Bierbeek, Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Ruysbroekmolen, Ruisbroekmolen, Bijvoordemolen
- Ligging
- Ruisbroekstraat 20
3360 Bierbeek
op de Molendaalbeek
kadasterperceel: D26
900 m N van de kerk
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.836926, 4.755934 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Philippe Sergeant, Heverlee; cvba De Ruisbroekmolen
- Gebouwd
- voor 1234 / 1740
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Zandstenen raam- en deuromlijstingen
- Gevlucht/Rad
- Metalen bovenslagrad
- Inrichting
- Twee steenkoppels
- Toestand
- Matig
- Bescherming
- M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
18.04.1994 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Na de renovatie, op aanvraag en begeleid, info: info@streekmand.be, tel. 0494 70 95 67
- Database nummer
- 963
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Ruisbroekmolen is een watermolen met bovenslagrad op de Molendaalbeek in de Ruisbroekstraat 20 in het gehucht Ruisbroek, op 900 meter ten noorden van de kerk van Bierbeek.
Een eerste watermolen werd gebouwd voor 1234 in opdracht van de abdij van Saint-Nicaise van Reims, die ook de kerk van Bierbeek en diverse hoeven en landerijen bezat.
In 1561 werd de molen samen met de kerk afgestaan aan de Universiteit van Leuven.
Na een brand in 1740 werd de huidige molen gebouwd in de traditionele bak- en zandsteenstijl.
Jan Peeter Thielens verkocht op 21.11.1776 een rente - ging dus een lening aan - en gaf onder andere als hypotheek: ... sekeren graen molen met het molen huijs, vijver, landt, bempst ende bosch saemen annex met alsnogh een ander huijs daer op staende ... soo ende gelijck het selve gestaen ende gelegen is onder bierbeeck voors regenoten de straete van voor ter ie, de molebeke ter 2e, de gemeijnte ter 3e, d erfgenaemen petrus muls ter 4e, ende het pachthoff van den grooten H Geest van Loven ter 5e sijden, leenroerigh onder den leenhove van sijne hoogheijt den hertogh van arenberg ende aerschot &a waer onder sijn 93 roeden allodiael ende bovendien het selve belast met differente heerlijcke cheijnsen. Aen den heere rentgelder toegecomen soo als erfg als cooper der naerlaetenheijt van wijlen d'heer henricus josephus caels in sijn leven ingestenen alhier, conformde cond van vercoopinge daer over oa gehouden voor den nots G Stas binnen deser stadt gesloeten 12 9ber 1773 .. (Rijksarchief Leuven, Notarisarchieven, register 8, notaris Hendrick Persoons, "acte notariael", # 52, 21.11.1776).
De genoemde Henricus Josephus Caels was de grootvader van de rentenemer Jan Peeter Thielens
In 1793 ontstond een geschil tussen molenaar-huurder Philippe Laureys en de eigenaar, de Strikte Faculteyt in de Godtsgeleertheidt binnen de Stadt Loven. Aanleiding was het octrooi dat Laureys bekomen had voor de oprichting van een graanwindmolen (zie meer in bijlage).
Eigenaars sinds 1830:
- 1830, eigenaar: Taverniers Jacobus, bakker te Leuven
- na 1853, deling: a) Taverniers Jacobus, rentenier te Leuven en b) De Thiege Jacobus, molenaar te Bierbeek
- later, mutatie: a) Wouwermans Louis Jean Jacques, handelaar te Brussel en b) De Thiege Jacobus, molenaar te Bierbeek
- 22.05.1861, verkoop: De Thiege Jacobus, molenaar te Bierbeek (notaris Mertens)
- 06.03.1873, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Jacobus De Thiege)
- 18.10.1875, verkoop: Rosseels-Follon Leopoldus Joannes, tuinier te Leuven (notaris Beckers)
- 05.05.1881, erfenis: a) Rosseels-Follon Leopoldus, de weduwe (voor 1/2) en b) Rossels Anetta (voor 3/4), zonder beroep te Leuven (overlijden van Leopoldus Rosseels)
- 07.05.1884, erfenis: a) Rosseels-Follon Leopoldus, de kinderen en b) Rosseels Anetta te Leuven (overlijden van de weduwe van Leopoldus Rosseels)
- 26.07.1886, verkoop: Rosseels Anetta, rentenierster te Leuven (notaris Roberti en Brion)
- later, mutatie: Laporte Elisa, zonder beroep te Leuven
- 15.06.1907, verkoop: Plontie-Oliviers Camille, zonder beroep te Kessel-Lo (notaris Peeters)
- 16.06.1918, erfenis: a) Lontie Camile, zonder beroep te Kessel-Lo en b) Tombeur-Lontie Theophiel, kandidaat-notaris te Kessel-Lo (overlijden van vrouw Oliviers)
- 27.05.1919, verkoop: Wolfs-Netous Jan Jozef, molenaar te Bierbeek (notaris Rooman)
- 03.08.1923, verkoop: Pirsoul-Wouters Alfred, nijveraar te Bierbeek (notaris Bosmans)
- 28.08.1944, erfenis: de weduwe (overlijden van Alfred Pirsoul)
- 03.08.1950, verkoop: Wits-Detry Joannes Henricus (1890-1972), molenaar te Bierbeek (notaris Bosmans)
- 2013, verkoop: Sergeant Philippe, uit Heverlee.
De laatste molenaar was Hendrik Wits (1890-1973). Nadat de molen was stilgelegd was er nog een tijdlang handel in granen (tarwe, gerst, haver, maïs) en naargelang van de kwaliteit worden die dan getransporteerd naar bloemmolens of veevoederbedrijven. Er werden ook veevoeders, hobbyvoeders en zaaigranen verkocht. Bij het gebouw ligt nog een oude stroomgenerator.
Op 18 februari 1994 werden de molen en molenaarswoning beschermd als monument en samen met hun omgeving als dorpsgezicht. Het mechanisme, met twee steenkoppels, is nog aanwezig. Vroeger kon de molen gebruik maken van de spaarvijver die wat verder ligt in het domein van Berkenhof. In een recent verleden werd de molen regelmatig met wateroverlast geconfronteerd.
De huidige eigenaar (sinds 2013) Philippe Sergeant wil de molen laten restaureren.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Bouwkundige beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Het oude hoofdgebouw in traditionele bak- en zandsteen met rondboogdeur en rechthoekig bovenlicht dateren van die tijd. Het huidige gewitte bakstenen gebouw bezit prachtige zandstenen raam- en deuromlijstingen en halve kruiskozijnen. Het woonhuis is voorzien van eenvoudige rondboogdeur met druiplijst, en van een korfboogdeur met een ietwat uitstekende sluitsteen en waterlijst (hoofdingang). Brede rondboogdeur met rechthoekig bovenlicht in het molenhuis.
Aanvullende informatie
Molenaar-huurder Philippe Laureys voor de Raad van Brabant gedaagd, 1793.
In 1793 ontstond een geschil tussen Philippe Laureys, molenaar-huurder van de watergraanmolen te Bierbeek (de Ruysbroekmolen, ook destijds het watermoleken genoemd) en de Strikte Faculteyt in de Godtsgeleertheidt binnen de Stadt Loven, eigenaar van de molen.
Philippe had een octrooi bekomen voor het oprichten van een graanwindmolen in het gehucht Mere, tot groot ongenoegen van de Faculteyt die zich benadeeld voelde omdat zij meende het alleenrecht te hebben molens op te richten onder Bierbeek. Zij droeg de zaak voor aan de Raad van Brabant (de eerste melding van voornoemd recht is te vinden in een akte van 1234).
In een dossier in het Algemeen Rijksarchief is heel wat te te vinden over deze zaak (ARA, Oude Universiteit Leuven (inventaris I 072), nrs. 581 en 597), o.m. overwegingen op enkele losse bladen, in het Nederlands en in het Latijn, die mogelijk als voorbereidende argumentatie bedoeld waren voor de uiteenzettingen van die heeren Doctoors Regenten der Stricte Faculteyt.
Hieronder enkele van hun argumenten, ter staving van het door de Faculteyt te laag bevonden inkomen die zij van de molen genoot:
- "16 zoo dat niet te verwonderen is, dat den huerling zijne talrijke familie, (hij had 8 kinderen) niet alleenlijk op dien meulen onderhouden en deftig kleederen koste
- 17 maar ook by tyds traitementen opregten, waer de treffelijkste, zoo geestelyke, als weereldlyke, op genoot weerden
- 18 ook en hebben wy van iemand, wie het zy, der wethoudereren van Bierbeek, nog van iemand der ingezetenen, dienaengaende oyt klagten gehadt"
Of Philippe Laureys werkelijk op grote voet leefde zullen wij wel nooit te weten komen. Het einde van de perikelen: voor de Raad van Brabant wordt eind 1793 een akkoord getroffen waarbij Philippe de watermolen koopt en daarmee ook het recht een windmolen op te richten. Hij moet dan toch welstellend geweest zijn !
Het Frans bewind was in aantocht .. heeft dat de Universiteit ertoe aangespoord haar rechten prijs te geven?
Terloops gezegd: in 1754 (volkstelling in Brabant) is de vader van Philippe, Peeter Lauwerijs, genoteerd als Molder van eenen seer cleijnen molen, ende arm. Het betrof reeds dezelfde molen. Deze molen (uit de 13de eeuw, buiten de muren in zeer slechte staat) en het molenhuis bestaan nog. Ik ben nog steeds op zoek naar de herkomst van Peeter Lauwerijs, (ook Laurijs, Lauwrijs, Lauwreijs, Laureys geschreven). Hij huwde in Bierbeek op 25 augustus 1743 met Maria Brulemans (Brullens), hij was toen molenaar op de Ruysbroekmolen. Met dank voor tips !
Paul Laureys
Jordaensdreef 16
3090 Overijse
02 687 75 34
Paul.Laureys@advalvas.be
-------
Advies van de Gemeentelijke Erfgoedraad (GER) op de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag aan de Ruisbroekmolen, gelegen Ruisbroekstraat 20 in deelgemeente Bierbeek.
Voorwerp van de aanvraag:
Aanvraag voor het omvormen van een loods tot fiets- en scooterverhuur met gastenkamers en opleidingslokaal, het verbouwen van 2 silo’s tot een tentoonstellingsruimte, artisanale maalderij en gastenkamers, het inrichten van een controlekamer tot een artisanale bakkerij en het slopen van een garage, loods en berging.
Juridische toestand wat onroerend erfgoed betreft
De Ruisbroekmolen is opgenomen in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed, onder inventarisnummer ID 41547, en wordt als volgt beschreven:
Watermolen uit midden 18de eeuw. Voortzetting van de traditionele bak- en zandsteenstijl; zandstenen deur- en vensteromlijstingen en halve kruiskozijnen. Woonhuis voorzien van eenvoudige rondboogdeur met druiplijst, en van een korfboogdeur met een ietwat uitstekende sluitsteen en waterlijst (hoofdingang). Brede rondboogdeur met rechthoekig bovenlicht in het molenhuis
Bron: Genicot L.F., Van Aerschot S., de Crombrugghe A., Sansen H. & Vanhove J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik
Auteurs: de Crombrugghe, Anne; Genicot, Luc; Sansen, Hadewych; Van Aerschot, Suzanne & Vanhove, Jacqueline
Voor een meer uitgebreide beschrijving wordt gerefereerd naar Molenecho’s, zie bijlage 1.
De Ruisbroekmolen is tevens opgenomen in de Vastgestelde Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed onder R 41547
De Ruisbroekmolen is definitief beschermd als monument bij Ministerieel Besluit van 18 februari 1994 en maakt deel uit van het beschermd dorpsgezicht rond dit monument, eveneens beschermd bij Ministerieel Besluit van 18 februari 1994 (zie bijlage).
Advies
Op basis van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag, met bijhorende plannen bundelen na beraadslaging, adviseert de GER het College van Burgemeester en Schepenen, met verwijzing naar haar advies van 15 juli 2013 over het concept van stedenbouwkundige ontwikkeling (in bijlage) dat nu zijn gedetailleerde vertaling kent in deze vergunningsaanvraag:
1. De GER staat uitermate positief ten opzichte van deze aanvraag en apprecieert ten zeerste dat er rekening is gehouden met het advies van de GER de dato 15 juli 2013 Voorliggende bouwaanvraag, met een zeer complexe planologische context (beschermd stads- en dorpsgezicht, beschermd monument, natuurgebied, habitat- of vogelrichtlijngebied, overstromingsgebied, complexe biologische waardering volgens de biologische waarderingskaart, de aanwezigheid van de Mollendaalbeek en de Merenloop, aanwezigheid van voetweg met nummer 93, …) slaagt er in de planologische beperkingen én kansen volwaardig uit te bouwen tot een community-shared initiatief
2. De GER is bijzonder opgetogen dat de site vorm wordt gegeven in functie van specifieke doelgroepen (toeristen, maar ook de lokale gemeenschapen scholen - van kleuter- tot secundair onderwijs), met de geschiedenis van de site als startpunt, waarbij de molen centraal staat. Alle bruikbare elementen uit de bestaande situatie worden bovendien ingericht in functie van het verhaal dat achter de bouwplannen zit: vanaf het telen van verschillende graansoorten, over reinigen, vermalen, het maken van deeg, en het bakken van brood. Ook de participatie van de Bierbekenaren bij het gebruik van de nieuw te maken broodoven wordt ten zeerste geapprecieerd.
3. De GER staat volledig achter het concept dat bezoekers worden aangetrokken voor zacht, duurzaam toerisme, met de verhuur van fietsen en scooters, de verkoop van streekgebonden producten, de mogelijkheid tot degustatie van streekspecialisten, een fietscafé in de molenaarswoning en een plaats waar fietsers zich kunnen verfrissen en zelf kleine herstellingen kunnen doen. Het biedt bovendien ruimte om de streek te promoten door het aanbieden van toeristische folders, kaarten en boeken. De GER adviseert in deze om ook ruimte te bieden aan erfgoedpublicaties die handelen over de streek in het algemeen en de gemeente Bierbeek in het bijzonder. De leden van de GER bieden in deze graag hun erfgoedbilbiografie aan.
4. De GER verheugt zich tevens in het gegeven dat de site wordt ingericht in functie van het geven van cursussen en opleidingen én dat er geïnvesteerd wordt in kleinschalig verblijfstoerisme, zoals gastenkamers op de verdieping van de loods en een eetzaal op dezelfde plaats of in de molenaarswoning. Ook de inrichting van de molenaarswoning, met op de bovenverdieping een leslokaal en in de benedenverdieping een verbruikszaal is een troef in het ontwerp.
5. Het ontwerp blinkt uit in de herbestemming en herinrichting van de 2 grote buitensilo’s, met een trap aan de zijde van de loods, tot gastenkamers. Dit gedurfd ontwerp, samen met de verduurzaamde gevelafwerking in hout van de loods heeft alles in zich om van de site een succes te maken. De GER is ervan overtuigd dat hiermee toekomstig erfgoed wordt gerealiseerd. De GER is dan ook zeer tevreden dat hiermee tegemoet is 26 gekomen aan de suggestie van de GER in haar advies van 15 juli 2013 (“De GER merkt op dat er geen echte eyecatcher in zit, die de site onmiddellijk in de spots stelt en het project daardoor kan optillen boven gelijkaardige projecten. Misschien bieden de silo’s hiervoor wel de beste mogelijkheden?”). Dit neemt ook het voorbehoud van de GER in haar advies van 15 juli 2013 over de commerciële haalbaarheid van het project volledig weg.
6. De GER herbevestigt haar waardering om aan te knopen bij bestaande toeristische initiatieven (landbouwleerpad, fietsknooppuntennetwerk).
7. De GER is positief over het openbreken van de horizontale stapeling van gebouwen aan de westzijde in het inplantingsplan, waarbij terecht aandacht is besteed aan het creëren van groene ruimte en het afstemmen van de autoparkeergelegenheid op de schaalgrootte van de site: aanplant van knotwilgen (een boomsoort die de brug maakt tussen landbouw, natuur, water en cultuur, m.a.w. symbool staat voor het concept én de planologische context), het beplantingvrij houden van de buurtweg (met als positief gevolg de mogelijkheid tot het revitaliseren van de buurtweg, en bijgevolg het inschakelen in een wandelnetwerk), het creëren van een afbakening door middel van een houtkant aan de zuid- en westkant, de aanplant van verschillende graansoorten, de creatie van een solitaire bijenwanden vooral het terug op schaal brengen van de loods door een gedeeltelijke afbraak.
8. De GER wijst ook op het archeologisch en historisch belang van de site, die reeds vanaf 1234 AD wordt vermeld. De Ruisbroekmolen maakte immers deel uit van het patrimonium van de Heren van Bierbeek, een Brabantse adellijke familie die aan de basis ligt van de geboorte van het dorp Bierbeek. De GER vraagt om aandacht te besteden aan die band tussen dorpskern en de site, door gepaste 6 ontsluitingsmogelijkheden te creëren in verband met de geschiedenis van de “stichters” van Bierbeek en van hun Ruisbroekmolen, en stelt haar inhoudelijke kennis en medewerking hieraan graag ter beschikking. De GER adviseert tevens om rekening te houden met het archeologisch erfgoed in de bodem, door zoveel mogelijk bodemingrepen te vermijden, en daarvoor contact op te nemen met de intergemeentelijke archeoloog van PORTIVA. In dat opzicht prijst de GER het plan om de bestaande vloeropbouw in de loods te behouden. De GER vraagt wel om voorafgaand aan het verwijderen van betonplaten op de site en de bouw van de ondergrondse putten aan de zuidzijde van de loods contact op te nemen met de GER en met de intergemeentelijke archeoloog van PORTIVA.
9. Zelfs bij afbraak van gebouwen binnen de site, adviseert de GER deze niet dieper af te breken dan een tiental centimeter onder het maaiveld, wat het dubbel voordeel heeft dat het bodemarchief behouden blijft én dat er - nu of in de toekomst - nog meer biodiversiteit mogelijk wordt gemaakt. Steenmassieven, in de bodem of boven het maaiveld, creëren immers omstandigheden die de groei van steenminnende planten bevordert.
10. De GER biedt de bouwheerexpertise aan, om – indien hij dat wenst - de bestaande gebouwen in detail te komen opmeten en registreren, zodat de informatie die in het gebouw zit bewaard blijft voor de toekomstige generaties,
Namens de Gemeentelijke Erfgoedraad
Werner Wouters, voorzitter
Bierbeek, 02 juli 2014
-----------------------------------------
"De Ruisbroekmolen", streekmand.be
De streekmand is een webwinkel van de Ruisbroekmolen. De Ruisbroekmolen is een bovenslag watermolen gelegen aan de Molendaalbeek te Bierbeek. De eerste molen was gebouwd voor 1234. Het huidige molengebouw werd gebouwd in 1740 ter vervanging van de oude molen die door een brand was vernietigd. De molen was actief tot 1972, het jaar waarin het waterrad zwaar beschadigd werd door een storm.
Verdere projecten zullen volgen. Momenteel wordt een oude loods omgebouwd tot ruimte voor fietsen en scooterverhuur, bijkomende ruimte voor opleidingen en seminaries en accommodatie voor gastenkamers. Wij houden jullie hiervan zeker op de hoogte.In april 2015 zijn wij gestart met de verkoop van streekproducten uit de provincie Vlaams-Brabant. De aangeboden streekproducten zijn voornamelijk producten van het Hageland, het Dijleland en de Kunststad Leuven.In november 2014 werd de houtgestookte broodoven officieel ingehuldigd. De bakkersclub “De molenbakkers” uit Bierbeek zal er op regelmatige basis brood komen bakken. In de bakkerij zullen er ook cursussen en workshops gegeven worden.De bedoeling is om de molen zo snel mogelijk te restaureren en terug maalvaardig te maken. Dit zal in nauwe samenwerking gebeuren met het Agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap. Op de site worden een aantal activiteiten ontplooid die het molenproject ondersteunen.
-------------------------------------------
Legende van Keizer Karel (1500 - 1558)
In die tijd kwam er een jood uit Antwerpen langs die er de landerijen en grote hoeven zag en hij dacht: "Hier moet een brouwerij komen" en hij bouwde recht over de kerk, tussen de beek en de kerk een brouwerij met bijhorende café en afspanning.
's Zondags na de hoogmis betaalde de brouwer menig rondje voor de boeren en de maalder die hem het graan en de mout leverden. De stamgasten zaten in de rij op banken (tafels waren er niet) en zij dronken uit grote bierpotten die van man tot man werden doorgegeven tot een stuk over de middag. Deze zuippartijen herhaalden zich elke zondag en de vrouwen gingen zich beklagen bij de pastoor die tijdens de zondagsmis hierover een donderpreek hield om de mannen tot beter gedrag te brengen. Maar het was allemaal boter aan de galg. Ten einde raad stuurden ze een afvaardiging naar Keizer Karel in Mechelen om zich over deze braspartijen te beklagen.
Op een zondag, na de jacht in de bossen van Heverlee en Meerdael, ging Keizer Karel na de hoogmis van tien uur, gekleed als boer, het café binnen en plaatste zich in het midden van de gelagzaal op een bank. De bierpot werd gevuld en doorgegeven aan de burgemeester die er een ferme slok aan gaf en met de woorden"geef hem voorts" doorgaf aan de volgende. Telkens als de bierpot bij de vreemdeling kwam was de bierpot leeg en dat duurde zo een tijdje tot dat de meeste mannen een stuk in hun kraag hadden en luidruchtig de vreemdeling begonnen te plagen en uit te lachen. Plotseling sprong die woedend recht en riep "Ik ben Keizer Karel, geef dat voorts!" terwijl hij de boer die naast hem zat een duchtige oorveeg gaf en hem verplichtte hetzelfde te doen met zijn buurman enzovoorts'¦ . Uiteindelijk deed hij de brouwer de vaten bier uit de kelder halen en beval ze uit te gieten in de beek zodat deze plotseling een schuimende bier-beek werd.
Deze legende staat ook afgebeeld op het vaandel van de Koninklijke Wipmaatschappij 'La Liberté"
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Leuven, Notarisarchieven, register 8, notaris Hendrick Persoons, "acte notariael", # 52, 21.11.1776.
Algemeen Rijksarchief Brussel, "Oude Universiteit Leuven" (inventaris I 072), nrs. 581 en 597 (molenaar-huurder Philippe Laureys in conflict met de eigenaar, de Universiteit Leuven, 1793).
Werken
Jansen, J.E. , Bierbeek, schets eener historische beschrijving, drukkerij Meulemans-De Preter, Leuven, 1906
Bierbeekse kroniek, Heemkundige kring Bierbeek, 1978
Wandelen in Bierbeek, Bierbeek, 1980
Wandelen in Bierbeek, Bierbeek, 1987
'Landbouwleerpad Bierbeek'
A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993.
Genicot L.F., Van Aerschot S., de Crombrugghe A., Sansen H. & Vanhove J., Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik, 1971.
Persberichten
Raymond Billen, "Vertellers bundelen oude verhalen over vernieuwde watermolens", Het Nieuwsblad, 22.10.2016.
Raymond Billen, "Gezocht: straffe verhalen over onze watermolens", Het Nieuwsblad, 12.02.2017.
Mailberichten
Ton Slings, Heerlen, 06.12.2012.
Paul Laureys, Overijse (afstammeling van Philippe Laureys, molenaar-huurder die in 1793 voor de Raad van Brabant werd gedaagd)
Herman Swinnen, 04.05.2017 (signalement van de rente van 21.11.1776).