Molenzorg

Zulte, Oost-Vlaanderen


Prentkaart kort voor 1899. Verzameling Ons Molenheem
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Kapellemolen
Parochiemolen
Molen De Stoop

Ligging
Looierijstraat 133
9870 Zulte

westzijde
vroegere Molenweg
kadasterperceel B85


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Gebouwd
voor 1557 / voor 1649
Verdwenen
ca. 1580, oorlog / 1899, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Kapellemolen of Parochiemolen was een staakmolen aan de westzijde van de Looierijstraat (nr. 133), de vreogere Molenweg.

Hij werd voor 1557 gebouwd en werd, na zijn vernieling op het einde van de 16de eeuw, in het begin van de 17de eeuw herbouwd.

Aanvankelijk was de molen enkel als korenmolen ingericht, met naderhand twee steenkoppels. Voor 1830 werd de molenkast op een torenkot. De staak werd doorboord, zodat via een "standaard" of een "kletser" in het torenkot een koppel pletstenen en drie persladen konden aangedreven worden.

We zien hem aangeduid op:
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1748) met het symbool van een staakmolen als "Moulin"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen als "Moulin de Zulte"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1845) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen, zonder benaming
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) als "Kapel-Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) als "Kapel Molen".

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: De Stoop François, moelnaar te Zulte
- later, erfenis: de erfgenamen: a) De Stoop François, molenaar te Tielt, b) De Stoop Charles Louis, molenaar te Zulte, c) De Stoop Jean, winkelier te Tielt, d) De Stoop Clement, molenaar te Tielt, e) De Stoop Pierre, molenaar te Tielt en f) De Stoop Isabelle, landbouwster te Deerlijk (overlijden van François De Stoop)
- 26.01.1844, deling: De Stoop Francis Auguste, molenaar te Tielt (onderhandse akte)
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Francis De Stoop)
- 24.11.1853, deling: De Stoop-Van de Kerckhove Charles Louis, molenaar en olieslager te Zulte
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Charles Louis De Stoop)
- 02.06.1898, deling: a) De Stoop-De Ruyck Emiel (voor vruchtgebruik), landbouwer te Zulte, b) De Stoop Odila (voor 1/3 naakte eigendom), c) De Stoop Albertina (voor 1/3 naakte eigendom) en d) De Stoop René (voor 1/3 naakte eigendom) (notaris De Vylder)

Op vrijdagnamiddag 13 juni 1890 werd C. Maes, ketser bij molenaar Emiel De Stoop, gegrepen tussen de kamwielen. Hij was bezig met malen en had een zak graan in de molen uitgegoten, toen hij plots door de kammen van de wielen werd meegesleept en rondgeslingerd. Toen men op zijn hulpgeroep toesnelde, was hij "een afzichelijke kloop vleesch" en gaf geen teken van leven meer. Volgens het verslag van de Gazette van Brugge moest men "de brokken en stukken van zijn lijk in twee zakken" doen.

Emiel De Stoop liet de windmolen in 1899 slopen en vervangen door stoomkracht.

Olieslager Emiel De Stoop liet in 1900 zijn molenaarswoning aan de overzijde van de straat (nr. 134) uitbreiden en met één bouwlaag verhogen. Hij vergrootte ook het bedrijfsgebouw en richtte hem in als koren- en oliestoommolen. In 1921 werd het bedrijf eigendom van handelaar Verhaest en werd het bedrijfsgebouw opnieuw vergroot en herbestemd als stoomvermicelfabriek. In 1945 wordt de familie A. Lefevre-Van Thuyne eigenaar. Zij splitsten de woning op in twee wooneenheden. Het bedrijfsgebouw werd heringericht als leerlooierij Altan. De gebouwen zijn opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, ma. 16 .06.1890 (97ste jg., nr. 72), p. 2, kol. 4.
Op vrijdagnamiddag 13 juni 1890 werd C. Maes, ketser bij molenaar De Stoop, gegrepen tussen de kamwielen. Hij was bezig met malen en had een zak graan in de molen uitgegoten, toen hij plots door de kammen van de wielen werd meegesleept en rondgeslingerd. Toen men op zijn hulpgeroep toesnelde, was hij "een afzichelijke kloop vleesch" en gaf geen teken van leven meer. Men moest de brokken en stukken van zijn lijk in twee zakken doen.

De Denderbode, 22.06.1890
Een afgrijselijk ongeluk is te Zulte in den windmolen van den heer De Stoop voorgevallen. De genaemde Maes is tusschen de tandwielen van den molen gevat en werd letterlijk het hoofd vermangeld ...

Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (74).
Zulte
De Leieloop volgende, of beter de Gentsche baan, komen we aan d'herberge "De Klokke" waar dichte bij de Kapelle Molen stond.
't Was een torrekot, met geboorde staak en kletser, werkte beneen koeken en zaad met een koppel pletsteenen en drie laên; boven met twee koppels maalsteenen.
Ze werd door Emiel Destoop, die mulder en stamper was, afgebroken in 1892 en door stoomkracht vervangen.
Verraes kocht het gedoe en stichte er eene ameldoncknijverheid.  Heden is het enkel landbouwuitbating.

Literatuur

Archieven
Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Zulte, 1e afdeling, Sectie B, 1899/7, 1900/4, 1921/1, 1945/7.

Landkaarten
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1748) 
- Ferrariskaart (ca. 1775) 
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1845) 
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp 

Gedrukte bronnen
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, ma. 16 .06.1890 (97ste jg., nr. 72), p. 2, kol. 4.
De Denderbode, 22.06.1890

Werken
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (74).
Luc Goeminne, Maurits Van de Putte & Lieven Denewet, "Verzet tegen de bouw van een tweede windmolen te Zulte in 1557", Molenecho's, jg. 14, 1986, 1, p. 15-21.
Luc Goeminne & Maurits Vandeputte, "Structuur en terminologie van de windmolen te Zulte in de 17e eeuw", Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke, Jaarboek Waregem, 8, 1980, p. 141-154.
Luc Goeminne, "Pachtcontract van de windmolen te Zulte in 1649", Heemkundige Kring Zulte, jaarboek 2008-2009, p. 44-45.
Bijdragen tot de geschiedenis van Zulte, Zulte, 1976.
F. De Potter & J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 8, Gent,1864-187.
Zulte in oude prentkaarten, Zaltbommel, 2 dln., 1972-1974.
F. Willemijns, Rond de molen en "het Franse klooster" te Zulte, Bijdragen tot de geschiedenis en de folklore van Zulte, 1990, p. 83-95.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2, p. 168 (Gent, 1962).
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten U-Z", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", Opwijk, 2008.
L. Goeminne & M. Vandeputte, “De bevolking van Zulte in de Late Middeleeuwen”, Jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke (Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke Waregem), jg. 26, 1998, p. 217-234.
M. Vandeputte & L. Goeminne, “Bevolking en grondbezit te Zulte in de 16e eeuw”, Bijdragen tot de geschiedenis en de folklore van Zulte (Geschied- en Heemkundige Kring Zulte), 1996-1997, p. 86-98.
R. De Clercq, M. Vandeputte & L. Goeminne, “Bevolking en grondbezit in Zulte in de 17de eeuw”, Bijdragen tot de geschiedenis en de folklore van Zulte, 2002-2003, p. 117-140.
L. Goeminne & M. Vandeputte, “De bevolking van Zulte in 1695”, Jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke (Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke Waregem), jg. 25, 1997, p. 461-469.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 1 april 2018

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens