Molenechos's Homepage Molenechos.org

Voldersmolen

Ieper, Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Voldersmolen, Molen Nuyttens
Ligging
ten N v.d. Koninklijke Poort
8900 Ieper
tegenover het Elverdingse hoornwerk
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1680 / voor 1696 / 1781
Verdwenen
ca. 1680, brand / 1735, storm / voor 1829
Type
Stenen windmolen
Functie
Volmolen, later korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
8193

Beschrijving / geschiedenis

Net buiten de "Porte Royale" op de Sint-Maartensparochie stond een voldersmolen, een stenen windmolen om lakens te vollen. Deze "porte royale" bestaat niet meer en lag tegenover het Elverdingse hoornwerk, in het hoornwerk van de "basse ville" en gaf uit op zowel de Boezingepoortstraat als de Elverdingestraat. Het kanaal van Boezinge (de oude Ieperleet) kwam In het hoornwerk van de "basse ville" binnen de stad en voedde daar de waterpartijen in de door Vauban aangelegde hoornwerken.

Een eerste molen, in het bezit van de volders van Ieper, stond daar tot op het eind van de 17de eeuw Dan werd hij door een brand vernield. Een zekere Colin kocht toen de molenruïne en bouwde hem weer op als een graanmolen. In 1696 werd de molen geamortiseerd onder de Fransen. De jaarlijkse belasting van 6 gulden werd toen afgekocht door de betaling van een eenmalige som van 112 Franse ponden.

In 1735 vernielde een orkaan deze molen die niet onmiddellijk heropgebouwd werd. De gronden werden gebruikt als moestuin.

Op 30 maart 1781 vroeg Jean Louis Nuyttens, lid van het molenaarsgilde in de stad Ieper ("supost du corps des Meuniers de la ville d'Ypres"), aan de Financiële Raad in Brussel de toelating tot het heroprichten van een graanwindmolen net buiten de stad, net buiten de Koninklijke Poort ("Porte Royale") op de Sint-Maartensparochie, waar in 1735 een oude molen was vernield geworden. 

In zijn aanvraag drukte Nuyttens op het algemeen belang van de heropbouw van de molen en het feit dat er geen gelijkaardige molen meer stond.

De Financiële Raad, die het dossier voorbereidde, vroeg eerst advies aan de Ontvanger-generaal van de Domeinen van Geretroceerde Landen ("Receveur Générale des Domaines du Pais Retrocédé"). Het openbaar onderzoek naar de heropbouw stelde geen enkel probleem. Het octrooi werd verleend op 17 mei 1781. De heroprichting diende binnen het jaar te gebeuren. De molen werd gebouwd op dezelfde plaats, op zo'n 200 voet van de straat. Jean Louis Nuyttens was voor zijn molen een jaarlijkse cijns van 4 hoet tarwe verschuldigd. Het eerste jaar betaalde men het dubbele als een vorm van startgeld, een extra belasting die ook geheven werd bij iedere overdracht van de molen. De taxatie die in natura aangegeven werd, werd wel omgezet in geld.

Er zijn, onder meer door de brand van het Ieperse stadsarchief in 1914, geen verdere gegevens meer bekend over deze windmolen. Hij komt niet meer voor in de kadastergegevens vanaf 1829.

Kristof PAPIN

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Raad van Financiën, nr. 1913 (heroprichting, 1781)

Werken
Kristof Papin, "De oprichting van molens in de stad en kasselrij Ieper in de 18de eeuw: schipperen tussen private en publieke belangen", Westhoek (Tijdschrift voor geschiedenis en familiekunde in de Vlaamse & Franse Westhoek),  jg. 31, 2015, nr. 1, p. 229-240 (230-231, 235, 237).
Lieven Denewet, "Volmolens voor wol en zeemleder in Vlaanderen en Waals-Brabant. Deel 1. Geografische en chronologische inventaris", Molenecho's, jg. 15, 1987, nrs. 2-3, 158 p. (themanummer).