Quaeden Molen
Het Zwaantje
op de Grote Molenbeek (Malderse beek, Marselaerbeek)
De Quaeden molen (later herbert Het Zwaantje) was een watermolen, gelegen op de Grote Molenbeek (Malderse beek, Marselaerbeek), hoorde bij het Hof van Marselaer te Malderen en werd reeds in 1312 vermeld. Toen zijn eigenaar, Jan Van Marselaer, in 1390 op de Kleine Molenbeek (Coevoetbeek) de "modernere" Koevoetmolen liet bouwen en gedurende bepaalde tijden van het jaar het water van de Grote naar de Kleine Molenbeek mocht afleiden, kwam de rentabiliteit van de Quaeden Molen in het gedrang. Na vele disputen, door Jozef Verheyden, beschreven in "het Hof van Marselaer te Malderen in de 17de eeuw", werd er kort voor 1660 een einde gemaakt aan het malen. De herberg 'Het Swaentjen' kwam er voor in de plaats. Tussen 1664 en 1672 werd het molenwerk ontmanteld.
De molen is altijd eigendom van de heren van Marselaer geweest. Als molenaars kennen we: Jan Zegers (circa 1629), Steven Verhavert (tot 1654) en Philips De Boeck uit Sint-Amands, die er de laatste maalder was (1654-1659).
Louis DE BONDT
Louis De Bondt, De molens van Londerzeel, Malderen en Steenhuffel, op: http:// users.telenet. be/Londerzeelvroeger/Molens.htm (Louid De Bondt)
M.A. Duwaerts e.a., De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Alfons Moeyersons, De Molens van Londerzeel, in: Tijdschrift van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Londerzeel, 2004, nr. 1, p. 3-18.
Marcel Slachmuijlders, Kroniek van Londerzeel
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.