Opitter (Bree), Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Kasteelmolen, Vinckemolen, Molen van Aken
- Ligging
- Opstraat 2
3960 Opitter (Bree)
Gemeentelijk Wanderpark
op de Itterbeek
kadasterperceel B423
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 51.115986, 5.643983 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- Voor 1775
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Tuitgevels met rollaag
- Gevlucht/Rad
- Metalen onderslagrad, diameter 4,50 meter
- Inrichting
- Twee steenkoppels (één gedemonteerd)
- Toestand
- Gebouw matig; waterrad in verval
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel op vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag
- Database nummer
- 925
- Ten Bruggencatenummer
- 50925
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Vinckemolen ligt op de rechteroever van de Itterbeek. Hij wordt ook wel "Molen van Aken" (naar een vroegere molenaar) en "Kasteelmolen" (vanwege zijn ligging aan de rand van het kasteelpark) genoemd. De molen heeft echter nooit tot het kasteelcomplex behoord. Als eerste vermelding vinden we de molen aangeduid op de zgn. Ferrariskaart (ca. 1775), maar een inscriptie in een secundair gebruikte balk uit een oud steenbed ("ANNO 16..") doet vermoeden dat de molen al in de 17de eeuw bestond.
Eigenaars na 1840:
- voor 1844, eigenaar: Vissers Thomas, de weduwe, rentenierster te Opitter
- 1854, erfenis: Vissers Thomas, de weduwe en compagnie
- 1855, erfenis: Vissers Petrus (en compagnie), eigenaar te Opitter
- 1873, verkoop: Vissers-Raekens Antoon, molenaar te Opitter
- 1877: en kinderen
- 1893, verkoop: a) Vanaken-Heymans Theodoor, molenaar te Opitter (voor 2/3), b) Heymans Lambert, landbouwer te Koersel, later te Opitter (voor 1/3)
- 1907, verkoop: Van Aken-Heymans Theodoor, molenaar te Opitter
- 1929: en kinderen
- 1930, deling: a) Van Aken Lambert, molenaar te Opitter, b) Van Aken Maria, huishoudster te Opitter
- 1969, erfenis: Van Aken Maria, zonder beroep te Opitter
- 1977, eigenaar: Knops Antony, onderwijzer te Meeuwen
Het huidig gebouw is 19de-eeuws en onderging verbouwingen (vergrotingen) in 1885 en 1896. Sinds 1963 is de molen buiten gebruik en ingericht als woning, maar het mechanisme werd gelukkig behouden. De molen is nog altijd in privaat bezit en is niet beschermd als monument. Wel komt hij voor op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.
In 2002 onderzocht de Vlaamse Landmaatschappij de mogelijkheid om de molen, in het kader van een landinrichtingsproject, de molen (uitwendig) te herstellen. De Itterbeek zal deels rond de Kasteelmolen in het park van Opitter geleid worden om vistrappen aan te leggen. Dit gebeurt via de bestaande vijvers. De kosten voor dit project bedragen 40.172 euro (raming 2004). Het waterrad werd in 2010 vernieuwd; het ziet er anders uit dan vroeger. Naast dit project zijn er plannen om ook langs andere molens aan de Itterbeek vistrappen aan te leggen.
Technische beschrijving
De molen ligt op de rechterover van de Itter. De zolder boven het gaande werk wordt gedragen door secundair gebruikte balken, wermoedelijk van het oude steenbed. De afmetingen van het gebouw zijn 7,40 x 9,25 meter. Het heeft tuitgevels met rollaag en heeft het rad aan de lange gevel. Volgens een kadastrale beschrijving uit 1830 was het bakstenen gebouw toen nog met stro bedekt. Er was dan één kamwiel in tamelijk goede staat van onderhoud.
Het onderslagrad is van staal met gietijzeren rozetten en heeft een diameter van 4,50 meter. De 32 stalen schoepen zijn 66 cm breed en 49 cm hoog, aan de zijkant open.
De ark is van beton en er zijn twee sluizen: een maalsluis breed 88 cm en een lossluis breed 144 cm. De bediening van de maalsluis gebeurt van binnenuit met een hefboom. De stuwhoogte bedraagt 84 cm en de waterdorpel bevindt zich 110 cm boven de vloedbaan.
De wateras is van gietijzer evenals het kamrad, de spil gedragen door een hoefvormige brug. Het kamrad telt 102 kammen (houten kammen niet meer aanwezig) en de beide steenwielen 50 kammen. De overbrengingsverhouding is 5.33. Het maalwerk is nog aanwezig. Er is één koppel 17der blauwe stenen en één koppel 17der kunststenen, gedragen door gietijzeren kolommen. Het luiswerk werd aangedreven vanaf de secundaire as en is thans niet meer aanwezig.
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Rob SIMONS
Aanvullende informatie
Intekendatum: 19.09.2005, 11 u.
Molen: Opitter (Bree, Limb.), Kasteelmolen - watermolen met metalen onderslagrad; Slagmolen - watermolen met (verwijderd) metalen onderslagrad; Pollismolen - watermolen met houten onderslagrad
Bouwheer & ontwerper: Vlaamse Landmaatschappij (Paul Devis).
Opdracht: Rooien beplantingen, opbreken verhardingen en buizen, grondwerken, plaatsen verhardingen, plaatsen diverse houten en metalen constructies, beplantingen, aanleg van vistrappen, op het grondgebied van Bree-Opitter, landinrichting Noordoost-Limburg, IP Opitter, lot 3, park Itterdal; cat. G, kl. 3; 140 werkdagen
Plaats aanbesteding: Vlaamse Landmaatschappij, afd. Limburg, Koningin Astridlaan 10, 3500 Hasselt
* Vistrappen niet aangelegd
Literatuur
Lieven Denewet, "Integratie van molens in Vlaamse landinrichtingsprojecten" (Bocholt, De Moeren, Drongen, Eggewaartskapelle, Zingem, Opitter), in: Molenecho's, XXX, 2002, nr. 2, p. 64-79;
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996;
Jacq Manders & Daan Verheijen, "Koren op de molen. Langs de Itter", Hunsel, Heemkundevereniging Hunsel, 1992, 232 p.;
Werner Smet, "Langs de Itter in Limburg. Een tocht langs de Itterbeek, met bezoek aan de vele watermolens en andere monumenten van natuurschoon", Kinrooi, 1986, 33 p. (Hartenvier, nr. 6);
Théo Guffens, "Pollismolen Opitter-Bree", Dilsen-Stokkem, 1987, 183 p.