Molenechos's Homepage Molenechos.org

Diksmuide, Vlaanderen - West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Kattemolen, Molen Loncke
Ligging
Oostvesten
8600 Diksmuide
oostzijde
bij kruispunt met het Invaliedenplein (vroegere Zwijnsmarkt)
stadspark
200 m NO v.h. centrum
kadasterperceel A93
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1613 / 1824
Verdwenen
1824 - 1 oktober, ingestort / 1895, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, schorsmolen
Bescherming
niet,
Database nummer
3163
© Foto coll. Herman Demoen, Diksmuide.

Beschrijving / geschiedenis

De "Kattemolen", later ook bekend als Lonckes molen, was een houten korenmolen (later ook oliemolen) aan de oostzijde van de Oostvesten, bij het kruispunt met het Invaliedenplein (de vroegere Zwijnsmarkt), op de vroegere oostelike stadsomwalling (de Oostvesten), op 200 meter ten noordoosten van het stadscentrum.

"Katte" verwijst naar een term uit de vestingbouw, nl. een ruitvormige uitsprong, een bastion. Hierop werd vaak, hoog en volop in de wind, een molen gebouwd. De volksmond hield het liever bij een kat, een poes, door de molenaars geliefd als onvermoeide jager op muizen in hun paradijs van graan en meel. Een katfiguurtje was daarom niet zelden het embleem voor het windhaantje boven op de molen.

Enkele vermeldingen:
- Catte meulenwal (1626)
- Cattemeulen (1661)
- Katte-molen (1808)

Toen na de eerste wereldoorlog de Oostvesten(straat) en het Drooghof (een schamele wijk tussen het Invalidenplein en de Grauwe Broedersstraat) met elkaar verbonden en rechtgetrokken werden, moest daarvoor ongeveer 1/2 van de molenberg afgegraven worden. Het heuveltje in het park aan de kant van de Oostvesten is al wat er nog van rest.

De Kattemolen werd voor 1613 gebouwd. We zien hem op een plan van 1613. De stadsrekening van 1626 vermeldt immers dat Jan Poot in dat jaar aan de stad een rente betaalde voor zijn huis gebouwd "up stadserve an de catte meulenwal". In oorlogs- en bezettingstijden waren vooral vestingmolens een kort leven beschoren. Ze moesten plaats maken voor allerlei geschut. Zo toont het stadsplan van Diksmuide in Sanderus' Flandria Illustrata (ca. 1643) op de plaats van de Kattemolen een dreigend kanon...

In de stadsrekeningen van 1752 en 1773, meer bepaald in een rekening over de "gedemolierde vesten", werd gemeld dat molenaar Loncke een "hovenierhoveken" tussen de Noord- en Oostpoort in cijns had gekregen voor 25 jaar voor een jaarlijks bedrag van 6 pond parisis.

We vinden de molen aangeduid op:
- Plan van Diksmuide (1613)
- Figuratieve stadsplan van Martinus Haecke (1716) (stadhuis Diksmuide)
- Kopie van de "Caerte Figurative van de stadt van Dixmude" (1752-1753)
- Ferrariskaart van ca. 1775, met het bruin symbool van een staakmolen
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)

In 1808 werd Lonckes molen te koop aangeboden (zie bijlage). De verkoop ging evenwel niet door en de molen bleef in handen van de familie In ieder geval, in 1816 maalde Joannes Loncke (1767-1852) op de Kattemolen, daarbij geholpen door zijn zoon, eveneens Joannes genoemd (°1792 - gestorven in zijn molen 1854; dat laatste wijst sterk op een ongeval).

De aankondiging van de verkoop in de Gazette van Brugge (1808) geeft ons een idee hoe die molen er uitzag: "... eenen schoonen grooten en wel gekalanten koorn-windmolen genaemd den katte-molen zoo ten dienste van alle slag van graenen en schorse vorzien van dry paer steenen, met rosse-kot en remise beyde gestaen op circa 5 aren 90 centiaren lands onder molen-wal en hoveniershof beplant met doornhaegen gelegen 't eynden de Zwijne-markt op de Oostvesten der stad Dixmuyde".

Joannes Loncke (vader) was geboten te Diksmuide in 1767 en overleed er in een huis op het Schoolplein in 1852. Zijn zoon Johannes (jr.) was ook geboren in Diksmuide, en dit in 1792. Hij stierf op zijn molen in 1857.
De zoon van Joannes (jr.), Amand, was ook molenaar. Hij werd geboren in 1824, ook in het huis van de Oostvesten.

Molenaar Jonnes Loncke jr. bleek heel sterk te zijn. In de "Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaenderen" van vrijdag 1 maart 1816 staat te lezen: "Heden heeft men alhier blijk gezien van buytengewoone magt. Eenen zekeren Joannes Loncke zoon, molenaer tot Dixmuyde, eene wedding gedaen hebbende van te draegen op een distantie van 300 voeten (ca. 100 meter) gaen en keeren, eene quantiteyt van elf spynden terwe, wegende 684 ponden (ca. 293 kg), heeft tot groote verwondering van eenen menigte aenschouwers, de zelve weddinge gewonnen".

Op vrijdag 1 oktober 1824, kort na de middag, brak een kruisplaat, waardoor de molen kantelde. Molenaar Joannes Loncke liep daarbij een dijbeenbreuk en kneuzingen op. Zoon Joannes (jr.) kwam er met de schrik van af.

Vader Joannes Loncke, gebroodroofd, richtte in de volgende dagen een veroekschrift aan het stadsbestuur om een hulpactie onder de Diksmuidse bevolking te mogen inrichten, om met die opbrengst zijn molen weer op te bouwen. In aansluiting aan het koninklijk besluit van Willem I de rNederlanden van 28 september 1823 dat de voorwaarden voor een dergelijke inzameling vastlegde, stemde de gemeenteraad op 5 oktober 1824 daarin toe, onder voorwaarde van enkele nog bijkomende eisen. De gemeenteraadsleden Bernard Dautricour, Johannes Provoost en Pieter Weyne zouden de collecte in goede banen leiden en instaan voor een "zuinig" gebruik van het geld. De inzameling bracht - naast tal van beloften voor hulp in natura als hout e.a. - 854 frank 11 cent op. Met deze som, giften en nog heel wat bruikbaar materiaal van de gekantelde molen, kon Loncke zijn molen weer opbouwen.

Helaas gebeurden er 16 jaar later minder nobele zaken. Op 27 december 1840 was er een poging tot brandstichting in de paardenstal van molenaar Joannes Loncke (jr.), gelegen rechtover zijn molen. Hij werd verwittigd door zijn geburen en zag een klaarte in zijn stal. Toen hij binnenwkwam zag hij een pakje lucifers gewikkeld in een linnen vod ("een pakje met solferpriemen, omwonden in een lindwaden slunse") branden boven het hooi. Hij kon het gelukkig weggooien en de beginnende brand blussen. De daders waren onbekend. De politie van Diksmuide stelde een proces-verbaal op.
De vrouw van molenaar en herbergier Carolus Loncke, Anne Maria Vallaeys, werd in mei 1831 door onderwijzer Jacobus Wyllie wederom uitgescholden voor "hoer", "een afgespeelde, onbekwaam om voortaan nog kinderen voort te brengen door middel van hunne slechte handelwijze", "dat  zij ... verdacht huis hielden" enz. Hiervan werd op 29 mei 1831 proces-verbaal opgemaakt door de politie van Diksmuide.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Loncke-Borgonie Joannes (zoon), molenaar te Diksmuide
- 18.02.1857, erfenis: de weduwe Borgonie van Joannes Loncke (voor 1/8) en kind Loncke Amandus (1824-1900) (voor 7/8), molenaars te Diksmuide (overlijden van Joannes Loncke)
- 30.10.1892, erfenis: Loncke-Missy Amand molenaar te Diksmuide (overlijden van de weduwe Borgonie van Joannes Loncke)
- 18.06.1900, van de molenwal: erfenis: de weduwe Missy van Amand Loncke, zonder beroep te Ukkel (overlijden van Amand Loncke)

De niet meer gebruikte Kattemolen werd afgebroken in 1895 en in loten brandhout verkocht. De laatste molenaar was Amand Loncke (°1824). Zoals gemeld, is de molenwal nog deels bewaard in het huidige stadspark.  Er bleef een foto bewaard waarop we de bewoners van de aanpalende volkse buurt Oostvesten en Drooghof zien.

Uitzicht
Hij stond op een molenwal, goed te winde.
Hij was voorzien van een zadeldak.
Hij was uitgerust met een houten askop en houten pestelroeden.
De okselbanden stonden ingemetseld onder het dak van het teerlingkot. De meesterbanden met de helft van de gemetselde teerlingen stonden buiten.
Hij had drie steenkoppels.
Er werd graan maar ook schors gemalen.

Lieven DENEWET, Herman DEMOEN & Heman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Stadsarchief Diksmuide, Plan van Diksmuide (1613)
Stadhuis Diksmuide, Figuratieve stadsplan van Martinus Haecke (1716)
Stadsarchief Diksmuide, Kopie van de "Caerte Figurative van de stadt van Dixmude" (1752-1753)
Stadsarchief Diksmuide, Stadsrekeningen 1626, 1661, 1752

Uitgegeven bronnen
Plan van Deventer (ca. 1550)
Ferrariskaart (ca. 1775)
Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850)
Kadasterkaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaenderen, 6 juni 1808 (verkoopsadvertentie)
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaenderen, 1 maart 1816 (de kracht van molenaar Joannes Loncke jr.)

Verzamelingen
Nota's M. Catteeuw, Diksmuide (dactylo - uit het register der processen-verbaal, 27.11.1840, 29.05.1841)

Werken
Paul Vandorpe, "Molens in het oude Diksmuide" (1 pagina dactylo, onuitgegeven, coll. L. Denewet)
Lieven Denewet, "Solidariteit voor omgevallen molen te Diksmuide in 1824", in Mededelingenblad werkgroep West-Vlaamse Molens vzw, XV, 1999, nr. 2,p. 96-98.
Herman Demoen, "Historische terugblik. De 'kattemolen' van het stadspark", Diksmuide info, 2009, 1 (januari), p. 10-11.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-G", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1994.
Herman Demoen, "Het Diksmuidse van toen. Een verzameling beknopte historische gegevens, aangevuld met historische foto's en prentbriefkaarten", Brugge, 1985.