Diegem (Machelen), Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Duivenmolen, Taufmolen, Molen van Nolekens
- Ligging
- Sint-Katarinastraat 56
1831 Diegem (Machelen)
1 km O v.d. kerk
kadasterperceel B273
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.893826, 4.448307 (Google Streetview)
- Eigenaar
- NV Iret, Diegem
- Gebouwd
- voor 1360
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Koren- en oliemolen
- Kenmerken
- Tijdelijk ook poedermolen. Natuurstenen gebouw
- Gevlucht/Rad
- Metalen onderslagrad
- Inrichting
- Twee steenkoppels
- Toestand
- Ru�ne
- Bescherming
- M: monument,
04.11.1976 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 967
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Duivenmolen is een watermolen met oorspronkelijk een houten onderslagrad voor graan en olie, op de Woluwe, in de Sint-Katharinastraat, op 1 km ten oosten van de kerk, maar nu volledig afgesneden van de doprskern door zijn ligging achter een knooppunt van autosnel- en expresswegen.
De Duivenmolen bestond al in 1360. In archivalische documenten wordt hij onder meer geciteerd als "Duven moelen" (1418), "molendinum columbinum" (1569) en "duyven erff" (1671), laatst genoemde vermoedelijk verwijzend naar het feit dat de molen op dat ogenblik deel uitmaakte van een grotere landbouwuitbating. Soms wordt ook gewag gemaakt van Duivelmolen, dit als verbasterde naam van Duivenmolen.
Een andere theorie. De Sint-Katarinamolen op Nijpezele werd door Ferraris (1777) geschreven als Taufmeulen. Aangezien deze afhing van het Hof van Diegem, zou dit de dialectische uitspraak kunnen zijn van tHofmolen = tHofmeulen. Hof en hofstede zijn gelijk aan hoeve, zodat men later ook wel dHoevemolen kan geschreven hebben wat uiteindelijk leidde tot Duivenmolen, zoals we hem hedendaags nog kennen.
Hij maakte deel uit van de heerlijkheid Wesenbeek en was afhankelijk van de abdij van Cornelimunster. In de 16de en 17de eeuw was het tijdelijk een poedermolen en vanaf 1919 een graanmolen.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Buelens Willem, de weduwe, olieslager te Diegem
- 18.10.1886, verkoop: Jespers Englebert, moelnaar te Ukkel-Calevoet (notaris WIjdemans)
- 28.02.1887, verkoop: Mommaerts-Vanderhoeven Judocus, moelnaar te Diegem (notaris Wijdemans)
- 06.12.1931, verkoop: Mommaerts-Janssens Jan Emiel, landbouwer te Diegem (notaris Coen)
- 08.06.1955, gift: a) Mommaerts-Van Holsbeek Georges Laurent (voor naakte eigendom), molenaar te Diegem en b) Mommaerts-Janssens Jan Emiel (voor vruchtgebruik), landbouwer te Diegem (notaris Vander Beek)
- 03.10.1969, erfenis: a) Mommaerts-Van Holsbeek Georges Laurent (voor naakte eigendom), molenaar te Diegem en b) Mommaerts-Janssens Jan Emiel, de weduwe en kinderen (voor vruchtgebruik), te Diegem (overlijden van Jan Emiel Mommaerts)
- 05.11.1973, verkoop: Naamloze Vennootschap Deacon Investments, te Brussel (notaris Colon)
- 15.06.1979, verkoop: nv Scaldia-Volga (notaris Van Halteren)
- 2012, eigenaar: nv Robelco, Diegem (hield in 2008 op te bestaan)
- 2015, eigenaar: NV Iret, Diegem
Nog in 1940 werd het hoge en smalle onderslagrad vervangen door een ijzeren exemplaar. De molenactiviteiten werden stilgelegd na de Tweede Wereldoorlog, toen een groot deel van de omgeving onteigend werd voor de uitbreiding van de luchthaven (1957). Het landbouwbedrijf werd gestopt in 1973; tegelijkertijd werden de gebouwen verlaten.
De molen werd beschermd als monument bij koninklijk besluit (koning Boudewijn I) van 4 november 1976.
Thans is het beschermde, doch inmiddels sterk vervallen molencomplex omgeven door recente bedrijfsgebouwen en ligt het in de onmiddellijke omgeving van de autosnelweg en de verkeerswisselaar, op de noordelijke oever van een niet overwelfd deel van de Woluwe. Het is de enige overblijvende van de voorheen talrijke watermolens te Diegem.
Sinds de jaren 1990 is de site veranderd in een overwoekerde ruïne. De daken zijn ingestort. Van het complex met bestanddelen uit de zestiende tot de negentiende eeuw resten alleen afgebrokkelde zandstenen muurfragmenten, de gedrukte rondboogpoort met uitstekende sluitsteen en imposten en vervallen gebouwen met zichtbare of grotendeels verdwenen gebinten. De vroeger opgenomen, ruitvormige gevelsteen met jaartal 1767 als verwijzing naar een achttiende-eeuwse verbouwing of nieuwbouw is thans nagenoeg onleesbaar door verwering en begroeiing. Het metalen waterrad is geheel verweerd en van het vroegere sluizensysteem resten slechts enkele fragmenten op de aan de overzijde van de Woluwe gelegen parking van DHL-Express, Woluwelaan nr. 151.
Ongehoord hoe aan de rand van Brussel een dergelijke ruïne kan blijven bestaan. Niet alleen is de molen een echte ruine, ze ligt ook nog eens op een onmogelijk geworden plaats: aan de ene kant omgeven door (private) bedrijfsgebouwen en aan de andere kant door de berm van een autosnelweg.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Bouwkundige beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Vermoedelijk was er aanvankelijk een alleenstaande watermolen met een bescheiden woning waaraan in de loop der tijd onderdelen werden bijgebouwd, hersteld en vervangen zodat het molencomplex in het derde kwart van de negentiende eeuw was uitgegroeid tot een gesloten vierkanthoeve, aan de noordzijde toegankelijk via een smal pad dat leidde naar de vrij monumentale ingangspoort in de noordzijde van het complex. Het L-vormige woonhuis vormde de zuidwestelijke hoek met aansluitend ten noorden de koestal en ten oosten het eigenlijke molenhuis en paardenstal op de Woluwe-oever; de langsschuur met circa 1893 voorgebouwd woonhuis lag ten noordoosten van het erf. Voortgaande op de mutatieschetsen van het kadaster werden omstreeks 1866, tegelijkertijd met het bakhuis in de noordwestelijke hoek, een kleine bergplaats en honden- en varkenshokken opgetrokken tussen de schuur en het molenhuis waardoor het complex zijn gesloten karakter verkreeg.
De diverse bestanddelen overwegend onder pannen zadeldaken, waren hoofdzakelijk opgetrokken uit de lokale, Diegemse, kalkhoudende zandsteen; baksteen werd behalve voor de oostelijke schuurgevel uitsluitend gebruikt voor binnen- en tussenmuren, decoratieve vlechtingen en later uitgevoerde herstellingen; de verschillende delen lagen rondom een eertijds gekasseid, later geasfalteerd erf. Het gesloten karakter van de molenhoeve werd versterkt door een grote, inmiddels zo goed als verdwenen, ommuurde moestuin, die aansloot aan de westzijde.
H. Kennes & R. Steyaert
Aanvullende informatie
Dirk Van Mechelen.
Vlaams Minister van financiën en begroting en ruimtelijke ordening.
Antwoord op vraag nr. 121 van 20 juni 2007 van Joris van Hauthem.
2. Sinds 1 juli 1997 werden 9 aanvragen voor (gedeeltelijke) wijziging of opheffing van bescherming ingediend, indien noodzakelijk ter advies voorgelegd aan de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML), en uiteindelijk negatief beantwoord door de minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed:
(1) Anonieme aanvraag tot opheffing van de bescherming als monument van de Duivelmolen te Diegem (Machelen). De aanvrager stelde dat de molen verkeert in zeer verre staat van verval verkeert. Gezien de zeer ongunstige ligging - de voormalige watermolen ligt in een uithoek van het industrieterrein van Diegem, vlak naast een hoge snelwegberm en onder de vliegroute naar Zaventem, is na onderzoek gebleken dat een herbestemming problematisch is. Het eerste voorstel van de Stichting Vlaams Erfgoed om er een onderzoeksterrein voor witsteen op te richten bleek niet haalbaar. Een algehele restauratie zou zeer duur zijn. Na de deklassering zou de molen worden gesloopt en het materiaal zou ter beschikking worden gesteld aan de gemeente. De KCML stelde in haar advies van 3 juli 1997 "dat de argumenten voor een opheffing van de bescherming onvoldoende worden gemotiveerd. Het dossier moet grondig worden gestoffeerd, o.m. met de chronologie van de besprekingen rond onderhoud en herbestemming. Een meer expliciete beschrijving van de probleemstelling op het vlak van RO is vereist. Niet tegenstaande de deplorabele toestand van de molensite door verwaarlozing meent de KCML dat heel wat waardevolle onroerende elementen van de molen nog aanwezig zijn. De basisstructuur van de watermolen blijft herkenbaar. De KCML vraagt een actualisatie van alle nog aanwezige elementen".
-----------
Vlaams Parlement. Zittingsjaar 2012-2013. Schriftelijke vragen
Duivenmolen Machelen - Instandhouding
Vraag nr. 92 van 20 november 2012 van Dirk Van Mechelen (Open VLD) aan Geert Bourgeois.
Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand.
Onlangs protesteerde een aantal erfgoedsympathisanten tegen de gang van zaken met betrekking tot de Duivenmolen in Diegem-Machelen. Deze molen, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de 12de eeuw, staat er vandaag erg verwaarloosd bij. De huidige eigenaar heeft herhaaldelijk geijverd voor deklassering – wat steeds werd geweigerd - maar heeft tot nog toe op geen enkele manier onderhouds- of instandhoudingswerken uitgevoerd.
Het blijft dan ook eigenaardig vast te stellen dat Inspectie RWO desondanks tot nu toe op geen enkele manier actie heeft ondernomen tegen de eigenaar. Zelfs een pv van verwaarlozing werd nog niet opgesteld, dixit Inspectie, omdat er besprekingen aan de gang zijn tussen de administratie en de eigenaar.
1. Wat is de evolutie in dit dossier sinds 2010?
2. Klopt het dat er overleg is gepleegd tussen de eigenaars en de Administratie Onroerend Erfgoed? Wat was het onderwerp van dat overleg? Welke beslissingen werden genomen?
3. Heeft de minister reeds opdracht gegeven aan Herita om na te gaan welke rol zij kunnen spelen bij de deblokkering van het dossier? Is de minister desgevallend van plan dit te doen?
4. Is de minister van plan om opdracht te geven aan Inspectie RWO voor het opmaken van een pv van verwaarlozing?
5. Welke maatregelen zal de minister nemen om te komen tot een effectieve handhaving?
--------------
Geert Bourgeois. Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand.
Antwoord op vraag nr. 92 van 20 van Dirk Van Mechelen
1. Dit dossier kende geen verdere evolutie sinds 2010.
2. Er is over dit dossier geen overleg geweest tussen de eigenaars en het agentschap Onroerend Erfgoed.
3. Ik heb geen vraag gesteld aan Herita om na te gaan of zij een rol kan spelen bij de deblokkering van dit dossier, aangezien ik dit geen prioritair dossier voor deze vereniging vind. Ik wil eerst de toestand verder laten uitklaren door het agentschap Inspectie RWO en laten onderzoeken of er juridische stappen moeten ondernomen worden.
4-5. Inspectie RWO hanteert geenszins als beleidslijn dat er geen proces-verbaal voor verwaarlozing of een andere inbreuk wordt opgesteld indien er besprekingen gaande zijn tussen het agentschap Onroerend Erfgoed en de eigenaar. Inspectie RWO was, in tegenstelling tot wat de vraag doet vermoeden, niet op de hoogte van de verwaarlozing. Hoewel de verwaarlozing bij sommigen bekend was, hebben zij nooit de aandacht van Inspectie RWO daarop gevestigd.
De bovenvermelde inlichtingen worden door Inspectie RWO dan ook aangegrepen om een onderzoek ter plaatse in te plannen; indien noodzakelijk wordt een proces-verbaal opgemaakt dat voor verder gevolg zal bezorgd worden aan de bevoegde diensten.
Natuurlijk blijft de mogelijkheid bestaan dat de eigenaar besprekingen voert met het agentschap Onroerend Erfgoed en de nodige machtigingen en/of vergunningen krijgt voor het herstel van het gebouw.
Conform het advies van de KCML, ging de toenmalige minister niet in op de aanvraag.
-------------
Alphonse Wauters: Histoire des Environs de Bruxelles, 1855, livre 8A, heruitgave 1973, p 211-212:
Le Duyvenmolen (moulin aux pigeons), situé à Nypensele, dépendait de la seigneurie de Wesembeke et relevait de la cour féodale de l'abbaye de Sint-Cornelis-Munster; il appartenait déjà, en 1628, aaux Bulens, auxquels il est resté jusqu'à présent. C'est un moulin à huile.
-----------------
Geert Vanhassel, "Duivenmolen Diegem wordt opgeknapt", ringtv.be (28.10.2015)
Er is opnieuw hoop voor de Duivenmolen in Diegem. Ondanks het feit dat het gebouw al in 1976 beschermd werd, ligt het monument er zeer vervallen bij. Een volledige restauratie is geen haalbare kaart. Maar het is de bedoeling om de laatste restanten te versterken en er een rustplaats te maken voor wandelaars en fietsers.
De Duivenmolen aan de Sint-Katharinastraat in Diegem werd al vermeld in 1360. Hij maakte deel uit van de heerlijkheid van Wezembeek en diende als graan- en oliemolen. Tijdens de tweede wereldoorlog werden de gebouwen gebruikt als onderduikplaats. In 1976 werd het gebouw beschermd als monument. Maar ondanks die bescherming zijn de gebouwen totaal vervallen. Onder meer het dak en enkele natuurstenen muren zijn ingestort.
Nu lijkt er eindelijk opnieuw schot te komen in het dossier. De voorbije dagen werd al het stortafval geruimd en een inventaris gemaakt van de site. Onroerend Erfgoed had erop aangedrongen om het gebouw opnieuw op te bouwen. Maar dat is onbegonnen werk en daar heeft de eigenaar ook niet de middelen voor. Die heeft wel een architect onder de arm genomen om de site op te knappen en de restanten te versterken. Het is de bedoeling om er een rustplaats van te maken voor wandelaars en fietsers. (foto's Flickr/ Tijl Vereenooghe)
Literatuur
Archieven
Ruimte en Erfgoed, Cel Vlaams-Brabant, Dossier Diegem, Duivenmolen.
Werken
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
J. Verbesselt, "Het Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw. Deel XIII: Tussen Zenne en Dijle III", Pittem, 1964, p. 47-108.
E.M., "Eigen schoon te Diegem", in: Het Volk, 5 augustus 1971.
E. Boulet, "Diegem in oude prentkaarten", Zaltbommel, 1973.
F. Maes, "Oude woonkernen en bedrijven in het Woluwedal te Diegem", in: Eigen Schoon en de Brabander, LVI, 1973, p. 81-92, 206-228 en 329-339.
J. Lauwers, "Diegem leeft van herinneringen", in: Eigen Schoon en de Brabander, LVII, 1974, p. 74.
J. Lauwers, "Diegem, gemeente vol kontrasten", in: Vlaamse Toeristische Bibliotheek, nov. 1976.
A. Verheyden, "Juridische verwikkelingen rondom het molenbedrijf te Diegem", Machelen, 1979.
Alphonse Wauters: Histoire des Environs de Bruxelles, 1855, livre 8A, heruitgave 1973, p 211-212
Jos Lauwers, "Diegem : zijn watermolens, zijn kasteelheren, zijn bedevaartkerk", Tielt, Veys, 1980, 864 p. (p. 116-126).
"Kuierend door Midden-Brabant. De Witloof- en druivenstreek", Winksele, 1987.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991.
M. Smets & J. Struyf, "Een blik op de toekomst: een restauratiegerichte bouwanalyse van de Duivenmolen te Diegem", Hogere Opleidingen voor Stedenbouw, Monumentenzorg, Technologie en Economie van het Gemeenschapsonderwijs, Postgraduaat Monumenten- en Landschapszorg, Practicum 1 MLZ, Leuven, academiejaar 1997-1998.
R. Van Ryckeghem, "Schandelijk verval van "beschermde" watermolen te Diegem", in: Molenecho's, XXIX, 2001, nr. 4, p. 192-193.
H. Kennes m.m.v. R. Steyaert, "Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Machelen, Deelgemeenten Machelen en Diegem", Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB3, 2005.
Rik Eylenbosch, "Onze molens", 1984.
Arthur Cosyn, "Le Brabant inconnu", Bruxelles, Bulens, 1911 (met eigen foto)
Persberichten
Dieter De Beus, “Site overspoeld door onkruid en stortafval. Geen oplossing voor Duivenmolen in verval”, Het Nieuwsblad, 16.11.2012.
Dieter De Beus, "Minister vraagt onderzoek naar verloederde molen", Het Nieuwsblad, 12.01.2013.
DDL, "Onderzoek naar renovatie Duivenmolen", De Standaard, 12.01.2013.
H. Dierickx, "Ruïne krijgt eindelijk aandacht - Duivenmolen in Diegem", in: "Randkrant - Maandblad voor de inwoners van de Vlaamse Rand", jg. 17, maart 2013, p. 24-25, ill.
Dieter De Beus, "Eerste stap gezet naar herstel van historische Duivenmolen", Het Nieuwsblad, 22.10.2015.
RDK, "Eindelijk aandacht voor vervallen Duivenmolen", Het Laatste Nieuws, 28.10.2015.
Geert Vanhassel, "Duivenmolen Diegem wordt opgeknapt", ringtv.be (28.10.2015)
Info
Wim ver Elst, Laken, 03.11.2013.