Rumbeke (Roeselare), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Kazandmolen
- Ligging
- Mandellaan 548
8800 Rumbeke (Roeselare)
westzijde
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Geo positie
- 50.938328, 3.150960 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Molens Joye NV, Eddy en Stefaan Sanders
- Gebouwd
- 1773 (hout) / 1813 (steen)
- Type
- Stenen stellingmolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Vroeger ook oliemolen - gedeeltelijk ook bergmolen - volledig gietijzeren molenas
- Gevlucht/Rad
- Geklinknagelde roeden, tussen 1942 en 2002 verdekkerd, vanaf 2006 verbusseld met automatische remkleppen
- Inrichting
- 1 maalstoel op de steenzolder
- Toestand
- Draaivaardig hersteld in 2006-2007
- Bescherming
- M: monument,
04.04.1944 - Molenaar
- Familie Sanders
- Openingstijden
- Na afspraak, tel. 051.20.12.77 (Joye Molens nv) of 0475 70 04 06 (S. Sanders), e-mail: info@molensjoye.be
- Database nummer
- 825
- Ten Bruggencatenummer
- 01395
- Internet bron
- Kazandmolen
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Kazandmolen is een stenen korenwindmolen, voorheen ook oliemolen, gelegen aan de westzijde van de Mandellaan (nr. 548), even over de grensscheiding met het vroegere Roeselare. Deze molen is de enige van de vroegere 13 molens te Rumbeke (en bij uitbreiding: van de gehele fustiegemeente Roeselare).
De Kazandmolen kreeg zijn naam naar zijn standplaats. De eerste herberg 't Casant was nabij en stuk land, genaamd 't Caeslant (1614). Waarschijnlijk is de naam "kazand" afgeleid van "Caeslant". Gedurende de bestaansperiode van de molen heeft de molen echter verschillende namen gekregen, meestal naar de uitbater of eigenaar: Metskens molen, Braemstampkot, Dumoulinsmolen, D'Hondts molen, Joyensmolen. Pas na het stilvallen vanaf 1936 werd de molen algemeen Kazandmolen genoemd.
We zien de molen aangeduid op de:
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) als een stenen windmolen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Braem Stampkot M(oul)in"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met het rond grondvlak van een stenen windmolen
Jacob Emmanuel Matthys bekwam op 3 mei 1773 het octrooi van de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia om een (houten) oliewindmolen op te richten in Rumbeke in het ambacht van Roeselare langs de "Brouwaenstraete (Bruanestraat, huidige Mandellaan) leedende naer Rousselaere ende ook naer Beveren".
De Kazandmolen was zeker al in gebruik in de tweede helft van 1773. Op 19 december 1785 werd het "oliestampkot" met het molenhuis verkocht aan Hilarius Demets uit Roeselare. Hij was afkomstig uit een olieslagersfamilie die te Roeselare de Oostmolen uitbaatte. Van dan af heette men hem "Metskens"-molen. Het was Demets, die de molen in zijn huidige vorm stak en hem meer dan een halve eeuw runde.
Op 10 maart 1810 rond zes uur in de morgen brandden de molen en het molenhuis volledig uit. De molen werd in 1813 herbouwd, zoals is aangegeven met het opschrift 'KAZANDMOLEN 1813', ca. 17 meter hoog tot aan de nok, met stenen kuip, "metende binnen 27 voet doorsnede met muren van vier en een halve steen dik, gebouwd met uitgelezen bakstenen gemetst met roggemeel en dragende drie koppel plettersteen". De nieuwe molen werd ingericht als olieslagerij en korenmolen.
Hilaire Demets stierf op de Kazandmolen op 8 januari 1843 en zoals gebruikelijk werd in het molenhuis de klok stilgezet en de molen schrank gezet, zolang de molenaar "over aarde lag". Hij werd opgevolgd door zijn zoon, eveneens Hilaire, die de molen runde samen met zijn zuster Anna. Beiden bleven ongehuwd.
In de nacht van 2 op 3 oktober 1843 werd aan de gevel van het molenhuis een kindje te vinden gelegd. Het werd te Rumbeke gedoopt onder de naam Pelagie Vandegevel, maar was in de streek bekend onder de naam Pelagie van de secretaris, bij wie ze dienstmeid was. Ze is gestorven op de vlucht te Oppuurs op tweede kerstdag 1917. Volgens haar eigen wens waren er geen doodsprentjes, want ze had slechts één wens : van de wereld weggaan zoals ze er op was gekomen : "Niemands kind en niemands vriend". Kwatongen en bijgelovige mensen echter gingen fantaseren rond die vondeling. Ze beweerden dat met het kind op de Kazandmolen ook het ongeluk was meegekomen: de weduwe Hilaire Demets stierf reeds het volgend jaar (zij was 85 jaar). De kinderen Demets verkochten de molen openbaar op 4 december 1849 voor 9000 frank aan Pieter Vermandel uit Lichtervelde. Het goed werd toen omschreven als "een koorn- en oliewindmolen in steen, met schoon galerijen, woonhuis in twee woonsten, kelders, magazijnen, olieciterns, cichoryfabriek en ast in yzer met koperen platen, bloemserre..." Sindsdien gingen de verschillende molenaars, die er werkten failliet. Halfweg de 19de eeuw waren er crisisjaren: hongersnood, opkomst van de mechanisatie, stoommachines, besmettelijke ziekten...
In 1858 ging de molen in pacht aan Jacobus Vervaecke, landman te Lichtervelde; in 1860 aan Pieter Jacobus Viaene, olieslager uit Moorselede. Molenaar Viaene werd in de zomer van 1865 gegrepen door één van de draaiende wieken en verloor daarbij een arm. Hij overleed op 12 juli aan de gevolgen daarvan. De dochter, Julie Viaene huwde met Henri Dumoulin van de Spanjemolen te Roeselare. In 1869 werd de molen in beslag genomen en openbaar verkocht, ten overstaan van de vrederechter te Roeselare. Henri Dumoulin kocht hem op 31 augustus 1869 voor 12.320 frank.
Om de concurrentie van de stoommaalderijen aan te kunnen, bouwde Henri Dumoulin een hoge schoorsteen bij de molen en liet een stoommachine plaatsen. Hij had daartoe op 22 augustus 1872 de toestemming gekregen. Er werd evenwel ook nog met windkracht gemalen en olie geslagen. Uit de expertise van 1875: "assez forte construction en briques conntenant deux paires de meules à tourteaux, trois presses, trois pannes, un cylindre, deux paires de meules à farine et une paire de meules à sarrasin. Dans une annexe se trouve une machine à vapeur de huit chevaux". De stoomaachine werd in 1877 verwijderd. Uit de expertise van 1877: "bâtiment conique circulaire en briques, contenant en bas 1 paire de meules verticales pour tourteaux, 4 pilons, 2 pannes; à l'étage 2 paires de meules pour grains et 1 petite meule".
Het ging molenaar Dumoulin blijkbaar toch niet voor de wind en in 1875 verliet hij Rumbeke voor Amerika. Een jaar later vertrokken zijn vrouw en kinderen.
De molen werd op 23 maart 1876 verkocht aan de weduwe en kinderen Jan D'Hondt-Ghyselen, eigenaars van de Vossemolen te Rumbeke en pachters op de Bergmolen, waar ze plaats moesten maken voor de zoon van de eigenaar. De D'Hondt's meenden, dat malen op een windmolen moest geschieden met de wind en de stoommachine en schoorsteen werden afgebroken. Na de dood van de weduwe in 1882 trok de jongste zoon Henri naar de Vossemolen, terwijl Remi en Celest, verstokte vrijgezellen, op de Kazandmolen bleven. Remi overleed in 1893 en Celest in 1895 als gevolg van een val van zijn kar in de Hoogstraat.
Op 6 mei 1896 kocht Clement Bonte uit Roeselare de molen en verpachtte hem aan Arthur Debruyne uit Lendelede. Op 1 mei 1905 pachtte Constant Joye van de Hondekensmolen te Izegem, de Rumbeekse molen. Op 26 juni 1908 overleed Constant Joye aan een hartaderbreuk en de zaak werd verder gezet door de weduwe met haar zes kinderen.
In 1928 werd de molen te koop gesteld, maar de jongste zoon, Michel Joye (Izegem 22.02.1899, +Rumbeke 18.04.1957, gehuwd met Paula Dumortier), in de volksmond Maarten genoemd, durfde het financieel niet aan. En omdat kooplustigen er op uit waren om de molen aan te kopen voor sloping, kocht de maatschappij "Eigen Heerd" uit Rumbeke (bouwmaatschappij voor het oprichten van werkmanswoningen) het goed aan op 7 november 1928. De molen werd tussen 1928 en 1933 hersteld (met o.m. een nieuwe kapbedekking met eiken schalies door molenmaker Jules Lievens-Standaert uit Lichtervelde, voorheen molenaar op de Steenakkermolen te Langemark) en Michel Joye baatte hem verder uit.
In 1934 bouwde Joye een mechanische maalderij. De molenuitrusting bestond toen uit twee koppels maalstenen, twee havercilinders, een buil en een zakkenophaler, terwijl de door een mazoutmotor aangedreven maalderij één koppel stenen en één havercilinder telde.
Op Bamesse (Sint-Bavo, 1 oktober) 1936 viel de molen stil. Michel Joye had immers een dieselmotor in de mechanische maalderij (met dieselmotor) voor het molenhuis geplaatst. De oorlog deed het tij keren. Windmolens konden moeilijker gecontroleerd worden op hun productie dan mechanische of elektrisch aangedreven maalderijen. En Michel Joye kocht op 20 november 1941 de Kazandmolen van de maatschappij "Eigen Heerd" op voorwaarde dat hij de molen in werking zou stellen en ten eeuwen dage zou in stand houden. In de zomer van 1942 draaide de molen weer, met het nieuwe stroomlijnprofiel Dekker op de roeden. (Deze platen werden in 2002 verwijderd; er is slechts één middenzoom). Op het gelijkvloers installeerde Michel Joye een mechanische maalderij. Deze werd in werking gesteld op 1 september 1942. Ze bevatte drie koppels maalstenen.
Op 4 september 1942 werd molenaar Michel Joye bij het opleggen van een overbrengingsriem gegrepen door het draaiend raderwerk. Hij werd de voet verbrijzeld. Kort voor Pasen 1951 kwam hij bij het vervangen van de maalstenen in de mechanische maalderij onder een molensteen terecht. Zijn knie werd verbrijzeld...
Bij besluit van de secretaris-generaal bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs werd de molen op 4 april 1944, samen met vele andere West-Vlaamse molens, "geklasseerd" (wettelijk beschermd als monument).
Op 16 november 1954, rond 7 uur in de morgen, brandde de Kazandmolen volledig uit. Enkel de zwartgeblakerde romp bleef als een donker silhouet tegen de spoorwegberm achter. Door het Rumbeeks gemeentebestuur werd op 24 november 1954 reeds geschreven naar het Ministerie van Openbaar Onderwijs (Dienst Landschappen en Monumenten) en de Kon. Commissie voor Landschappen en Monumenten ten einde toelagen en tussenkomsten te verwerven voor de heropbouw. De herstellingen werden toegestaan bij koninklijk besluit van 13.12.1955. Ze werden in 1956-'57 uitgevoerd. De stalen koningsspil, het sterwiel en een conisch aandrijfwiel kwamen van de “Lindemolen” in Alveringem. Deze stenen stellingmolen werd in 1993 volledig gesloopt. De gietijzeren molenas met het groot vangwiel en de blokvang kwamen van de Molen van Thijssen in Malden / Heumen (NL). Het wiekenkruis van Malden werd weliswaar reeds in 1945 uitgenomen (op last van de Royal Air Force), maar de kap en het binnenwerk werden pas in 1956 verwijderd. De overgebleven romp van Malden werd in 1996 gesloopt. Die molenas werd gegoten bij ijzergieterij De Prins van Orange in Den Haag in 1866 (nr. 431) en werd in 1867 geleverd aan een poldermolen in Zuidplas Moordrecht/Waddinxveen. Na de sloop van deze molen in 1876-1879 werd deze molenas naar Malden gebracht. Het vervoer vanuit Malden naar Rumbeke gebeurde door Van Haren te Alverna / Wijchen (NL).
De romp werd na de brand in 1956 één meter hoger gemetseld. De molenwal werd aan de straatzijde afgevoerd en vervangen door een ijzeren stelling. De ijzeren stellingdelen zijn afkomstig van de stenen molen Denys te Wevelgem. De geklinknagelde roeden hebben een vlucht van 26 meter: één van de langste in ons land. Op 11 juli 1959 draaiden de wieken triomfantelijk ter gelegenheid van de overname van de werken. In 1954, na de brand, werd aan de Mandellaan voor de molen een mechanische maalderij opgestart, gekend onder de naam "Bloemmolens Joye". Het bedrijf kwam in 1957 in handen an Michel Joyes zoon, Wilmar (Roeselare 1939 - Ardooie 2020), gehuwd met mevr. Christiana Buyse.
De vervuiling en schadelijke atmosferische invloeden knaagden aan de bakstenen molenromp. Een restauratiedossier werd ingediend en bij koninklijk besluit van 12.05.1981 werd de subsidiëring voor het herstellen goedgekeurd. Ook het stadsbestuur van Roeselare diende voor 20% tussen te komen. Bij ministerieel besluit van 10 juni 1982 kreeg pvba Alg. Bouwondernemingen Verstraete uit Rumbeke de restauratie toegewezen voor de som van 3.404.725 frank. Architect Paul Goethals uit Brugge (1933-2011) was de ontwerper van de herstellingswerken, die plaats hadden tijdens het tweede semester 1982 en het eerste semester 1983. De "Molens Joye" werden dan gerund door vader Wilmar en zoon Michel Joye.
Sinds 2003 is de molen eigendom van de familie Sanders. Eddy en zoon Stefaan Sanders zijn groothandelaars in meel en bloem uit Eernegem en namen de maalderij nv Joye over van Michel Joye. De nv Joye produceert kwaliteitsbloem en de windmolen wordt het uithangbord van het bedrijf.
Op 7 juni 2005 gebeurde een beperkte aanbesteding voor restauratie. De werken gebeurden onder leiding van ir.-arch. Sabine Okkerse uit Horebeke en werden in 2006 uitgevoerd door de nv Aquastra uit Wevelgem (kuip) en Thomaes Molenbouw nv uit Beveren-Roeselare (molenwerk). Op 29 november 2006 werden de roeden en de staart afgenomen: de roeden werden hersteld en van nieuw hekwerk voorzien; de staart werd geheel vernieuwd. De vroegere verdekkering (verwijderd in 2002) werd vervangen door verbusseling met automatische remkleppen. Er wordt voorzien dat de molen na de herstellingswerken op geregelde tijdstippen te bezoeken zal zijn en in werking zal worden gebracht.
Deze bakstenen molen, gedeeltelijk berg-, gedeeltelijk stellingmolen werd gebouwd in 1813. In 1942 werd een mechanische maalderij met 3 maalgangen op de benedenverdieping ingericht.
De vlucht van de wieken bedraagt ca. 26 m, wat vrij veel is. De gebroken kap met rechte voorwanden is bedekt met koperen platen. Op de benedenverdieping bevond zich een olieslagerij, die dienst deed tot 1905. Er wordt o.m. toegang verleend door middel van een tunnel doorheen de berg.
De Kazandmolen beschikt over verscheidene zolders. Op de maalzolder is een ijzeren spoorwiel met houten tanden. Daarmee wordt een ijzeren kamwiel aangedreven, die de loper van de maalgang op de steenzolder doet draaien. Daar bevindt zich trouwens een maalstoel. Verder is er de stapelzolder, de luizolder en de kapzolder met Engels Kruiwerk. Op de plooien van het bovenwiel staat in gotische minisculs "kadzandmolen door michel joye rumbeke heropgebouwd 1957/alfred ronse molentechnicus ontwerper gistel/door ch. peel en zonen h en g gistel en rob vande kerckhove ingelmunster molenmakers uitgevoerd/werken door e.l. dufour architect secretaris van de k.c.m.l. audergem overgenomen". Op de as staat "IJZERGIETERIJ DE PRINS VAN ORANJE S'HAGE 1866 n° 431".
In 2006-2007 liet Molens Joye nv een draaivaardige restauratie uitvoeren. De zaakvoerders, Eddy en zoon Stefaan Sanders, afkomstig uit Eernegem, namen de maalderij in 2003 over van Michel Joye. De nv Joye produceert kwaliteitsbloem en de windmolen vormt het uithangbord van het bedrijf.
Omdat deze stenen molen aan restauratie toe was (de vorige dateerde al van 1982-’83), werd een aanvraagdossier tot betoelaging van de werken ingediend. Na goedkeuring van het dossier, kende Vlaams minister Dirk Van Mechelen een restauratiepremie van 65.096,11 euro toe aan NV Joye. De stad Roeselare en de provincie betoelaagden elk 19.528,93 euro. De totale kostprijs bedroeg 120.000 euro.
Ontwerper is ingenieur-architect Sabine Okkerse uit Horebeke. Er werd geopteerd om de molen draaivaardig te restaureren met windkracht en de bestaande gemotoriseerde aandrijving van het enige steenkoppel in operationele toestand te behouden. We vinden het heel positief dat deze aandrijving niet “weggerestaureerd” werd. Aldus vormt de Kazandmolen een prachtig voorbeeld van de tijdsevolutie onder de vorm van opeenvolgende toegepaste energiebronnen in het malen. Op 7 juni 2005 gebeurde een beperkte aanbesteding. Laagste bieder was Aquastra bvba uit Wevelgem. Thomaes Molenbouw nv uit Beveren-Roeselare voerde de molentechnische werken uit.
Bij de vorige restauratiebeurt in 1982-’83 had aannemer Verstraete uit Rumbeke de romp al volledig hersteld, hervoegd en gehydrofobeerd. Het metsel- en het voegwerk verkeerden nog steeds in goede staat. Het volstond om de romp met water te reinigen, te ontmossen en opnieuw te hydrofoberen. De binnenzijde werd opnieuw mooi wit geschilderd.
Op 29 november 2006 werden de roeden en de staart afgenomen. De 26 meter lange, geklinknagelde roeden werden gemetalliseerd en van nieuw hekwerk voorzien. De vroegere verdekkering (verwijderd in 2002) werd vervangen door verbusseling met automatische remkleppen, zoals dat eerder ook op de Witte Molen in Sint-Niklaas gebeurde. We kunnen de argumenten voor deze vervanging, zoals aangehaald in de diagnose- & verantwoordingsnota, volledig bijtreden. We vinden het essentieel dat deze roeden veel minder riscio dragen om bij storm op hol te slaan, ook al dient vooral de molenaar de nodige alertheid op te brengen. Er komen nieuwe rode zeilen in kunststof.
De staartconstructie (staart, schoren of zwepen en spruiten) werd geheel vernieuwd. De staart uit 1957 was van oregon en vrij dun. Nu werd geopteerd voor een grotere sectie (27 x 27 cm onderaan en 35 x 35 cm bovenaan) en voor het traditionele eikenhout. De nieuwe zwepen zijn van lariks; de nieuwe spruiten van bilinga (omwille van de duurzaamheid). De eikenhouten kapconstructie en de bedekking met koperen platen konden grotendeels behouden blijven. Voor de regenwaterafvoer werd een nieuwe koperen goot en afvoerbuis langs de staart voorzien. Het recht keuveleinde aan de staartzijde, dat door waterinfiltratie sterk was aangetast, werd vervangen. Het metalen “Engels” kruiwerk werd ontroest en herschilderd.
Aangezien er geen houten moerbalken zijn maar wel metalen profielen, stelt zich bij de Kazandmolen dus niet het probleem van rotte balkkoppen in de muren! De zoldervloeren en de trappen bleken nog in goede staat te verkeren. Het draaiend werk (molenas, koning, vangwiel en vang) werd volledig nagekeken.
Met de restauratie heeft men alle sporen van de “geëvolueerde” molen (van windmolen tot gemotoriseerde aandrijving) weten te behouden. Op zaterdag 8 september 2007 werd de molen feestelijk ingehuldigd.
Opeenvolgende eigenaars:
- 1773, opbouw: Mattys Jacobus-Emmanuel, olieslager
- 19.12.1785, verkoop: Demets Hilarius (sr.), olieslager uit Roeselare
- 08.01.1843, erfenis: de kinderen: a) Demets Hilarius (jr.) en b) Demets Anne (overlijden van Demets Hilarius sr.)
- 04.12.1849, verkoop: Vermandele Pieter, landbouwer te Lichtervelde (notaris Bouten)
- 31.08.1869, verkoop: Dumoulin Henri, olieslager te Rumbeke (notaris Angillis)
- 23.03.1876, verkoop: a) D'Hondt Célestin, molenaar te Rumbeke, b) D'Hondt Remi en c) D'Hondt Henricus (notaris Crevits).
- 04.10.1883, deling: a) D'Hondt Célestin, molenaar te Rumbeke en b) D'Hondt Remi, molenaar te Rumbeke (notaris Vandeputte)
- 09.05.1893, deling: D'Hondt Célestin, molenaar te Rumbeke (overlijden van Remi D'Hondt)
- 21.12.1895, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Célestin D'Hondt)
- 06.05.1896, verkoop: Bonte-Demeester Clement, werktuigmaker te Roeselare
- 26.10.1900, erfenis: a) Bonte Clement, werktuigmaker te Roeselare en b) Bonte Joseph, werktuigmaker te Roeselare (overlijden van Clement Bonte)
- 18.01.1903, erfenis: Bonte-Capelle Joseph, werktuigmaker te Roeselare (overlijden van Clement Bonte)
- 26.06.1908, deling: Bonte-Mertens Marie Louise, zonder beroep te Roeselare (notaris Wyffels)
- 07.11.1928, verkoop: Samenwerkende Maatschappij "Eigen Heerd" (later werd die naam veranderd in Coöperatieve vennootschap "Eigen Heerd") te Rumbeke (notaris Wyffels)
- 20.11.1941, verkoop: Joye-Dumortier Michel, molenaar te Rumbeke (notaris Van den Oudenhove)
- 18.04.1957, erfenis: a) Joye Wilmar Victor Constantin (voor 1/2 naakte eigendom), molenaar te Rumbeke en b) Joye-Dumortier Michiel, de weduwe (voor 1/2 volle eigendom en 1/2 vruchtgebruik), handelaarster te Rumbeke (overlijden van Michiel Joye)
- 27.05.1964, afstand: Joye Wilmar Victor Constantin, molenaar te Rumbeke (notaris Wyffels)
- 2003, verkoop: Molens Joye NV, Eddy en Stefaan Sanders
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Joseph DELBAERE
Aanvullende informatie
Intekendatum: 18.04.2005, 11 u.
Molen: Rumbeke (Roeselare, W.-Vl.), Kazandmolen - gecombineerde stenen berg- en stellingmolen
Bouwheer: Molens Joye, nv, Rumbeke (Eddy & Stefaan Sanders)
Ontwerper: Arch.bureau Sabine Okkerse bvba, Horebeke
Opdracht: Aanvraag tot deelneming aan de beperkte aanbesteding voor de restauratie; o/cat. D23, kl. 2
Plaats aanbesteding: Molens Joye, nv, Mandellaan 548, 8800 Rumbeke
Toewijzing: Aquastra bvba, Wevelgem; kostprijs: €120.000 (molentechnisch werk in onderaanneming: Thomaes Molenbouw nv, Roeselare)
Uit: Johan Joye, "Joyes vondsten", users.telent.be/johan.joye
JOYE, Michel
Geboren: 22 februari 1899 te Izegem
Overleden: 18 april 1957 te Rumbeke
Ouders:
Vader: JOYE, Constant
Moeder: VERHAEGHE, Maria Ludovica
Gehuwd met:
DUMORTIER, Paula Maria
Zoon:
JOYE, Wilmar Victor
Geboren: 15 mei 1939
Overleden in Ardooie (wzc Hardoy) op 4 mei 2020.
Uitvaartdienst in beperkte familiekring op 9 mei 2020
Getrouwd: 30 april 1960 te Rumbeke
BUYSE, Christina Gabriella
Geboren: 23 oktober 1935 te Rumbeke
in de Sint-Martinuskerk te Oekene.
Kind(eren):
JOYE, Michel
JOYE, Louis
JOYE, Andre Frans
Literatuur
Archieven
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1894 (oprichtingsoctrooi, 03.05.1773, met o.m. een "Afteekeninge van eene partie lands toebehoorende sieur Jacobus Emmanuel Matthijs gelegen binnen de Prochie van Rumbeke").
- Provinciaal Archief Brugge, Hinderlijke bedrijven, A3/A5/A7-GB/1997-87-m (plaatsing dieselmotor, 1934)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Werken
- Chr. Devyt, Westvlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965, Brugge, 1966, p. 107.
- Luc Devliegher, De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984, p. 342-343 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9).
- Jeroen Cornilly, Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel 1. Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt", Brugge, 2001, p. 204.
- Joseph Delbaere, De oude molens van Rumbeke, in: Park Rumbeke, Roeselare, 1937.
-J. Delbaere, De Kazandmolen te Rumbeke, in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, 2, p. 108-146.
-Joseph Delbaere, Rumbeke door de eeuwen heen, (tentoonstellingskataloog),-windmolens, Rumbeke, 1961, p. 102-134.
Joseph Delbaere, Rumbeke. Werkmanswoningen van Eigen Heerd 1921-1946, Rumbeke, 1946, p. 49-53.
- (Lieven Denewet), Molenactua: Rumbeke, Kazandmolen, Molenecho's, XI, 1983.
- Johan Vermeulen, "Kazandmolen", in: Brochure Open Monumentendag, 2010, p. 14-20.
- Lorthiois Jacques, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (123).
- C. Devyt, Onze windmolens, Biekorf, 1954.
- C. Devyt, Onze windmolens, Biekorf, LVII, 1956.
- C. Devyt, Het Westvlaams molenpatrimonium, XVIC, 1994, 4.
- J. Delbecke e.a., Kazandmolen, in: Monumentenzorg in Roeselare, Roeselare, 1994, p. 24.
- Robert Desart, De Windmolens van België, Brussel, 1961.
- Lieven Denewet, Prachtvoorbeeld van geëvolueerde windmolen. De geslaagde restauratie van de Kazandmolen te Rumbeke, in: West-Vlaams Molenblad, jg. 2006, nr. 4.
- Ferdy Callewaert, Restauratie Kazandmolen Rumbeke bijna voltooid, Mandeldal, XXXII, 2007, 3.
- H. Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R", Rotem, 2001.
-Stadsbestuur Roeselare, Kazandmolen te Rumbeke, in: Brochure Open Monumentendag, Roeselare, 1990.
- Kazandmolen te Rumbeke, in: Open Monumentendag, stadhuis-Roeselare, 1997, p. 39.
- De Kazandmolen, in: Dokumentatiemap Roeselare, Roeselare, 1996.
Bouwen door de eeuwen heen, kanton Roeselare,Brepols- Turnhout,1999, p.493.
- Patrick Viaene, Industriële archeologie in België, Gent, 1990, p. 30.
Nijverhedismaalderij Molens Joye, in: Dit is West-Vlaanderen, Brugge, Flandria, 1962, p. 166.
- Geert Hoornaert, Octrooi-aanvragen tot het oprichten van molens, 1776-1788, Rollarius, XVIII, 1989, 6.
- De Cazandmolen of Metskens-later Joye''s molen te Rumbeke, Mandeldal, III, 1978, 12.
- J. Vermeulen, De laatste Roeselaarse molen (Kazandmolen), in: Brochure Open Monumentendag, 2007, p. 10-19.
- Chris Beel, De Kazandmolen, Mandeldal, XXXII, 2007, nr. 1.
- Johan Joye, "Joyes vondsten", users.telenet.be/johan.joye
Mailberichten
- Nico Jurgens, Hoorn, 10.05.2011 (met info uit het polderarchief verstrekt door J.S. Bakker uit Moerkapelle)
- Leo van der Drift, Den Haag, 10.05.2011.
- Herman Vanhoutte, Wevelgem, 13.01.2015.
Mondelinge mededelingen
- Omer Lievens uit Torhout aan Lieven Denewet, jaren 1980. Omer was de zoon van Jules Lievens-Standaert, die in 1928-1933 herstellingen uitvoerde aan de Kazandmolen.
Persberichten
- "Historische Kazandmolen te Rumbeke in de vlammen", Het Wekelijks Nieuws, 20.11.1954.
- "Een terugblik op Rumbekes verleden: de Kazandmolen", Het Wekelijks Nieuws, 15.11.1974.
- "Wat gebeurde er met de windmolens?" Het Wekelijks Nieuws, 18.03.1977.
- Stad subsidieert deel restauratie Kazandmolen, in: De Weekbode, 25.02.2005.
- Herwig Willaert, "Restauratie bijna klaar. Laatste authentieke stenen windmolen gered", Het Nieuwsblad, 17.02.2007.
- Herwig Willaert, "De Kazandmolen pronkt weer in volle glorie", Het Nieuwsblad, 11.09.2007.
- TD, "Markant bezoekt Kazandmolen", in: De Weekbode, ed. Roeselare, 14.05.2010.
- Grote publiek kan binnenkort weer Kazandmolen bezoeken, Het Laatste Nieuws, 01.03.2005.
- "De Rumbeekse molen" (oude prentkaart), De Weekbode, 15.01.1993.
CDR, “Molenaar Wilmar Joye (80) overleden”, Het Laatste Nieuws, 05.05.2020.
- Steven Leenknegt, “Molenaarsfamilie en molen nemen op traditionele wijze afscheid van Wilmar Joye (80): “Vader voelde zich hier altijd thuis”, Het Nieuwsblad, 05.05.2020.
- Stefaan Beel, “Kazandmolen in rouw na overlijden Wilmar Joye”, Krant van West-Vlaanderen, 07.05.2020.