De Haagmolen was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van de Grote Baan, ten westen van de Snoeckstraat (nr. 7), tegenover de Vossenstraat, vroeger op het grondgebied van Zwijndrecht en thans op dat van Melsele (Beveren). De Poppkaart (ca. 1850) toont nog het toponiem "Haegh Molen Kauter".

De molen verdween al voor 1739. De molenwal behoorde dan toe aan G. Sallamanco. Op de Ferrrariskaart (ca. 1775) zien we de molenwal omzoomd met een haag afgebeeld. In 1782 behoorde die toe aan Ferdinand de Villegas de Borsbeke. Op de Atlas der Buurtwegen (1842) en de Poppkaart (ca. 1850) vormde de molenwal nog een afzonderlijk perceel (kadasternummer 26). De Poppkaart meldt ook nog de "Haegh Molen Kauter".

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

R. De Groot, "Geschiedenis van Zwijndrecht en van het Vlaamsch Hoofd", Antwerpen, 1925.
Georges Kockelberg, "Historische molenvermeldingen in en om Antwerpen. Een blik op de 1000-jarige geschiedenis der Antwerpse molens", Antwerpen, 1986.
Herman Holemans & P.J. Lemmens, "Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen", Nieuwkerken, Ten Bos / Studiekring Ons Molenheem, 1983, p. 123.
F. De Potter & J. Broeckaert, "Geschiedenis der gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen. derde reeks, IV, Gent, 1881.