Stampkot van Masureel
Hulste (Harelbeke), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Stampkot van Masureel
- Ligging
- Brugsestraat 37
8531 Hulste (Harelbeke)
zuidzijde
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1846
- Verdwenen
- na 1884
- Type
- Binnenrosmolen
- Functie
- Oliemolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 8266
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Het Stampkot van Masureel was een olierosmolen, type binnenrosmolen, op de latere industriële site "Masureel International NV", tussen de Brugsestraat, Kantstraat en Kapelstraat, vlakbij het centrum van Hulste. De rosmolen werd geïnstalleerd in een stenen gebouw. De later gevormde industriële site "Masureel International NV" is gespecialiseerd in woningtextiel. De site ontstond in het midden van de 19de eeuw,n werd in 1941 omgevormd en sterk uitgebreid tot weverij en ververij Masureel. Ook in de tweede helft van de 20ste eeuw was er een systematische uitbreiding.
Op 27 augustus 1846 verkreeg Leo Masureel de toestemming van de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen tot het oprichten van een olierosmolen met 2 molenstenen en bewogen door één paard. De aanvraag werd ingediend op 27 juni 1846 en er rees tegen de oprichting geen enkel verzet vanwege de omwonenden.Volgens de gegevens van het kadaster worden in 1849-1850, in opdracht van olieslager Leo Masureel, een huis met een U-vormig bijgebouw en een "stoomtuigoliemolen" aan de kant van de Brugsestraat gebouwd.
Charles Louis ("Leo") Massureel was burgemeester van Hulste. was geboren te Hulste op 28 februari 1796 (9 Ventose jaar 4 van de Franse Republiek). Hij huwde met Isabelle Rose Loncke, dochter van Clement en Isabelle Vandekerckhove, geboren te Hulste op 29 juli 1798 (11 Thermidor jaar 6).
Kort na de oprichting, toen de stoommachines hun intrede deden, werd de molen gekoppeld aan een stoomtuig. Men produceerde er in 1856 niet minder dan 1050 hectoliter olie voor een totaal bedrag van 23.100 frank en daarbij nog 126 hectoliter koolzaadolie voor een waarde van 20.646 frank. De olie werd vooral verkocht op de markt van Kortrijk.
In 1873 worden het U-vormige bijgebouw en de "stoomtuigoliemolen" uitgebreid en worden achter de molen ook een cichoreifabriek en een magazijn opgericht (ingebruikname in 1875). Deze fabriek wordt in 1882 omschreven als "suikerijfabriek" en wordt samen met het magazijn in datzelfde jaar vergroot; de gebouwen zijn op dat ogenblik volgens het kadaster eigendom van Victor Catulle.
Reeds in 1883-1884 komen de gebouwen terug in het bezit van de familie Masureel; het bestaande U-vormige bijgebouw wordt in 1883-1884 omgevormd tot twee huizen (straatkant) met een achtergelegen rosmolen.
In 1898 wordt de suikerijfabriek door handelaar Ferdinand Masureel en priester Leander Masureel vergroot en omgevormd in een stoomzwingelarij. Twee jaar later wordt de stoomzwingelarij opgesplitst in een stoomzwingelarij en een suikerdrogerij. Deze mechanische vlaszwingelarij werd aangedreven door een stoommachine van Van Coppenolle uit Berchem bij Kluisbergen. Deze constructueur was de schoonbroer van eigenaar Charles Masureel.
Latere evolutie van de site
In 1931 laat Charles Masureel naast de stoomzwingelarij een roterij optrekken. Op 1 mei 1941 wordt de weverij en ververij Masureel opgericht, onder de naamloze vennootschap "Etablissements Charles Masureel". De ververij wordt in de bestaande stoomzwingelarij ondergebracht, de vervallen cichorei-ast wordt heringericht met burelen en een magazijn, en de oudste volumes aan de kant van de Brugsestraat worden bij de ververij geïntegreerd. Daarnaast wordt een weverij gebouwd met magazijn en burelen. In 1942 wordt de stoomtuigoliemolen van 1849-1850 naast het magazijn aan de straatkant omschreven als een "mekanieke zwingelarij". In 1956 vermeldt het kadaster de uitbreiding aan de zuidoostzijde van de ververij. De bouwaanvraag voor de oprichting van de nieuwe ververij en de verbouwing van de bestaande ververij dateert van 1954; de werken worden uitgevoerd onder leiding van architect F. G. Riessauw. De ververij beschikt volgens de plannen van 1954 over een drogerij, een stookplaats, een pomphuis, een ruimte voor kleurstoffen, een werkplaats en burelen.
In 1958 wordt het magazijn aan de straatkant uitgebreid en in 1960 de weverij (volume aan de zuidzijde). In 1965 en in 1973 wordt de ververij opnieuw uitgebreid aan de zuidoostzijde.
In 1974 verdubbelt de bebouwde oppervlakte met de bouw van een grootschalig nijverheidsgebouw naast de weverij (Kantstraat nr. 1). In 1980 wordt de weverij aan de noordzijde uitgebreid en in 1988 het nijverheidsgebouw aan de Kantstraat nr. 1.
Pieter KERCKHOF & Roger CAUWE
Bouwkundige beschrijving van de site (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Industriële site bestaande uit een ververij en een weverij tussen de Brugse- en Kantstraat en een recent nijverheidsgebouw aan de Kantstraat.
Ververij gelegen aan de oostzijde van de site. Beton en baksteenbouw onder een platte bedaking met aansluitend een bakstenen, verjongende schoorsteen. De uitbreiding van 1954 is een beton- en baksteenbouw onder een zaagtandbedaking (steilste dakvlak met aluminium glasroeden, minst steile dakvlak met pannen) cf. bouwaanvraag van 1954. Bakstenen volume van twee bouwlagen en zes traveeën onder een platte bedaking aan de Brugsestraat (oorspronkelijk bevonden zich hier de oudste volumes). Roodbakstenen straatgevel op een gecementeerde plint. Zijgevel met sporen van lager volume onder zadeldak.
De weverij is centraal gelegen tussen de ververij en het recente nijverheidsgebouw aan de Kantstraat.
Het recente, grootschalige nijverheidsgebouw vormt het volledige westelijke gedeelte van de site (Kantstraat nr. 1): volume van 1974 op de hoek van de Brugsestraat en de Kantstraat, volume van 1988 aan de Kantstraat.
Literatuur
Archiefbronnen
Rijksarchief Brugge, Provinciaal Bestuur, afdeling 3, nr. 1221 (oprichting 1846)
Archief Technische Dienst Harelbeke, Bouwaanvragen: Harelbeke, 1954/53.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Hulste, 1850/3, 1873/6, 1882/84, 1884/5, 1898/5, 1900/11, 1931/36, 1941/12, 1942/22, 1956/25, 1958/45, 1960/43, 1965/35, 1973/20, 1974/54, 1980/6, 1988/37.
Rijksrchief Kortrijk, Notariaat Peers-Gheysens, Harelbeke (notariële akten van 1785 tot 1870).
Werken
Onze Molens. Water-, wind-, en rosmolens in Harelbeke - Bavikhove - Hulste - Stasegem, Harelbeke, 1990.
Beelden uit het verleden, Harelbeke-Bavikhove-Hulste-Stasegem, Harelbeke, 1978, p. 141. Familiegeschiedenis Masureel, Wortegem-Petegem, 2001, p. 231.
Vanwalleghem A. & Creyf S., “Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Harelbeke, Deel I: Stad Harelbeke, Deel II: Deelgemeenten Bavikhove en Hulste”, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL42, 2009
Agentschap Onroerend Erfgoed, “Masureel International NV. In Inventaris Onroerend Erfgoed, id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/205393.