Armenmolen
Westmolen
De oudst bekende korenwindmolen van Westkapelle stond in het 49e Reig. Blijkens het citaat uit 1333 was de molen in de 14e eeuw vercijnst aan de ,,aerme lieden”, d.w.z. de Armendis. Door zijn ligging ten westen van de kerk van Westkapelle werd hij ook Armermolen genoemd. De staakmolen is in de godsdiensttroebelen vernield. Daar staat huis Waterstraat 4.
AERMERMOLEN: ,,in Waescapelle, ende beoosthalf den weghe die loopt voor der aermerlieder muelne” (1333) De Flou T, 130; ,,vanden heereweghe die loopt te Armermuelne waert (f° 444v°); ,,Boudin f. Boudin Weytemans (18 R), ende es de wal onder der Aermermuelne” (1447) KOO, A 8, f°466r°; ,,anden heerwech die loopt ter Aermermuelne” (1451) ABB, A 190, Renten SD, f° 80 r°; ,,west van der Aermermuelne, in een tieghenoode ghenaemdt den Paddenaerdt” (1531) ABB, A 192, Renten SD, f0 184ro; ,,in Westcapelle, west vanden Aermemuelne” (1594) De Flou T, 130.
WESTKAPELSE MOLEN A: ,,west vander kercke, ende oost vander muelne” (1512) (Rijskarchief Brugge, Charter, blauw nr 5238); ,,den heerwech beghinnende ande muelen van Waestcappelle, streckende vandaer westwaert naer Spetewinters huelbrugghe” (1538) Reig 1538-39, fo 14vo; ,,den heerwech by Waestcappelle muelen” (1544) Reig 1544-45, f° 10 r°; ,,Mynheer van Maldeghem over Mynheer van Lembeke, den muelenwal daer de meulen van Waestcappelle op staet” (1576) Wat. 717, fo 352ro; ,,de huele ande Westcappelle muelne” (1599) Reig 1599-1660, f° 10r°; (ader) ,,byde houde muelene in Wastcappelle” (1637) Reig 1637-38; f° 11 r°; ,,18 R, wylent den molewal van Westcappelle, als nu geplaneert met een huysken op staende daer Jacob de Grave by cheinse woont (nota 1767) RV 15993, Omm. Reig, fo 342ro. De Aermermolen was blijkbaar de belangrijkste molen van Westkapelle.
WESTMOLEN: ,,west van der kercke, ende oost vander muelne” (1512) Charter, blauw nr 5238; ,,den heerwech die naer de Westmuelenwal loopt” (1648) Proostse 161, f° 139r°; ,,la motte du moulin appelle le Westmuelenwal, ou jadis estoit erige le Westmoulin” (1648) Oud Kerkarch. 416, Ligger Tienden, f° 69v°. Idem als Aermermolen die 1 km ten westen van de kerk stond.
WESTMOLEN: ,,west van der kercke, ende oost vander muelne” (1512) (Rijksarchief Brugge, Charter, blauw nr 5238); ,,den heerwech die naer de Westmuelenwal loopt” (1648) Proostse 161, f° 139r°; ,,la motte du moulin appelle le Westmuelenwal, ou jadis estoit erige le Westmoulin” (1648) Rijksarchief Brugge, Oud Kerkarchief 416, Ligger Tienden, f° 69vo. Idem als Aermermolen, die 1 km ten westen van de kerk stond.
MOLENWEG A: (perceel in het 23e Reig) ,,andt muelenhuelkin... ende up de westside van desen stick licht den muelenwech (f° 12v°); den muelenwech int 51e beghin der waterynghe vangroot Reygarsvliet” (1553) KFW 17, f° 65 v°; ,,dreve ofte muelenwech” (1576) Wat. 717, f° 169r°; ‘verdonckerden meulewegh’ ca. 1780) Mestdagh, nr 1909 A. Van de Kalveketedijk uit kon men de Westmolen bereiken langs een landweg, die vertrok bij het Hof ten Poele, en door het 23e en 49e Reig liep. Anderzijds kwam een wegje uit Oostkerke, dat door het 51e en 43e Reig passeerde.
MOLENHOEK A: ,,den muelenhouck van Waestcapelle” (1628) ABB, H 81, Ligger Tienden, fo 4ro; ‘den meulenhouck’ (1694) RPW 1694-95, f°9v° Die tiendensectie omvatte het 50e Reig, en het deel van het 49e Reig waarin de Westmolen stond.
MOLENPAD: ,,de kercke ende den muelenpadt in 50 beghin der watringhe van Reijgarsvliete... daer de kercstie in licht” (1553) KFW 17, Ligger, f° 7v° en 60 v°. Die wegel liep van de Westweg naar de Westmolen. Het deel in het 50e Reig bestaat nog.
M. Coornaert
M. Coornaert, Westkapelle en RamskapelIe - De geschiedenis, de topografie en de toponimie van Westkapelle en Ramskapelle, met een studie over de Brugse Tegelrie. Tielt 1981.
M. Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
J. Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in Rond de poldertorens, jg. 47, nr. 2, 2005.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.