feit dat Koolskamp ooit een molendorp met zes molens was. (foto JM)
Zoals ieder dorp heeft ook Koolskamp een rijke geschiedenis van molens. Niet minder dan zes molens stonden in het verleden op grondgebied Koolskamp. De Hoogakkermolen (Lichterveldsestraat ter hoogte van huis nr. 99), Van Canneytsmolen (Tieltstraat ter hoogt van huis nr. 21), de Ayshove molen (Oude Ardooiestraat), de Vuilpannemolen (Lichterveldsestraat ter hoogte van huis nr.96), de Olierosmolen (Zwevezeelsestraat 76) en als laatst de bekendste, de Plaatsmolen (Steenstraat-Molenstraat bij de watertoren).
Van vele van deze molens is jammer genoeg geen spoor meer zichtbaar en valt het in het landschap niet op dat er ooit een molen heeft gestaan. De enige molen met nog mooi bewaarde, zichtbare restanten is de Plaatsmolen.
De geschiedenis van deze molen gaat terug tot in de 15de eeuw en werd beëindigd in 1918 toen de molen, samen met de kerk, werd gedynamiteerd door de terugtrekkende Duitsers. De restanten zijn tot op vandaag zichtbaar en doen ons herinneren aan het oude Koolskamp. Bijgevolg maken deze restanten van het torenkot van de ‘Platsemeulen’ onlosmakelijk deel uit van de identiteit van Koolskamp.
62 woningen
In het verleden werden al verschillende gebouwen gesloopt die deel uitmaken van de Koolskampse identiteit. Denk aan het oude gemeentehuis (brouwerij Schotte) in de Kloosterstraat, de pastorie in de Lichterveldsestraat, de onderpastorie in de Ardooiestraat, het huis Lammsens samen met het voormalige klooster in de Kloosterstraat, de molenaarswoning in de Zwevezeelsestraat,… In de toekomst wordt het huis afgebroken naast de voormalige onderwijzerswoning in de Lichterveldsestraat (nr. 22) en moet de gemeenteschool uit de Klaverstraat die net voor de fusie werd opgetrokken, ook gesloopt worden.
Nu blijkt dat ook de restanten van het torenkot van de Plaatsmolen er moeten aan geloven! Uit een archeologienota van het Agentschap van Onroerend Erfgoed blijkt dat de restanten plaats moeten maken voor een verkaveling van maar liefst 62 woningen! De restanten zijn enkel vastgesteld op de inventaris Onroerend Erfgoed en niet beschermd. Een medewerker van het Agentschap Onroerend Erfgoed liet dan ook weten dat het aan het gemeentebestuur is om te beslissen of dit blijft of verdwijnt.
Geen erfgoedbeleid?
En daar wringt het schoentje. Het is al langer geweten dat er geen erfgoedbeleid gevoerd wordt in Ardooie. De gemeente maakt bijvoorbeeld ook geen deel uit van de projectvereniging BIE die de gemeente begeleid en inzet op erfgoed. Dit terwijl alle omliggende gemeentes (Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Lichtervelde, Moorslede, Roeselare en Staden) hier wél deel van uitmaken. Als ook deze laatste restanten van de Plaatsmolen verdwijnen, wordt opnieuw een stukje van de eigenheid van Koolskamp ontnomen en zijn er nog maar weinig zaken die ons doen herinneren aan het Koolskamp van voor 1977.
"Adriaan Linters, heeft een link gedeeld", Facebook, 29.07.2019.
KOOLSKAMP: laatste resten van Plaatsemolen dreigen te verdwijnen
Ontwikkelaar Hyboma maakt in deze deelgemeente van Ardooie plannen voor een nieuwe verkaveling, die sarcastisch ‘Het Molenhof’ gedoopt werd , op de plek waar zich nu de laatste resten van de Plaatsemolen bevinden.https://www.hln.be/.../verkaveling-betekent-definitief.../
De eerste sporen van de molen dateren uit de 15de eeuw. In 1918 werd de molen gedynamiteerd door de Duitsers en niet heropgebouwd. De betekenis ervan is dus dubbel, enerzijds als herinnering aan de molengeschiedenis, maar ook als een herinnering aan de Eerste Wereldoorlog. Een 'lieu de mémoire'. Waarom kan zo'n element niet geïntegreerd worden binnen de ruimtelijke planning ? De gemeente kan zoiets opleggen als voorwaarde voor het verlenen van een vergunning, maar houdt haar burgers nu een schaamlapje voor. "De molenstenen zullen bewaard blijven"...
Verkaveling betekent definitief einde voor Plaatsemolen, maar molenstenen worden bewaard
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Gemeentearchief Ardooie
- Sanderuskaart (1641)
- Fricxkaart (ca. 1712)
- Ferrariskaart (ca.1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, Brugge, 207: Mutatieschetsen, Koolskamp.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, Brugge, 208. (1834): primitieve plannen, leggers en mutatieschetsen.
- Persoonlijk archief Martin Callens (Ardooie), bidprentjes.
- Persoonlijk archief Lieven Denewet (Hooglede).
Gedrukte bronnen
- Gazette van Gend, 1798 (exemplaar in Universiteitsbibliotheek Gent).
- De Flou K., "Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu", Deel II, Brugge, 1921, kolom 1037.
Werken
- Callewaert André, "Koolskamp... en Princes Lilian, tweede echtgenote van Koning Lepold III", Jaarboek vande Heemkundige Kring Ardooie-Koolskamp, nr. 6, 2010.
- de Mûelenaere F.-A., "Histoire généalogique des de Mûelenaere de Koolskamp", 1989 (p. 134: Ivo de Mûelenaere: "Décédé le 9 novembre à Koolskamp tombé accidentellement du moulin alors qu'il tenait la voile")
- Dendooven L., Dit is West-Vlaanderen. Steden, gemeenten, bevolking, 1960, p. 799.
- Denewet Lieven & Luc Goeminne Luc, "Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke (1881-1911)", Molenecho's, jg. 22, 1994, 3-4 (speciaal themanummer 7), p. 232-233.
- "De Plaatsemolen te Koolskamp", in: Curiosa, 47ste jg., nr. 469, nov. 2009, p. 29-30.
- Devliegher Luc, "De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9)
- Houthoofd Gabriël, "De verdwenen windmolens van Koolskamp", Jaarboek van de Heemkundige Kring Ardooie-Koolskamp, nr. 12, 2016, p. 85-99.
- Huys Paul, "Molenadvertenties in de "Gazette vanGend" (jaargang 1798)", Molenecho's, 2015, 4.
- Santy P. & Boone B. m.m.v. G. Callaert Gonda, "Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ardooie met deelgemeente Koolskamp, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL44", 2010.
- Van Acker Lucien, Vervenne Alban & Callewaert André, "Geschiedenis van Koolskamp", Koolskamp, 1996.
- Vermeulen Edward, Nalatenschap, Roeselare, 1964, p. 64.
- Vervenne Alban, "Oude hoeven en hun bewoners te Koolskamp", Ardooie, 1997, p. 56-62.
Persberichten
- Degezelle Charlotte, "Verkaveling betekent definitieve einde voor Plaatsemolen, maar molenstenen worden bewaard", Krant van West-Vlaanderen, 23.07.2020.
- Maeseele Jan, "Restanten van Plaatsmolen bedreigd door komst van verkaveling. Exit laatste molensporen?" Krant van West-Vlaanderen, 07.08.2020.