Molen op de Grevenberg
Groenmolen
1,2 km W v.d. kerk
kadasterperceel C148
Deze houten korenwindmolen stond buiten de dorpskom op de Grevenberg, een aanzienlijke hoogte, en beheerste de vlakte tussen Erps-Kwerps, Steenokkerzeel, Berg en Kampenhout.
De molen stond bekend als “Groenmolen” omdat, zo beweerde de laatste maalder, hij gemaakt werd van groen of nat hout dat enkele dagen te voren gekapt was geweest in het bos.
De molen werd opgericht door Karel Michiels, griffier van Nederokkerzeel, bij octrooi van 18 november 1686 en mits een jaarlijkse cijns van 21 pond artois aan de Domeinen.
Op een staakijzer bevond zich het jaartal 1687. Op een steen was 1751 gegrift.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: de Wargny-van den Brande de Reeth ridder Victorien, te Mechelen
- 10.06.1849, erfenis: de weduwe en de kinderen (ovelrijden van Victorien de Wargny)
- 09.07.1850, gift: Van den Brande de Reeth-de Wargny Felix Florimodus Aloïs, eigenaar te Mechelen (notaris Dams)
- 10.10.1866, verkoop: Verstraeten-Decoster Petrus, landbouwer te Nederokkerzeel (notaris Verhaegen)
- 28.02.1882, erfenis: a) Verstraeten Petrus, landbouwer te Nederokkerzeel en b) Verstraeten Christina, zonder beroep te Nederokkerzeel (overlijden van Petrus Verstraeten)
- 05.11.1887, deling: a) Verstraeten-Rigo Joannes Mattheüs, landbouwer te Berg en b) Vanderhulst-Verstraeten Franciscus Edmondus, landbouwer te Nederokkerzeel (notais Coen)
- 02.11.1888, verkoop: Verstraeten-Rigo (later gehuwd met Vancaster) Jan Mattheüs en kinderen, landbouwer te Berg (notaris Coen)
- 03.10.1907, verkoop: Smets-Smets Jozef, molenaar te Nederokkerzeel (notaris Everaert)
- 18.05.1920, verkoop: Verbist-Nijs Philibert, molenaar te Nederokkerzeel (notaris Demeyer)
Sinds 1866 had Petrus Verstraeten de molen in eigendom en na hem zijn zoon Jan. In 1882 werd de molen verhuurd aan Daniël Uiterhoeve afkomstig van Veltem, die het jaar nadien overleed. De weduwe hertrouwde met de maaldersgast Peeters, de latere burgemeester van Nederokkerzeel, en ging wonen op de watermolen te Nederokkerzeel.
Jozef Geboes, maalder te St.-Adriaan bij Haacht en geboren te Oedelem, volgde in 1883 Uiterhoeven op. In 1907 kocht Jozef Smets, afkomstig van Wiekevorst, de molen van Jan Verstraeten en zette het bedrijf aldaar voort.
In het begin van 1915 wilden de Duitsers de molen in brand steken, maar lukten daar niet in. In 1920 verkocht Jozef Smets zijn molen met molenhuis aan Filibert Verbist, afkomstig van Nederokkerzeel.
De molen werd door de brand vernield op 25 april 1931. Om half tien 's avonds liep de molenas warm en de hele molen stond in vuur en vlam. Het bijbehorend molenhuis dateerde van 1817.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
René Puttemans, "De Windmolens uit het Vilvoordse (rechter Zenneoever)", in: Eigen Schoon en De Brabander, jaargang XIV, 1931, pp. 276-277 (Nederokkerzeel Windmolen)
Teenemaal buiten de huizenkring der dorpskom op een aanzienlijke hoogte verhief zich, tot voor enkele maanden, de windmolen en beheerste de vlakte, die tussen Erps-Kwerps, Steenokkerzeel, Berg en Kampenhout wijd open ligt. De molen werd opgericht, op de Greverberg, door Karel Michiels, griffier der gemeente, bij octrooi van 18 Nov. 1686 en mits een jaarlijkse cijns van 21 pond artois aan de Domeinen (Beschrijving van Nederokkerzeel, door Coen, gem.-sekretaris).
Op een staakijzer bevindt zich het jaartal 1687. Op een steen is gegrift 1751. De molen staat bekend als “Groenmolen” omdat, zo beweert de maalder, hij gemaakt werd van groen of nat hout dat enkele dagen te voren gekapt geweest was in ’t bos. Rond de jaren 1840 had Petrus Verstraeten de molen in eigendom en na hem zijn zoon Jan. In 1882 werd de molen verhuurd aan Daniël Uiterhoeve afkomstig van Veltem, die het jaar nadien overleed. De weduwe hertrouwde met de maaldersgast Peeters, ten huidigen dage burgemeester der gemeente, en ging wonen op de watermolen te Nederokkerzeel. Het was Jozef Geboes, maalder te St.-Adriaan bij Haacht en geboortig van Oedelem, die in 1883 Uiterhoeven opvolgde. In 1888 kocht Jozef Smets, afkomstig van Wiekevorst, de molen van Jan Verstraeten en zette het bedrijf aldaar voort. In ’t begin van 1915 hebben de Duitsers de molen willen in brand steken doch het is dank aan het kranig optreden van de maalder, dat de schilderachtige windmolen nog, tot voor enkele maanden, de bewondering van menig bezoeker afdwong. In ’t jaar 1920 verkocht Jozef Smets zijn molen met molenhuis aan Filibert Verbist afkomstig van Nederokkerzeel. De molen van Nederokkerzeel werd door de brand vernield op 25 April laatstleden; te half tien ’s avonds liep de as warm en het ganse gevaarte stond weldra in lichtlaaie vlam.
(afbeelding: tekening R. Puttemans)
René Puttemans, "De Windmolens uit het Vilvoordse (rechter Zenneoever)", in: Eigen Schoon en De Brabander, jaargang XIV, 1931, pp. 276-277 (Nederokkerzeel Windmolen)
Coen, Beschrijving van Nederokkerzzel
Jos Lauwers, "Geschiedenis van Berg, Buken, Kampenhout en Nederokkerzeel", p. 733-734.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.