Herfelingen (Herne), Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Molen van Ter Rijst, Molen van Terrest, Terlindenmolen, Molen te Risoor, Molen van Schiebeke
- Ligging
- Terlindenstraat
1540 Herfelingen (Herne)
bij Hof Ter Rijst
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Gebouwd
- voor 1335 / voor 1719
- Verdwenen
- 1912, sloop
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 2971
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen ter Rijst of Molen van Terlinden was een houten graanwindmolen bij het Hof ter Rijst in de huidige Terlindenstraat. Hij werd voor het eerst vermeld in 1335. In 1320 werd een "Jehan dou Meulekin" geciteerd als schepen van het Kestergewoud. Het verwijst mogelijk naar de molen ter Rijst, ofwel naar de molen ter Waarde in Oetingen.
In 1448 werd molenaar Yehan le Molnier geciteerd. In 1482 werd de molen door de heer van Edingen in leen geschonken aan de heer van Ter Rijst.
Bij de verhoging van de rechtsmacht van Vander Noot door Pierre II de Luxembourg, heer van Edingen, zijn er meldingen van molens. Misschien was er buiten de houten molen van Terlinden een watermolen op de Haerebeek. In de Molenstraat, nabij de Vier Armen stond vroeger een windmolen, die aan het Kasteel toebehoorde. De leenheer van Edingen, vóór de Franse Omwenteling, had recht op het derde van de winst van de molen van Te Rijst, zonder verplichting te moeten tussenkomen in de kosten van eventuele herstellingen.
Het overlijdensregister van Heikruis meldde in mei 1602 het overlijden van Adriaan van Buercht, mulder van Te Rijst.
Gedurende de slag van Steenkerque op 3 oogst 1692 (tussen de Maarschalk van Luxemburg voor Louis XIV van Frankrijk, en de Prins van 0ranje met Willem III van Engeland), had een Frans Kapitein der Karabi- niers een observatiepost op de houten molen.
In 1719 is Jan Baptiste Orins, gehuwd met Adriane Daminet, zoon van de maalder van Tollembeek, vermeld als maalder van "Risoir". Het betreft hier een zoon van de maalder van de “Oude Molen", rond 1629 opgericht te St Pieters Kapelle (grens Tollembeek), door Adriaen van der Swaelmen, mulder te Geraardsbergen. De andere molens van Tollembeek zijn maar na 1721 opgericht. De oudste molens aldaar waren watermolens : Wielant 1474 en Heetvelde 1575; sommige waren reeds verdwenen zoals Schiebeek 1259 en Mottinge 1474.
In 1728 werd de derde winst door de Hertog van Arenberg verkocht aan de heer De Kempis. In 1719-1723 was Jan-Baptist Orins er molenaar. Op 6 februari 1731 werd J.B. Orins aIs peter genoemd "moliter in mola du Risoir". Hij was gehuwd met Anna Agneesens uit Heikruis, zij staat vermeld als meter met titel: "uxor molitoris in Risoir". Oudere van dagen weten nog dat een Jozef Orins mulder was op Te Rijst. Hij gaf het op om in Pepingen-Trop te gaan wonen. Na hem kwamen de maalders Van der Houdelinghen en Van Lieferingen en na deze Jozef Geeroms, gehuwd met de zuster van de toenmalige veldwachter Bosmans.
Deze molen noemde men ook de molen van Schiebeke. In 1742 stierf te Tollembeek Phillipus VAN LIERDE ex Borchtlombeek, 40 jaar en "molitor in Sc hiebeke".
Tot in 1860 was er voor de pachters van de heren van Te Rijst verplichtingen om hun tarwe, koren, haver en zwijnaard op de molen van Te Rijst te laten malen. (Pachtbrief o.a. van Jerôme Plaisant).
In 1896 kocht Geeroms de molen af van Burggraaf Jolly.
De houten molen kreeg in 1906 nog een nieuwe stalen molenroede (fabrikaat Verhaeghe, Ruddervoorde), maar werd in 1912 afgebroken. Volgens advertenties in De Belgische Molenaar 13 januari en 16 maart 1912 werden de afbraakmaterialen alsdan te koop aangeboden.
Men maalde van dan af met "moteur". Na Geeroms volgde Cornet, bijgenaamd "Pater". Zijn echtgenote was een dochter van de maalder Van den Schrieck van de Caronjemolen te Herfelingen. Na 1930 werd de maalderij eigendom van Nestor Simons. Hij vergrootte en verbeterde huis en maalderij. Het Hof ter Rijst wordt thans (2014) als eetgelegenheid uitgebaat.
Literatuur
Archieven
- Arenbergarchief Kapucijnen Edingen, SEM 49 en 234.
- Arenbergarchief Kapucijnen Edingen, SEB Heikris 1.
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Arenbergfonds, D 53 S 816, f° 35r.
Werken
- J.-F. Vinckx, "De Molens van ’t Payottenland, in: Eigen Schoon en De Brabander, XIV 7, 1931, 7, p. 184 (Herfelingen Molen "Te Rest")
- De Belgische Molenaar, I, 1906, 1, p. 4 (advertentie geleverde molenroede van Verhaeghe, Ruddervoorde)
- De Belgische Molenaar, VII, 1912, nr. 3 van 13 januari, p. 2 en nr. 12 van 16 maart, p. 7
- Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991;
- M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
- Bernard Roobaert, "Overzicht van de molens van de streek van Edingen met hun oudste vermeldingen", Molenecho's, XXIV, 1996, nr. 3-4, p. 116-180;
- Bernard Roobaert, "Een overzicht van de molens van het Oude Land van Edingen en hun oudste vermeldingen", in: "Het oude Land van Edingen en Omliggende, Herne, jg. XXI, 1993, nr. 2, p. 97-133.
Mailberichten
- Johan De Punt, Mere, 12.04.2023.