Molenechos's Homepage Molenechos.org

Diest, Vlaanderen - Vlaams-Brabant

Bestaande molen

Karakteristiek

Naam
Ezeldijkmolen, Grote Molen, Oranjemolen
Ligging
Schaffensestraat 12
3290 Diest
op de Demer
kadasterperceel A39
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
Geo positie
50.988884, 5.056578 (Google Streetview)
Eigenaar
Privaat
Gebouwd
Voor 1334 / 1550-1553
Type
Onderslag watermolen
Functie
Korenmolen
Kenmerken
Groot bakstenen gebouw met zandstenen omlijstingen
Gevlucht/Rad
Overdekt metalen onderslagrad, type Sagebien, diameter 5,60 m
Inrichting
Nog aanwezig
Toestand
Gerenoveerd gebouw
Bescherming
M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
04.12.2003
Molenaar
Geen
Openingstijden
Op aanvraag
Database nummer
968
Ten Bruggencatenummer
50968  
© Foto: Donald Vandenbulcke, Staden, 10.04.2010

Beschrijving / geschiedenis

De Ezeldijkmolen dankt zijn naam trouwens aan de ezels die vroeger over de dijken van de Demer wandelden om schors aan te voeren uit de deelgemeenten. De Ezeldijkmolen was oorspronkelijk een schorsmolen. Later werd hij omgevormd tot graanmolen.’

Deze zeer mooie watermolen is gelegen in de Schaffensestraat op een arm van de Demer. De vorige molen met twee raderen werd al vermeld in 1334. De huidige molen werd gebouwd in 1550-1553, in opdracht van Willem van Oranje, heer van Diest. Het gebouw heeft de vorm van een Latijns kruis met trapgevels aan de vier uiteinden. De langsgevel loodrecht op de Demer bevat het molenrad. Het gebouw is opgetrokken in rode baksteen, doorsneden met witte zandsteen (Vlaamse renaissancestijl). Hij was uitgerust met drie waterraderen en diende onder andere tot schorsmolen en graanmolen.

Eigenaars na 1810:
- 1812, verkoop: familie Prat, Parijs
- voor 1834, eigenaar: Prat-Golsuin, rentenier te Parijs
- 24.01.1868, erfenis: Prat Léon, eigenaar te Montigny-lez-Rouen (F)
- 14.01.1905, erfenis: Prat Léon, de kinderen (overlijden van Leon Prat)
- 28.04.1910, deling: a) Cauvin Louisa, zonder beroep te Canteleux (F), b) Bouctot André, eigenaar te Saint-Martin-Osmonville (F), c) Bouctot Marcel, eigenaar te Saint-Martin Osmonville (F) en d) Bouctot Georges, eigenaar te Saint-Martin-Osmonville (F) (notaris Guérin)
- 05.07.1910, deling: Bouctot Marcel Georges Vincent Léon Paul Jean, eigenaar te Saint-Martin-Osmonville (F) (notaris Guérin)
- 26.05.1920, verkoop: Domeinen van de Staat (notaris Grootjans)
- 1972, specificatie: Staatsdomein, goederen beheerd door de Regie der Gebouwen
- aug. 1996, verkoop: Euro Shoe (familie Vanaudenhove)
- 2007, verkoop: nv Ezeldijk
- 2008: te koop aangeboden

Sinds 1812 was de molen in het bezit van de Franse familie Prat, die de molen meer dan een eeuw in bezit zou houden. Van 1920 tot 1996 was de molen in handen van de Belgische Staat. Het Ministerie van Openbare Werken gebruikte de gebouwen als opslagplaats voor zijn Dienst van Bruggen en Wegen.
In 1946 werd de molenactiviteit stilgelegd. De sluiswachter bleef wel nog achter in het gebouw om het debiet van de Demer te regelen. De omleiding van de rivier rond de stad en de demping van de arm in het stadscentrum maakte definitief een einde aan de sluisfunctie.

Onder impuls van de vzw Ezeldijkmolen, gesticht op 24.04.1975, kwam rond 1980 een grondige restauratie en renovatie (55 miljoen frank) tot stand, zodat het complex in 1981 kon geopend worden met feest- en vergaderlokalen. Sinds 1984 werd het gebouw verhuurd aan de NV Ezeldijkmolen (ca. 350.000 Belgische frank in 1992). Het contract liep over 27 jaar. In 1990 deed de Belgische staat al eens een poging om het molencomplex te verkopen. Toen bedroeg de vraagprijs 15 miljoen frank. Er werd toen geen koper gevonden.

De poging van 1996 had meer succes: de staat verkocht de molen in augustus 1996 voor 22 miljoen frank aan het bedrijf Euro Shoe van de familie Vanaudenhove, dat er vlak naast ligt. Dat bedrijf verkocht de molen in 2007 door aan de nv Ezeldijk. In 2008 wordt de molen opnieuw te koop aangeboden (vraagprijs: 900.000 euro).

Het grote ijzeren onderslagrad uit 1875, type Sagebien, is nog zichtbaar en heeft 5,60 meter diameter en 3,65 (3,80) meter breedte en telt 52 schoepen. Het is nu echter onbruikbaar geworden door de geleidelijke verzanding van de Demer. Het geheel van de gebouwen is kruisvormig en zeer schilderachtig, vooral de puntgevels in witte steen.

Over de benaming "Ezeldijkmolen" doen enkele verhalen de ronde. Sommigen beweren dat deze benaming doelt op de talrijke ezels die het graan en de bloem naar de molen droegen en daarna in de nabijgelegen weide gingen grazen. Anderen veronderstellen dat eerder moet gedacht worden aan de ezels die de talrijke boten op de Demer voorttrokken.

In 2003 werd de molen beschermd als monument en samen met zijn omgeving als dorpsgezicht.

In 2007 verkocht Euro Shoe Unie de Ezeldijkmolen aan nv Ezeldijk. Eric Catsberg van de Lancelot Vastgoedbescherming neemt er tijdelijk zijn intrek, om het leegstand pand van verval en krakers te behoeden.

De Ezeldijkmolen is opgenomen in het project Ezeldijk, een stadsherwaarderingsproject. De molen kan een multifunctionele bestemming krijgen als patriciërswoning, kantoorgebouw voor vrije beroepen, horeca, vergader- en feestzalen, wellness....

In september 2012 werd, tijdens de eerste fase van de werken om de Demer opnieuw in open bedding door Diest te laten stromen, het vroegere sluizencomplex aan de Ezeldijkmolen blootgelegd. In Diest werd de Demer in de jaren 1960 op massaal verzoek van de bevolking dichtgelegd. Reden: de rivier die zich door het stadscentrum slingerde was niet meer dan een open riool en veroorzaakte flink wat geurhinder. Vandaag, veertig jaar later, hebben ze in Diest 13 miljoen euro veil om de Demer opnieuw in open bedding door de stad te laten stromen. Zonder afvalwater, en dus ook zonder geurhinder. Een deel van de sluis is in dezelfde steen gebouwd als het molencomplex. De constructie stond in voor de waterregeling voor de Ezeldijkmolen. Het sluizencomplex wordt opgeknapt en bewaard. Het complex - dat overigens beschermd is - is uitgegraven en proper gemaakt en het wordt geïntegreerd in de nieuwe Demer. De werken worden uitgevoerd door de firma Koop (met Jean Vande Capelle). Het openleggen van de Demer neemt zo'n vier jaar in beslag. De eerste fase werd begin 2013 afgerond.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Aanvullende informatie

Bulletijn der Koninklijke Commissie voor Kunst en Oudheidkunde. Koninklijk Commissie voor Monumenten en Landschappen, LXXXI, 1942, juli-december (Brussel, 1944), p. 116-119.

(Brabant), Watermolen op den Ezeldijk: Behoud.
De K.C. heeft op 31 Juli 1942 andermaal de bijzondere aandacht van den Hr. Directeur-Generaal van het Bestuur der Registratie en Domeinen gevestigd op het belang van den watermolen op den Ezeldijk, te Diest, en hem volgend schrijven laten geworden:
Mijnheer de Directeur-Generaal,
Wij hebben de eer U goede ontvangst te melden van uw schrijven van 14 Juli jl., 2e Bestuur-Domeinen, 2e Afdeeling, Nr. L. 2/1340,
en danken U voor de aandacht waarmede gij het geval van het behoud van den watermolen op den Ezeldijk, te Diest, wel hebt willen onderzoeken.
Het weze ons vooreerst veroorloofd U te doen opmerken dat het juridisch onmogelijk is deze watermolen wettelijk te rangschikken, aangezien de wet van 7 Augustus 1931 de gerangschikte goederen bezwaart met een servituut ten voordeele van den Staat, en niemand servituten kan verwerven op zijn eigen goed,  "nomini res suo servit". Om deze reden werd trouwens ons voorstel tot klasseering, dat reeds sedert 2 Juni 1933 werd ingediend, door de Bestendige Deputatie van den Provincialen Raad van Brabant verworpen, met toevoeging van de overweging "dat de bescherming van den Staat heel natuurlijk moet verworven zijn aan de gebouwen waarvan hij zelf eigenaar is."
De eerste door U voorgestelde oplossing kan dus niet verwezenlijkt worden.
De tweede oplossing, bestaande in het afbreken van het achterste gedeelte, kan door de K. C. moeilijk aangenomen worden gezien de monumentale waarde van het complex. Deze is inderdaad aanzienlijk.
De "Ezeldijkmolen" en het "Spijker" zijn twee gebouwen die het meest bijdragen tôt het pittoreske uitzicht der stad, niet alleen door hun schilderachtige ligging, maar ook door hun monumentale waarde. Zij dagteekenen uit het begin der XVIe eeuw, en zijn opgericht in Brabantschen stijl. Welnu de voorgestelde oplossing beoogt de verdwijning van een groot deel van het gebouw, het meest zichtbare en dat veel bijdraagt tot het mooie uitzicht van het geheel. (Hier is geen sprake van de waardelooze bijgebouwen). Daarenboven, een molenrad dat niet draait verliest daardoor een groot deel van zijn interesse, en is ten doode opgeschreven. De herstelling van dit gedeelte zou volgens U zware onkosten medebrengen.
Zonder dit te willen betwisten, moeten wij nochtans doen qpmerken dat de muren en het dakwerk in goeden staat zijn behouden.
Ware er geen middel er eene bestemming voor te vinden?
Daartoe moet vooreerst de molen zelf in werking blijven. De reden waarom hij wordt veroordeeld is omdat hij zoogezegd een nadeeligen invloed uitoefent op het waterregime van den Demer.
Doch er schijnen andere middelen te bestaan om dit regime te verbeteren.
De Demer werd, stroomopwaarts van den Ezeldijkmolen, in 1914 en 1940 opgestopt om aldus strategische overstroomingen te veroorzaken. Sedert zijn de poutrellen die daartoe hebben gediend nog altijd in den stroom blijven steken.
De stroom schijnt ook in de stad te zijn verzand, misschien wel tot 2 1/2 meter.
Overigens moest de molen van Diest, die toch aan de bevolking, vooral in deze tijden, diensten bewijst, verdwijnen, zouden er nog twee andere blijven bestaan: te Zichem en te Testelt.
De werking van den molen heeft overigens ook zijn voordeel voor het waterregime, door het geweld waarmede hij het water soms doet doorspoelen en daardoor verzanding belet.
Een voorbeeld hiervan vindt men te Meldert waar een molen sedert 6 jaar op de Zwarte beek werd stilgelegd. Deze had op zekere plaatsen 5 tot 6 m. breedte. Nu verzandt zij snel en heeft op zekere plaatsen maar een halve meter breedte meer. Men zou nu de molen terug willen in gang brengen. Verzanding is ook de oorzaak die schaadt aan het waterregime van den Demer in de buurt van den Ezeldijkmolen.
Daar vindt men buiten de Demer zelf twee armen ervan:
de molengracht, waarop de molen staat en de Verwersgracht die het overtollige water moet afleiden wanneer de sluis op de stroom zelf is gesloten. Welnu de Verwersgracht heeft een groot deel van zijn vroegere breedte verloren en heeft maar een halve meter diepte meer!
Het stilleggen van den Diestschen molen zal weinig verbetering brengen aan het waterregime van den Demer, misschien wel bekomt men erdoor het tegenovergestelde van den verwachten uitslag.
In die omstandigheden verzoeken wij U het volledig behoud van het gebouw ernstig in overweging te willen nemen.
Indien nochtans, niettegenstaande deze voorafgaande beschouwingen, de Staat toch zijn voornemen omtrent den verkoop wenschte door te drijven, zouden wij het zeer op prijs stellen indien uw beheer vooraf onderhandelingen met de stad Diest wilde aanknoopen, ten einde wellicht Iangs dien kant een oplossing te vinden waarbij de belangen van den Staat en onze inzichten inzake monumentenbehoud verzoend worden.

In verband met dezelfde zaak heeft de K. C. op 15 December 1942 de volgenden brief aan het Gemeentebestuur der stad Diest doen geworden:
Naar aanleiding van ons verslag van 31 Juli 1942, waarvan wij hierbij een afschrift voegen, betreffende den watermolen op den Ezeldijk, te Diest, deelde de Heer Directeur-Generaal van het Bestuur der Registratie en Domeinen ons bij brief van 11 Augustus 1942, mede dat volgens hem slechts twee oplossingen mogelijk bleken: ofwel het eigendom als staatsgoed te behouden mits het in de mate van het mogelijke opbrengend te maken door verhuring, ofwel het te verkoopen aan de stad Diest, met verplichting voor het behoud als monument te zorgen.

De K.C. heeft daarop geantwoord dat met het oog op het volledig behoud van dit monument en aile openbare belangen in acht genomen, de tweede oplossing ni. de verkoop van het eigendom aan de stad Diest, de beste schijnt en haar voorkeur wegdroeg.
Mogen wij U vragen of daartoe reeds onderhandelingen met uw bestuur aangeknoopt werden?

Op 31 December 1942 heeft de K.C. andermaal bij den Hr. Directeur-Generaal van het Bestuur der Registratie en Domeinen aangedrongen opdat de watermolen op den Ezeldijk te Diest aan de stad zou worden afgestaan.
Naar verluidt verkeert het gebouw in een toestand welke een spoedig ingrijpen noodzakelijk maakt, indien men het ergste wil vermijden.
De K. C. zou het zeer op prijs stellen indien aan deze zaak een spoedige oplossing kon worden gegeven.

----------------

Vlaams Parlement. Zittingsjaar 1996-1997. Bulletin van Vragen en Antwoorden. Vraag nr. 53 van 7 oktober 1996 van Vlaams volksvertegenwoordiger Mandus Verlinden aan Vlaams minister van Openbare Werken Eddy Baldewijns. Beantwoord op 05.11.1996, gepubliceerd in Verzamelbulletin, 15.11.1996.
Beschermd gebouw Ezeldijkmolen (Diest) - Verkoop
Door de Regie der Gebouwen werd het beschermde gebouw "Ezeldijkmolen", gelegen in de Schaffenstraat in Diest, verkocht.
1. Wie is de huidige eigenaar ?
2. Hoeveel bedroeg de verkoopprijs ?
3. Werd dit gebouw openbaar verkocht ? Zo neen, waarom niet ?
Antwoord
Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van mevrouw Wivina Demeester - De Meyer, Vlaams minister van Financiën , Begroting en Gezondheidsbeleid.

Vlaams Parlement. Zittingsjaar 1996-1997. Bulletin van Vragen en Antwoorden. Vraag nr. 31 van 8 november 1996 van Vlaams volksvertegenwoordiger Mandus Verlinden aan Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid Wivina Demeester-De Meyer. Beantwoord op 18.12.1996 (laattijdig), gepubliceerd in Verzamelbulletin, 10.01.1997.
Beschermd gebouw Ezeldijkmolen (Diest) - Verkoop
Door de Regie der Gebouwen werd het beschermde gebouw "Ezeldijkmolen", gelegen in de Schaffensestraat in Diest, verkocht.
1. Wie is de huidige eigenaar ?
2. Hoeveel bedroeg de verkoopprijs ?
3. Werd dit gebouw openbaar verkocht ? Zo neen, waarom niet ?
Antwoord
De "Ezeldijkmolen" in Diest behoort niet en heeft nooit behoord tot het gebouwenpatrimonium van de Vlaamse Gemeenschap.
Naar verluidt werd dit gebouw door het Aankoopcomité in Mechelen verkocht op vraag van en voor de Regie der Gebouwen, een bestuur van de federale overheid. Voor meer inlichtingen dient de Vlaamse volksvertegenwoordiger zich dan ook te wenden tot de federale overheid.

Federaal Parlement. Kamer van Volksvertegenwoordigers. Departement Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven. Vraag van H. Marsoul (CVP) op 01.10.1992. Titel "Regie der gebouwen. - Beheer van onbewoonde monumenten". Antwoord ontvangen: B44-p. 3400.
Bulletin nr.:           B36. Schriftelijk vraag en antwoord nr.: 0214 - Zittingsperiode: 48.
Auteur:                 Marsoul H, CVP
Departement:        Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven
Sub-departement:  Verkeerswezen, Overheidsbedrijven
Titel                      Regie der gebouwen. - Beheer van onbewoonde monumenten.
Datum indiening    01.10.1992
Taal                     N
Publicatie vraag    B36 - Page: 2460
Publicatiedatum    23.11.1992, 199219930
Status vraag         Antwoorden ontvangen
Vraag
De Regie der gebouwen beheert een hele reeks belangrijke monumenten, waarvan sommige geheel of  grotendeels onbewoond zijn. 1. Om welke monumenten gaat het (ook de monumenten waarvoor de regie een deel van de kosten dient te betalen)? 2. Welke bedragen heeft de Regie der gebouwen gedurende de jongste tien jaar uitgegeven voor instandhoudingswerken? 3. Aan wie worden deze ruïnes ter beschikking gesteld? Betalen deze personen of instanties hiervoor een vergoeding aan de regie? Zo ja, hoeveel bedragen deze vergoedingen? 4. Zijn deze ruïnes in het kader van de staatshervorming als cultureel patrimonium overgedragen aan de Gewesten en Gemeenschappen? Waarom (niet)?
Publicatie antwoord     B44-Page: 3400
Publicatiedatum          25.01.1993, 199219930
Antwoord
In antwoord op zijn vraag deel ik het geacht lid het volgende mee. De Regie der gebouwen heeft als "onbewoonde monumenten " enkel de door haar beheerde Staatsgebouwen en -goederen weerhouden, die niet geschikt zijn voor de huisvesting van Staatsdiensten, maar waarvan sommige - meestal te precairen titel - aan particulieren kunnen worden verhuurd.
Voor de onder punt 1 en 2 gevraagde lijst van voornoemde gebouwen samen met de bedragen, die de Regie der gebouwen gedurende de jongste tien jaar eraan heeft besteed voor instandhoudingswerken verwijs ik het geacht lid naar de hieronderstaande tabel.
Wat punt 3 betreft, dient te worden herhaald wat hiervoren werd gezegd, namelijk dat sommige van die onbewoonde monumenten te precairen titel en aan een vrij lage huurvergoeding aan particulieren worden verhuurd. Er is slechts een uitschieter te vermelden, met name de Ezeldijkmolen te Diest, die aan een privaatrechtelijke v.z.w. wordt verhuurd voor een bedrag van ongeveer 350.000 Belgische frank in 1992.
Wat betreft punt 4. De " ruïnes " en de andere onbewoonbare monumenten werden tot dusver niet overgedragen aan de Gemeenschappen en/of Gewesten. Het staat immers nog niet vast welke van die " monumenten " tot het nationaal patrimonium moeten blijven behoren. Voor tabel zie bulletin.
Eurovoc-descriptoren: Architecturaal erfgoed, openbaar gebouw
Vrije trefwoorden:       Regie der Gebouwen

-------------

De Molen in de volksmuziek
Een treurige en waarachtige geschiedenis, voorgevallen te Diest in Brabant in het jaar 1825.

Vrienden hoort dit lied
't Geen in Brabant is geschied
In een kleine stad
Diest genaamd, dat men bevat
Is een zaak gebeurd, die men nog betreurt
Snode gierigheid had de wisse val bereid
Van een braven arbeidsman
Die dit onheil overkwam.

Deze brave man had in de echte stand
Bijzijn waarde vrouw
In de echte huwlijkstrouw
Een zeer talrijk kroost
't Geen hun hart vertroost
Zelfs acht in 't getal
Maar...wat droeviglijk geval
Wijl de onvoorzienbre dood
Aan zijn vrouw de ogen sloot.

Door veel tegenspoed
Raakt hij spoedig door zijn goed
En door armoe groot
In een bittre hongersnood
Zijne kinderen teer weenden evenzeer
En dees droeve staat
Hunne vader van hen gaat
Hij ging treurig van gemoed
Naar een zeekren moolnaar toe..

Ach, zegt hij ontroerd
Hoge nood mij tot u voert
Spijs mijn honrig kroost
Ach, verleen mij deze troost
Geef me een schepel rog,
't is geen snood bedrog
Of verschaf mij werk
Want ik ben gezond en sterk
Ik wil de zwaarste arrebeid
Doen met grote lust en vlijt.

Maar dees molenaar
Was een overgroot barbaar
En hij weigert hem
't Geen hij vraagt met zoveel klem
Ja, hij schelde den man, dien hij helpen kan
Voor een luiaard uit
Schoon hij zijn geval ontsluit
Doch droefgeestig heen moet gaan
Met de grootste druk belaan.

Treurig aangedaan
Loost dees man een stille traan
Zijn wanhopig hart
Voelt een duldeloze smart Ja, zijn droeve staat, die hem nederslaat
Raadt hem in die stand
Zich te maken ras van kant
Doch door 't denken aan zijn ziel
Hij zichzelven nog weerhiel.

Maar wat droevig kruis
Toen hij weder kwam in huis
Zijn rampzalig kroost
Zijn thans zonder hulp en troost
Vragen hem om brood
Twee vond hij reeds dood
't Tedere vaderhart
Kromp thans op van grote smart
Wanhoop die hem overviel
Foltert zijn bedroefde ziel.

Met een droef getreur
Schrijft hij buiten op zijn deur
Onze molenaar
Bracht mijn ziel in dit gevaar
En door wanhoop groot
Zocht hij nu de dood
Maakt gezwind een strop
En hij hangt zich zelven op
En zijn ziel stapte, onbereid
Over in de eeuwigheid.

Toen de dag kwam aan
Kwam een boerenknecht gegaan
Om den molenaar een zak rog te brengen daar
En hij zag terstond wat geschreven stond
Op des landmans huis
Doch hij maakte geen gedruis
Maar vertelt den molenaar
Hetgeen voor hem nog duister waar.

Straks kreeg hij berouw
En des moolnaars brave vrouw
Wist nog nergens van
Doch verzeld van hare man
En van spijs voorzien, wil zij hulpe bien
Doch het was te laat
Daar zij naar dit huis toe gaat
Om aan hen die armoe lijdt
Te tonen haar weldadigheid.

Vol van schrik belaan
Zien zij daar het schauwspel aan
En dees brave vrouw
Was steeds aan de deugd getrouw
En zegt aan haar man, gij zijt de schuld hier van
Uw barbaars gemoed
Schuldig aan 't onnozel bloed
Oorzaak dat dit huisgezin
Deze rampspoed ondervindt.

Vol van hartewee
Namen zij de kinderen mee
Om hen met fatsoen
Als hun eigen op te voen
Maar de molenaar
Voelt zijn hart zo zwaar
En vol naberouw, om de rede van zijn vrouw
Want hij heeft geen rust noch duur
't Leven zelfs valt hem te zuur.

Slechts de stille nacht
Had hij angstig doorgebracht
En verlaat zijn bed
Daar geen slaap zijn oog bezet
Gaat van zuchten moe, naar zijn molen toe
En daar het naberouw
Zijn conscientie bracht in 't nauw
Hangt hij eindelijk aan een strop
Dadelijk zich zelven op.

In de morgenstond
Zijne knecht hem hangen vond
Meldet aan zijn vrouw
Die steeds weent van druk en rouw
En het heilig recht, die zij 't heeft gezegd
Deed de lijken saam
Spoediglijk ter aarde gaan
Want dicht bij het galgenveld
Hebben zij hun graf gesteld.

De uitspraak hield nog meer
Want de kindren jong en teer
Moesten opgevoed
Worden uit des moolnaars goed
Doch dit arme kroost missen nu de troost
En hun ouders zorg
Maar Gods goedheid bleef hun borg
Zo ziet men het kwaad beloond
En het goede steeds bekroond.

Dit geducht geval
Steeds een ieder leren zal
De onmedogendheid
Voelt alom zijn straf bereid
Welgegoede lien, laat uw weldaad zien
En versmaad toch niet
De armoe van hun zielsverdriet
Maar dat uw weldadigheid
U van naberouw bevrijdt.

Literatuur

Lieven Denewet, "Het lot van twee "Belgische" watermolens (Aarschot en Diest)", in: Molenecho's, XXIV, 1996, nr. 2, p. 69.
Paul Huys, "Verkoop van de graan- en schorswatermolens van Diest (1824). Informatie over de inrichting van molens in oude advertenties...", in: Molenecho's, XXV, 1997, 3, p. 166-167;
Michel Van der Eycken, "Zeven eeuwen Ezeldijkmolen te Diest", (Averbode, 1975);
Michel Van der Eycken, "De Diesterse volmolens in de XVIde eeuw", in: Arca Lovaniensis, II, 1973, p. 275-290;
G. Van der Linden, "Diest, het Oranjestadje", in: De Brabantse Folklore, nr. 158, juni 1963, p. 238-257;
G. Van der Linden, "De Diesterse molens vroeger en nu", in: Brabant, X, 1960, p. 1-45;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993; 
M. Van der Eycken, "De Ezeldijkmolen te Diest", in: Mededelingen Centrum voor Industriële Archeologie, jg. 2, 1976, nrs. 1-2, p. 8-10.
"(Brabant), Watermolen op den Ezeldijk: Behoud", Bulletijn der Koninklijke Commissie voor Kunst en Oudheidkunde. Koninklijk Commissie voor Monumenten en Landschappen, LXXXI, 1942, juli-december (Brussel, 1944), p. 116-119.

Persberichten
Belga, "Diestse Ezeldijkmolen wordt hoofdkwartier Euroshoe", Het Belang van Limburg, 30.08.2001.
Inge Bosschaerts, "Lancelot verdedigt verlaten Ezeldijkmolen. Tijdelijke bewoning schrikt vandalen en krakers af", in: Het Nieuwsblad, 21.09.2007.
Inge Bosschaerts, Demer terug door binnenstad. Waterloop wordt opnieuw opengelegd voor 8,5 miljoen euro", in Het Nieuwsblad, 24.12.2007.
Kristel Bervoets, "Plannen woonproject Ezeldijk voorgesteld. 400 woningen in het groen", in: Het Laatste Nieuws, 23.05.2008.
"Diest: ING en Democo starten Residentie Ezeldijk", in: Square, 23.05.2008.
Inge Bosschaerts, "Rustig wonen op Euro Shoe. Ezeldijkmolen kan horecazaak worden", in: Het Nieuwsblad, 23.05.2008.
IBO, "Euro Shoe maakt plaats voor 400 woningen", in: Het Nieuwsblad, 11.09.2007.
Inge Bosschaerts, "Stad zoekt nog naar oplossing voor markt en kermis. Demer opnieuw zichtbaar in Diest", Het Nieuwsblad, 10.12.2009.
Inge Bosschaerts, "Drie proefboringen wijzen op vervuiling op de bodem van de rivier. Raad keurt open Demer goed", Het Nieuwsblad, 28.10.2009.
Hedwig Neesen, "Nieuwe toekomst van de Demer staat centraal. Open Monumentendag Diest in het teken van de vier elementen", Het Nieuwsblad, 11.09.2010.
Hedwig Neesen, "Het element water was zeer nadrukkelijk aanwezig. Regen spelbreker voor Open Monumentendag in Diest", Het Nieuwsblad, 12.09.2010.
Hedwig Neesen, "Diestenaars klagen ook over gekozen tracé. Inwoners slecht geïnformeerd over uitvoering Demerproject", Het Nieuwsblad, 06.09.2011.
Hedwig Neesen, "Openwerfdag voor project Demer door Diest", Het Nieuwsblad, 02.12.2012.
Hedwig Neesen, "Ezeldijkmolen droog gelegd", Het Nieuwsblad, 11.02.2013.
Inge Bosschaerts, "Muur van woning gedeeltelijk ingestort onder water. Brandweer legt Ezeldijkmolen droog", Het Nieuwsblad, 12.02.2013.
Hedwig Neesen, "Eerste deel gevuld met water van Begijnebeek. Opnieuw water in opengelegde Demer", Het Nieuwsblad, 27.06.2013.
Georges Gielen, "Lelijke Demerbedding wordt mooie zwaan", Het Nieuwsblad, 06.08.2014.

Overige foto's

Ezeldijkmolen, Grote Molen, Oranjemolen, Diest, Foto: Donald Vandenbulcke, 10.04.2010 | Database Belgische molens
© Foto: Donald Vandenbulcke, 10.04.2010
Ezeldijkmolen, Grote Molen, Oranjemolen, Diest, Foto: Fran?ois Gijsbrechts, Linkhout | Database Belgische molens
© Foto: Fran?ois Gijsbrechts, Linkhout
Ezeldijkmolen, Grote Molen, Oranjemolen, Diest, Foto: Robert Van Ryckeghem, 23.05.2003 | Database Belgische molens
© Foto: Robert Van Ryckeghem, 23.05.2003
Ezeldijkmolen, Grote Molen, Oranjemolen, Diest, Gangwerk molen. Foto: Niels Wennekes, 1991 | Database Belgische molens
© Gangwerk molen. Foto: Niels Wennekes, 1991
Ezeldijkmolen, Grote Molen, Oranjemolen, Diest, Oude prentkaart. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Oude prentkaart. Verzameling Ons Molenheem