Sijsele (Damme), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Dorpsmolen, Lievensmolen
- Ligging
- Nieuwe Weg 4
8340 Sijsele (Damme)
hoek met Molenstraat
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Geo positie
- 51.203232, 3.324941 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- ca. 1800 (staakmolen) / 1820 (stenen molen)
- Type
- Staakmolen, later stenen bergmolen
- Functie
- Koren- en oliemolen
- Kenmerken
- Overwelfde inrit doorheen de nu afgevoerde berg
- Gevlucht/Rad
- Verwijderd in 1946
- Inrichting
- Er waren twee maalstoelen; later mechanische maalderij
- Toestand
- Gerenoveerd als romp met nepkap, ingericht als woning
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel vastgesteld als bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 897
- Ten Bruggencatenummer
- 03333
- Internet bron
- Dorpsmolen, Lievensmolen
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Dorpsmolen of Lievensmolen is de gerenoveerde romp van een stenen koren- en oliemwindmolen in de Nieuwe Weg nr. 9, op de hoek met de Molenstraat, ten noordoosten van de kerk van Sijsele. De toegang was vroeger aan de Molenstraat, maar door een bouwverkaveling is die toegang gewijzigd. De romp is een stuk ingekort, Bij de laatste renovatie werd een nepkap met het uitzicht van een molenkap geplaatst!
De gangbare benamingen zijn Dorpsmolen en Lievensmolen (naar de molenaarsfamilie Lievens). Andere benamingen voor de molen onder de Sijseelnaars voor de molen zijn ook Ryckers molen (naar bouwheer De Ryckere in 1820) en Cherlets molen naar de laatste landbouwer op het Molenhof.
Gedurende de Franse periode werd op deze plaats een staakmolen opgericht om graan te malen en olie te slaan. We zien hem afgebeeld op een Franse kadasterkaart uit 1806. Pieter De Ryckere werd geregistreerd als eigenaar in 1810.
Genoemde Pieter De Ryckere bouwde in 1820 de stenen molen, ingericht als koren- en oliemolen. Hij werd als molenaar opgevolgd door zijn zoon Pieter(-Joannes). Die werd voor korte tijd burgemeester van Sijsele. Hij werd benoemd in maart 1879 en stierf in april van hetzelfde jaar. Na zijn dood verkochten zijn kinderen de molen aan Charles Logghe voor 14.125 frank.
De molen werd rond 1890 verhoogd om de windvang te verbeteren, aangezien de huizen in het dorp meestal een verdieping hadden bijgekregen. Anderzijds belemmerden de nabijgelegen bomen het soepel draaien van de wieken. Deze verhoging met een molenzolder (te merken aan een knik in de romp) gebeurde met briksteen afkomstig van de ruïnes van de Spermalieabdij.
In maart 1906 bouwde men aan de buitenzijde een "machienkamer". Hierbij kreeg één van de werklieden een slag van een draaiende molenwiek. Het was niet fataal voor hem: een geneesheer kon zijn hoofdwonde verzorgen.
Molenaar was toen Charles Logghe, gehuwd met Pauline Van Damme. Ze woonden in de Dorpsstraat naast de bakkerij Moulaert. Hij was eigenaar van de huisjes tot aan de Decloedtstraat. Tevens was hij burgemeester van Sijsele, van januari 1913 tot oktober 1914 (oorlog).
De volgende molenaar was Edmond Lievens, die ook burgemeester van Sijsele zou worden. Hij heeft de molen later modern ingericht. Een armgasmotor, opgesteld in een apart gebouwtje, dreef er vanaf 1931 de maaltoestellen in de buiten dienst gestelde windmolen aan.
Na Edmond Lievens werd zijn zoon Rafaël de molenaar en dit tot aan zijn tragisch overlijden in de molen in 1944. Zijn broer Omer zette de werkzaamheden verder. In augustus-september 1946 liet hij het wiekenkruis (vlucht 25 meter) en de molenkap afnemen. Het jaar daarop sloopte men de toegevoegde bovenzolder. De molen werd afgedekt met een betonplaat en deed nog dienst als mechanische maalderij (met een elektrische motor) tot bij het plots overlijden van Omer Lievens in februari 1956. In 1960 verkocht de familie Lievens het molenhof aan de landbouwersfamilie Cherlet-Van Loo.
In de jaren 1990 werd de ingekorte romp gerenoveerd en voorzien van een vastliggende mansardekap, die de vorm simuleert van een molenkap! De witte romp maakt thans deel uit van een wooncomplex.
De molen was in zijn gloriedagen zeer indrukwekkend en groot, volgens velen de mooiste tot ver in het omliggende. Burgemeester-molenaar Edmond Lievens onderhield zijn molen bijzonder goed. De molenromp was opgetrokken in rode baksteen van 22 x 11 x 5 cm en was beneden 59 cm dik; de verhoging bestond uit brikstenen van 26 x 12 x 6 cm. Er waren rechthoekige ingangen en vensters met dikke tralies. De verdwenen bovenste verdieping had rondboogvensters. Er liep een gewelfde tunnel doorheen de nu afgevoerde molenberg, die hoger was dan bij vele andere beltmolens. In de benedenverdieping werd later een mechanische maalderij opgesteld, terwijl op de eerste zolder één en op de tweede zolder twee maalstoelen stonden opgesteld. Deze molenstenen waren vrij groot van diameter. Naast de ingang binnenin de molen bevinden zich nog steeds twee molenstenen met de inschriften "1820" en "I.B.R.", naar de bouwheer Rijckers. Op een terras van een gezin op de wijk Sijsele-Donk ligt er nog een andere molensteen. In mijn collectie bewaar ik een sierlijk Mariabeeldje, gesneden uit een molenbalk, zoals die in de jaren 1950 door de vroegere burgemeester-molenaar Edmond Lievens aan Charles Goethals (bijgenaamd Karel Van Daele) werd geschonken. Deze laatste was mijn overgrootvader aan moederszijde en was vele jaren molenaarsknecht op Lievensmolen.
De romp werd gerenoveerd en opgenomen in een woonproject. Er kwam een nieuwe mansardekap, die weliswaar vormgelijkenis vertoont met een molenkap, maar vast op kuip is bevestigd.
De huisvestingsmaatschappij Vivendo verkocht de molen in 2010 uit de hand aan een toen 26-jarige particulier uit Sijsele. Aanvankelijk werd een openbare verkoop gehouden, maar met het ingediende hoogste bod (33.000 euro) werd de vraagprijs (50.000 euro) niet gehaald. In 2014 werd de molen andermaal te koop aangeboden. Toen bedroeg de vraagprijs, na een aantal renovatiewerken, niet minder dan 245.000 eruo.
Architectuur en technische aspecten
De romp is gerenoveerd als woning. We zien drie verdiepingen en een zolderverdieping. In de romp is de volledige accommodatie van een huis geïnstalleerd.
In de benedenverdieping werd bij de renovatie een toegangsportaal gemaakt. Daaraan zijn twee ramen gemaakt. In deze verdieping was vroeger een maalderij ingericht. Die is volledig verdwenen. Thans is er een keukentje ingericht en een kleine woonkamer.
Op de eerste verdieping bevond zich vroeger het lichtwerk. Daar is een badkamer ingericht. Op de tweede verdieping bevonden zich twee koppels stenen. Daar is nu plaats voor een slaapkamer gemaakt.
De zolder is een houten nepkap. De mansardekap benadert het uitzicht van een molenkap, maar hij staat vast op de romp. De vloerbalken in de romp zijn ook niet meer authentiek. In plaats van de eiken balken zijn dubbele kunststofbalken geplaatst.
Buiten is de romp wit geschilderd. In de romp zijn twee stukken steen ingewerkt met inscripties. Op de rechtse inscriptie is het bouwjaar van de molen (1820) ingewerkt.
Lieven DENEWET & Ronny VAN LANTSCHOOT
Aanvullende informatie
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 21.03.1906, p. 1.
Ongeluk. Men is bezig bij den mulder op het dorp, eene machienkamer te bouwen. Een der werklieden kreeg eensklaps eenen slag van eene molenwiek; hij werd aan het hoofd gewond. Een geneesheer heeft hem verzorgd.
Literatuur
Archieven
Kadasterkaart Sijsele, 1806
Rijksarchief Brugge, Inv. 30/17 nr. 2. Etat des sections, 1810.
Provinciaal Archief Brugge, A3/A5/A7-GB/1997-31-t (plaatsing motor in 1931).
Uitgegeven bronnen
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 21.03.1906, p. 1.
Werken
Luc Devliegher, "De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984, p. 218-221 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9), p. 178-179.
Lieven Denewet, "Ongevallen met West-Vlaamse molens - 23", Mededelingenblad Werkgroep West-Vlaamse Molens, 13e jg., 1997, nr. 4, p. 209.
"1000 jaar Sijsele", Sijsele, 1976 (o.a. over het burgemeesterschap van P.J. De Ryckere, p. 139);
Leo Schrooten, "Landelijk leven in Vlaanderen", Leuven, Davidsfonds, 2004, p. 52, ill.;
Blondeel C. & Goddyn P., "Sijsele in oude prentkaarten", Zaltbommel, 1975, afb. 14, 25, 26.
Van Poucke G., Archiefbeelden Damme, v.z.w. 't Zwin Rechteroever Grondgebied Damme/Gloucestershire, 2003, p. 43.
Verniest Romain, "Maalderijen in Sijsele in de twintigste eeuw", in Nieuwsbrief 't Zwin Rechteroever vzw, jg. 1/2, december 2000, s.p.
Gerrit Huybreghts, "De molenaar en de kurassier - Sijsele in de Franse tijd", Erfgoedblad Damme, december 2015, p. 82-85.
"De bakker en de molenaar. Administratieve kwesties in het Sijsele van 1775", Erfgoedblad Damme, maart 2015, p. 12-13.
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.
Persberichten
Olivier Neese, "Openbare verkoop op donderdag 25 maart. Dorpsmolen te koop", in: Krant van West-Vlaanderen, 19.03.2010.
ON, "Te laag bod voor Dorpsmolen", in: Brugsch Handelsblad, 16.04.2010.
RSO, "Te laag bod", Het Nieuwsblad, 17.04.2010
O(livier) N(eese), "Sijsele. Sijselenaar koopt Dorpsmolen", in: Brugsch Handelsblad, 07.05.2010.
“Dorpsmolen weer te koop”, Brugsch Handelsblad, 27.06.2014.
Info Luc Dupon, 20.03.2010.