Aalbeke (Kortrijk), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Hoogmolen
- Ligging
- Luingnestraat
8511 Aalbeke (Kortrijk)
zuidwestzijde
hoek met Zevekotestraat
kadasterperceel B430
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Geo positie
- 50.774899, 3.232819 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Gemeente Kortrijk
- Gebouwd
- voor 1571 / begin 17de eeuw / 1717
- Type
- Staakmolen met gesloten voet
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Vrij steile buitentrap
- Gevlucht/Rad
- Gelast, ca. 24 meter. Makelij: Weerter Scheepsbouw Maatschappij b.v. Weert Nederland Bouwjaar: 1995.
- Inrichting
- Twee steenkoppels, haverpletter
- Toestand
- Maalvaardig
- Bescherming
- M: monument,
04.04.1944 - 09.02.1946 - Molenaar
- Jan Velghe, Kortrijk
- Openingstijden
- Gesloten in afwachting van restauratiewerken
- Database nummer
- 815
- Ten Bruggencatenummer
- 04156
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Hoogmolen is een houten korenwindmolen, type staakmolen met gesloten voet, aan de zuidwestzijde van de Luingnestraat, op de hoek met de Zevekotestraat.
De Hoogmolen is de oudste windmolen van Aalbeke. Hij werd voor 1571 gebouwd. We vinden hem vermeld in de kohieren van de 20ste penning van Aalbeke van dat jaar. Molenaar Jan Messiaen pachtte dan van zijn vader Jan: een huis, schuur en korenwindmolen op ongeveer 2,5 bunder land. In totaal betaalde Jan 144 ponden parisis pacht en voor de 20ste penning 7 ponden 4 schellingen: "Jan Messyaen fs. Jans houdt in pachte van Jaen Messyaen zyn vader een behuust stedekin met huus schuere groot II bunderen en half ofte daeromtrent mydts oock een coornemuelene daer up staende ende moet voor elck samen betaelen jaerlicx de somme van IcXLIIII p. par. Comt voor de XXe penninck VII p. IIII sch."
Dezelfde Jan Messiaen bezat in Aalbeke eveneens een oliewindmolen ("Olyemuelene die maelt ende stampt") op een mote, geschat op 84 ponden parisis. Voor de 20ste penning moest hij 4 ponden 4 schellingen betalen: "Jan Messyaen zijn hofstede ende booghaert behuust met huus schuere proest poorte ende ovenbuer groot Vc ghetauxeert VI p.
Den selven noch XXVIc winnende landt geleghen bij der muelene den zelven toebehorende ghetaxeert XXIX p. Somme tsamen XLIIII p. Compt voor de XXe penninck XLIIII sch.
Den selven es noch erfachtich bedrijvende een windtmuelene malende ende stampende mydts een mote van IIc ende hondert landts
ghetauxeert IIIIxx IIII p. Compt voor de XXe penninck IIII p. IIII s. (par.)
Loey Calewaert es erfachtich van een hofstede met een huus gheleghen bij den Olyemuelene die maelt ende stampt groot IIIIc ghetauxeert VIIII p. (par.)"
Na de vernieling tijdens de troebelen rond 1580, werd de molen in het begin van de 17de eeuw herbouwd. We zien hem aangeduid op de militaire kaart van ridder de Beaurain uit 1694. De molen brandde af in 1714 en werd in 1717 herbouwd. Het jaartal 1717 is terug te vinden op de steenlijst.
In 1713 was de molen eigendom van de erfgenamen van Cornelis Liagre (of Dejaeghere), maar de bouwheer van de nieuwe molen was wellicht Jan Maes, die in 1717 immers als eigenaar optrad. Tot het midden van de 19de eeuw bleef de molen in het bezit van zijn erfgenamen. Daarna kwam de molen via aankoop in handen van de familie Messiaen, waardoor de molen toen bekend stond onder de benaming Messiaensmolen.
We zien de molen aangeduid op de:
- Villaretkaart (1745-1748) als een staakmolen met de benaming "Moulin d'Aelbeck"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen en met de benaming "Hooghen Molen"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Hoogen Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
De windmolen werd op 4 april 1944 beschermd als monument omwille van zijn artistieke, oudheidkundige, historische en esthetische waarde (bekrachtigd door Regent Karel op 09.02.1946 en pas in 1986 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad).
De molen werd in 1967 buiten bedrijf gesteld (de laatste beroepsmolenaar was Maurice Vercleyen) en takelde langzaam af. Stad Kortrijk kocht het erfgoed in 1980.
Rond 1983 werd de Kortrijkse architect E.J. De Meyere belast met de restauratie. Omwille van de slechte toestand waarin de molen verkeerde, werden in een eerste fase dringende beschermings- en instandhoudingswerken voorzien. Deze bestonden uit het in draaistaat brengen van de wieken, noodzakelijk voor het uitnemen van de wieken, het effectief uitnemen van de wieken en het afdichten van de openingen. De uitvoering van deze werken vond plaats in het voorjaar 1984.
Daarop volgde de studie van de effectieve restauratie die de standaardmolen opnieuw windmaalvaardig moest maken. Zo dienden onder andere de teerlingenblokken en het metselwerk van het teerlingenkot hersteld te worden. De standaard met kruisplaten en steek- of okselbanden was nog in goede staat, maar het nazien van de verbindingen alsook van de stalen banden en ankers was noodzakelijk. De molenkast verkeerde in slechte toestand en moest volledig uit elkaar genomen worden. Wat nog bruikbaar was, zou worden gerecupereerd. Van de buitenbeplanking en het berd kon evenwel niets meer hergebruikt worden. Van de kunstleien op de molenkap en aan de windzijde (windweeg) was amper nog een klein aantal in goede staat. Om het gewicht van de molen te reduceren werd voorgesteld de kunstleien te vervangen door eiken leien. De trap met de straat, het kruiwerk en de reeds eerder weggenomen wieken waren allemaal in een dergelijke slechte staat dat volledige vervanging aan de orde was. Ook het draaiende werk was grotendeels aan restauratie toe. Voorzien werd om het vangwiel en het kamwiel waar nodig te herstellen. De vang zelf was aan vernieuwing toe, net als het luiwerk. Ook het plaatsen van een nieuwe natuurstenen halsteen en dito pinsteen en een nieuw koppel molenstenen werd vooropgesteld. Van zowel de grote als de kleine stenen zou de steenkist behouden worden mits herstelling. Van die gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om telkens een regulateur (van Watt) te installeren. De haverpletter zou worden gedemonteerd en hersteld. Tot slot dienden al het houtwerk behandeld te worden en al het ijzerwerk ontroest en tegen corrosie beschermd te worden. Tevens werd de installatie van een bliksembeveiliging voorzien. Wat de omgeving betrof werden een lage afsluiting en de aanleg van een gekasseid pad voorzien. Voor de uitvoering van deze restauratiewerken werd in februari 1993 de Aalbeekse molenbouwer Cottenier aangesteld. Omdat sommige elementen in een minder goede staat bleken te verkeren, werd tijdens de uitvoering soms afgeweken van het lastenboek. Zo was gebleken bij het wegnemen van de gietijzeren askop dat de houten molenas ter hoogte van de askop tot ongeveer 80 cm diep verrotting vertoonde. Bijgevolg werd overgegaan tot de vervanging van de molenas. Tevens bleek dat het vangwiel niet zomaar kon gerecupereerd worden. De stoparmen en de vellingen bleken dermate door houtworm aangetast, dat het vangwiel in verregaande mate moest gerestaureerd worden. Ook het kruiwerk diende aangepast te worden om deze aan de rugzijde van de trap te kunnen bedienen. Tevens bleken de planken in de steenkisten aan vervanging toe. De toestand van de oude havermolen was ook zo slecht dat het de bedoeling was een nieuwe haverpletter te voorzien. Deze werd echter nooit geplaatst. Aanvankelijk evenmin voorzien was het metalliseren van de roeden. Bij het vernieuwen van de buitenbeplanking werd de ronding van de onderkast aan de windzijde echter weggewerkt. Als besparingsmaatregel voor de meerkosten werden onder ander enkele omgevingswerken, zoals grondwerken aan de belt, de aanleg van een drainering en een dam omheen het molenkot, de aanleg van een toegangsweg en het voorzien van beplanting, achterwege gelaten of achteraf door de stad uitgevoerd. De kruipalen werden eveneens uit het uitvoeringsdossier gehaald en achteraf door de stad zelf geplaatst. Na een succesvol proefmalen in november 1995 werd de standaardmolen in september 1996 officieel ingehuldigd. De restauratie had evenwel niet volledig blijk gegeven van een optimaal respect voor de authentieke erfgoedwaarde. Zo werd de havermolen met zijn aandrijving van buitenaf niet teruggeplaatst, zat de brugbalans niet langer verzonken in de zoldervloer, of verdween het kijkgat aan de staartzijde.
Sindsdien wordt de molen op vrijwillige basis in werking gehouden. De huidige molenaar is Jan Velghe uit Kortrijk.
In 2006-2007 werden door de firma Molenbouw Wieme enkele onderhoudswerken uitgevoerd voor 29.984,28 euro. Al het houtwerk, waaronder de molenkast, de staart, de balken, de kruisstoel, de loopschoren, het hekwerk van de wieken, …, werden gebeitst met een zonbestendige beits. Ook werden houten onderdelen zoals de deur, de luiken, de daklijst, de windplanken, de hondjes, de balkkoppen, het borststuk, het voorkeuveleinde, de kruisstoel, het kruiwerk, de leuningen, de wiggen, de kruipalen, de afsluiting, … nog eens geschilderd. De ijzeren elementen, zoals de roeden, de askop, het poortje, de stormringen, … werden in een PU-tweecomponentenverf gezet. Voorts werden de windplanken vernieuwd, de rotte klossen op de wieken vervangen en de kapotte traptreden hersteld.
In het najaar van 2008 bracht de firma Molenbouw ’t Gebinte uit Erpe-Mere een nieuwe dakbedekking in eikenhouten schaliën aan. Tevens werden de roeden in de askop met nieuwe wiggen en spitijzers vastgezet.
Op 25 november 2011 kreeg vrijwillig molenaar Eric Beyls uit Menen (Izegem 1941 - Menen 2015) een klap van twee opeenvolgende molenwieken, nadat het gevlucht plots aan het draaien was gegaan door een slechtwerkende vang. Hij werd zwaar gewond overgebracht naar de spoedafdeling van het AZ Groeninge te Kortrijk. Het slachtoffer was er erg aan toe: hij brak verscheidene ribben, heeft een geperforeerde long en ook een nekwervel werd geraakt. Gelukkig kwam betrokkene er weer bovenop.
De stad Kortrijk investeerde in 2018 40.000 euro in de restauratie van de Hoogmolen. Dat budget werd gebruikt voor het vervangen van kapotte leien op het teerlingkot, het optrekken van de trap, het plaatsen van nieuwe zeilen op de wieken, het vervangen van de windpulm onder de baansteen (arduinen steen waar de molenas in draait) en het centreren van het vangwiel. Om het mooie zicht, de open omgeving en de windvang te vrijwaren, heeft de stad Kortrijk een voorstel voor een verkaveling voor negen woningen tegenover de Hoogmolen geschrapt. Het is de bedoeling om de molen na de werken weer open te stellen voor publiek en te laten draaien en malen.
Bouwkundige beschrijving en inscripties (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Staakmolen op een molenwal met twee zolders en met een gesloten voet (vroeger een open voet). Aan de voor- of staartkant en de twee zijkanten is de molenkast voorzien van een verticale beschieting. Aan de windzijde (of windweeg) en op de gebroken kap lagen omstreeks 1984 nog eternieten leien die achteraf bij de restauratie van de molen door eikenhouten leien werden vervangen. De staart was vroeger gemaakt van een met een balk verlengde ijzeren roede, afkomstig van de in november 1940 door de wind gevelde staakmolen Petit Moulin op de wijk Malcence in Luigne. Om de staakmolen te kruien moest deze steekstaart worden voortgeduwd. Met de restauratie van 1993-1995 werd een nieuwe eiken staart met een eveneens nieuwe molentrap voorzien. Net als bij het oude wiekenkruis meten de nieuwe wieken ongeveer 24 meter. De oude roeden, waarvan de oude binnenroede afkomstig was van de stenen Tombroekmolen in Luigne, waren destijds half verdekkerd. Tijdens de restauratie van 1993-1995 werden nieuwe roeden met voor- en achterhekken voorzien. Opnieuw werd geopteerd voor een halve verdekkering. Het vastzetten van de molen gebeurt, net zoals voor de restauratie van 1993-1995, door middel van twee loopstaken of -schoren.
Van bij zijn oprichting was het een korenmolen. De eerste zolder doet nog altijd dienst als meelzolder. In de houten zijwanden van de molenkast steken drie ronde kijkgaten. Centraal bevindt zich de meelgoot met meelschuif, meelbak en scheiplankje. Aan de meelbak zijn twee ijzeren haakjes om de te vullen zak aan op te hangen. Op de meelgoot is, zoals destijds gebruikelijk, een houten kruisje met Christusfiguur aangebracht. Om de zakken op te houden is aan een balk ter hoogte van de meelgoot een katrolletje met touw, schuifloopje en haakje vastgemaakt. Nabij de windzijde bevindt zich een bollenregulator om bij grotere draaisnelheid van de molen de loper van het bovenliggende koppel maalstenen in de achtermolen automatisch bij te steken. Vlakbij staat nog steeds de hoge brugbalans, waarvan de weegvloer vóór de restauratie van 1993-1995 in de zoldervloer zat ingewerkt. Vlak onder de zoldering bevinden zich de twee pasbalken van het lichtwerk. Vlakbij de trap, die daardoor moeilijk toegankelijk was, stond voor de restauratie van 1993-1995 een haverpletter die via een riemoverbrenging aan de buitenzijde van de molen met de wind werd aangedreven. Na de restauratie werd de haverpletter niet meer teruggeplaatst.
Vanuit de eerste zolder steekt een houten steektrap naar de tweede zolder, die op de eerste plaats dienst doet als steenzolder. Vlakbij het trapgat bevindt zich een lichtboom, waarvan het lichttouw, samengesteld uit twee riemen en twee touwen, met zijn gewichten tot op de eerste zolder reikt. Zowel in de achtermolen als in de voormolen bevindt zich een koppel maalstenen. Ook de bollenregulator voor het bijsteken van de loper in de voormolen bevindt zich op deze zolder. Onder de molenkap situeert zich het luiwerk dat in verbinding staat met de buitenlui dat aan de voorzijde buiten onder een luikap steekt. In de plankenvloer tussen de twee maalstoelen bevindt zich een luigat met luiluik. In de zijwanden van de kast steken twee ronde kijkgaten, aan de windzijde een teerluik en aan de voorzijde laadluik.
Voor de windaandrijving zorgen enerzijds het vangwiel met stalen hoepelvang, dat 54 kammen telt en inhaakt in een schijfloop met 15 staven om de loper in de achtermolen aan te drijven. Het voorwiel telt 48 kammen en brengt de kracht over op een kamwiel met 14 kammen, dat op zijn beurt de loper in de voormolen in beweging brengt. Tegen één van de zijden bevindt zich de vang.
De gesloten voet van de Hoogmolen, waar de wanmolen staat, wordt thans gebruikt als berging. Bakstenen muren, opgetrokken in rode baksteen van 19 x 9 x 5,5 cm (10 lagen: 69,5 cm).
De geschiedenis van de windmolen laat zich tot op vandaag nog altijd gedeeltelijk aflezen via de vele inscripties die in de houten constructie zijn ingebeiteld. De steenlijst vermeldt het bouwjaar "1717". Onderaan de standaard staat "+ / pvn / 1801", op een kruisplaat "1831". Op de zijkant van de graankoker staat te lezen "ETRUS M / De Vos / Mu IN IAER/ 1801/ TOT AELB” (de eerste letter P verdween bij het uitzagen van de zijkant) alsook "CH. MESSIAEN / 1853" en "1860 FIDELE MESSIAEN". De weegband rechts van de ingang herinnert aan "E MESSIAEN 1847".
De maaluitrusting van de mechanische maalderij is nog volledig bewaard. Deze omvat in het bijzonder twee maalstoelen, een buil, een haverpletter, een elevator en een graanreiniger. Het geheel werd (en kan nog steeds worden) aangedreven door een elektromotor en een daarop aansluitend systeem van overbrengingsassen, riemschijven en drijfriemen.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Debrabandere-De Collignies Marcellin, de weduwe, rentenierster te Aalbeke
- 24.06.1867, verkoop: a) Messiaen Carolus, molenaar te Aalbeke en b) Messiaen Fidelius, molenaar te Aalbeke (notaris Pycke)
- 15.05.1881, verkoop: a) Messiaen Karel (voor 1/2), molenaar te Aalbeke en b) (samen voor 1/2) Messiaen Adolphus, Messiaen Ivo, Messiaen Jules, Messiaen Felix en Messiaen Silvia en Messiaen Elonia, landbouwers te Aalbeke (notaris Carette)
- 12.09.1882, verkoop: a) Messiaen Karel (voor 1/2) en b) (samen voor 1/2) Messiaen Adolphus, Messiaen Ivo, Messiaen Jules, Messiaen Felix, Messiaen Silvia (notaris Carette)
- 17.03.1895, verkoop: a) Messiaen Karel (voor 1/2) en b) (samen voor 1/2) Messiaen Adolphe, Messiaen Ivo en Messiaen Jules (notaris Vandeputte)
- 15.04.1895, erfenis: a) Messiaen Adolphe, b) Messiaen Ivo en c) Messiaen Jules (overlijden van Karel Messiaen)
- 15.10.1901, erfenis: a) Messiaen Ivo Henri, molenaar te Aalbeke en b) Messiaen Jules Camille, molenaar te Aalbeke (overlijden van Adolphe Messiaen)
- 24.05.1902, erfenis: Messiaen Jules Camille, landbouwer te Aalbeke (overlijden van Ivo Messiaen)
- 20.05.1904, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Jules Camille Messiaen)
- 17.09.1904, verkoop: Christiaens-Messiaen Karel, landbouwer te Rollegem (notaris Vandeputte)
- 12.06.1909, erfenis: en kind (overlijden van vrouw Messiaen)
- 04.04.1930, afstand: Soenen-Christiaens Jules Florent Aloïs, landbouwer te Rollegem (notaris Guillemyn)
- 14.04.1934, verkoop: Vercleyen-De Winter Charles Louis Henri Victor, molenaar te Lauwe (notaris Guillemyn)
- 10.02.1956, gift: a) Vercleyen-De Winter Charles Louis Henri Victor (voor vruchtgebruik), zonder beroep te Aalbeke en b) (samen voor naakte eigendom) Vercleyen Willy Remi, Vercleyen Nestor Isidoor, Vercleyen Maurice Frans, Vercleyen Simonne en Vercleyen André Cyriel (notaris Torreele)
- 10.01.1958, erfenis: a) Vercleyen-De Winter Charles Louis Henri Victor, de weduwe (voor vruchtgebruik), zonder beroep te Aalbeke en b) (samen voor naakte eigendom) Vercleyen Maurice Frans, Vercleyen Simonne en Vercleyen André Cyrille (overlijden van Charles Vercleyen)
- 18.04.1964, afstand: a) Vercleyen-De Winter Charles Louis Henri Victor, de weduwe (voor vruchtgebruik), zonder beroep te Aalbeke en b) (samen voor naakte eigendom) Vercleyen Maurice Frans, bediende te Aalbeke, Vercleyen Yvonne Simonne en Vercleyen André Cyrille (notaris Deschaepmeester)
- 22.11.1966, erfenis: a) Vercleyen-De Winter Charles Louis Henri Victor, de weduwe (voor 2/24 volle eigendom), zonder beroep te Aalbeke en b) (voor 11/24 naakte eigendom) Vercleyen Maurice Frans, bediende te Aalbeke en c) (voor 11/24 naakte eigendom) Vercleyen Vercleyen André Cyrille, werkman te Aalbeke (overlijden van Yvonne Vercleyen)
- 07.08.1978, erfenis: a) Vercleyen Maurice (voor 1/2), bediende te Aalbeke en b) Vercleyen André Cyrille (voor 1/2), werkman te Aalbeke (overijden van de weduwe De Winter van Charles Vercleyen)
- 27.10.1980, verkoop: Kortrijk, de Stad (burgemeester Lambrecht van Kortrijk - omwille van behoud van cultureel patrimonium)
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Aanvullende informatie
Jaarlijks aantal asomwentelingen
1995: 0
1996: 23.897
1997: 67.759
1998: 74.344
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (68).
Van de drie molens die Zuid-West van de plaatse een regelmatigen driehoek vormden, bestaat nog alleen, schoon te winde en wel onderhouden, de Plaatsemolen in den wandel Messiaens Molen. Heden gebruikt door Karel Vercleyen, die dicht de plaats bij zijne woning binst de windloosheid nog de klanten gerieft door motorkracht. De molen beheerscht de geheele streek.
Gebouwen op torrekot, dat dient als bergplaats, is het een schoone molen, maar de steilte van haren trap is voor mij eenen afsteek; de molen is zoo kort van steert, gezien de dam te klein is.
Intekendatum: april 2006
Molen: Aalbeke (Kortrijk, W.-Vl.), Hoogmolen - staakmolen met gesloten voet
Bouwheer & ontwerper: Stad Kortrijk, directie Facility
Opdracht: Onderhoud, vooral schilderwerken
Alle houtwerk (molenromp, staart, balken, kruistoel, loopschoren, hekwerk wieken en afsluiting) wordt gebeitst met zonnebestendige beits. De houten onderdelen zoals de deur, de luiken, de daklijst, de windplanken, de 'hondjes', de balkkoppen, het borststuk, het voorkeuvel-einde, de kruistoel, de leuningen, de kruipalen en de wiggen worden ook nog eens geschilderd.
De ijzeren onderdelen worden in een PU-twee-componentenverf gezet: de roeden, de askop, het poortje en de stormringen.
Vernieuwing van de windplanken, enkele rotte klossen op de wieken en een paar kapotte traptreden.
Raming: 29.984,28 euro
Plaats aanbesteding: Grote Markt 54,. 8500 Kortrijk (Directie Facility, ingang via Papenstrat, 2de verdieping
Toewijzing: Wieme R. & K. Molenbouw bvba, Zulte
Intekendatum: 2008
Molen: Aalbeke (Kortrijk, W.-Vl.), Hoogmolen - staak-molen met gesloten voet
Bouwheer & ontwerper: Stad Kortrijk, directie Facility
Opdracht: Onderhoud: vervangen kapbedekking door eikenhouten schaliën; nieuwe wiggen en spitijzers voor de askop; 4 nieuwe zeilen met gegalvaniseerde kettingen en haken voor de vasthechting hangsel- en slingerkoorden; raming: €42.180,33 (incl. btw)
Plaats aanbesteding: Grote Markt 54, 8500 Kortrijk (Directie Facility, ingang via Papenstraat, 2de verdieping
Offertes: 't Gebinte Molenbouw bvba, Erpe-Mere, €32.065 (24 % onder de raming), Thomaes Molenbouw
Marc Lemaitre, "Hoogmolen Aalbeke wordt opgefrist", 08.04.2006.
Tot voor kort was de Hoogmolen in de Luignestraat 38 het enige beschermde monument van Aalbeke (foto van Jan Verschelden, geleend van Molenecho's). De maalvaardig gerestaureerde molen krijgt een opfrissing. Daartoe neemt de gemeenteraad volgende maandag een wellicht unanieme beslissing. Het Vlaamse Gewest subsidieert omdat het een 'zen-monument' is. 'Zen' ???Ooit had de Kortrijkse deelgemeente Aalbeke drie molens. Alleen de Hoogmolen of 'Messiaenmolen' staat er nog, Luignestraat 38. Volgens sommigen zou het de oudste molen van West-Vlaanderen zijn, maar niet iedereen onderschrijft die bewering. Toch is het een stuk erfgoed met een eerbiedwaardig verleden. Volgens een inscriptie op de steenlijst dateert de huidige molen van 1717; eigenaar Jan Maes bouwde hem in vervanging van een eerdere molen die in 1714 in de fik ging. Op een oude kaart van 1694 is op die plaats al een molen getekend. De familie Maes behield de molen tot in de jaren 1800; nadien werden de Messiaens eigenaar.
De molen werd in 1967 buiten bedrijf gesteld en takelde langzaam af. Stad Kortrijk kocht het erfgoed in 1980. De windmachine was al bij besluit van de Regent op 4 april 1944 geklasseerd als beschermd monument. In 1990 werd de bescherming uitgebreid tot de inwendige machinerie. Met Vlaamse subsidies werd de molen in 1994-1995 opnieuw maalvaardig gemaakt.
Vrijwillige molenaars zetten de wieken geregeld in gang. In de warme maanden is de molen te bezichtigen op elke 2e zondag van de maand. Info: erfgoedcel@kortrijk.be.
De molen is van het type staakmolen met gesloten voet en werd (wordt) gebruikt om koren te malen. Het 'gevluchte' (de wieken) is 24 meter breed. Het gevaarte is uitgerust met twee steenkoppels en een haverpletter. Bij een staak- of standaardmolen rust de houten molenkast op een spil of standaard, en de molen wordt in zijn geheel naar de wind gedraaid.
Voorkeuveleinde
De directie Facility van eigenaar stad Kortrijk heeft een opfrissingsdossier uitgewerkt. Alle houtwerk (molenromp, staart, balken, kruisstoel, loopschoren, hekwerk wieken en afsluiting) wordt gebeitst met zonnebestendige beits. Bovendien worden houten onderdelen zoals de deur, de luiken, de daklijst, de windplanken, de 'hondjes', de balkkoppen, het 'borststuk', het 'voorkeuveleinde', de kruisstoel, de leuningen, de kruippalen en de wiggen ook nog eens geschilderd - ik plagieer met enige wellust de 'molinologische' termen. Al wat ijzer is wordt in een PU-tweecomponentenverf gezet: de roeden, de askop, het poortje en de stormringen.
Aan een kwetsbaar mechanisme dat aan weer en wind wordt blootgesteld zoals een molen moeten voortdurend onderdelen hersteld of vernieuwd worden. Nu ook weer: de windplanken, enkele rotte klossen op de wieken en een paar kapotte traptreden.
Het is een dossier van 29.984,28 euro. Aangezien de molen een beschermd monument is, komt er financiële steun van het Vlaamse Gewest. Het gevaarte wordt beschouwd als een 'ZEN-monument'. Alle gevluchte ten spijt, staat 'zen' hier niet voor zweverige new age-toestanden. De Vlaamse overheid beschouwt 'molenrompen' als monumenten 'Zonder Economisch Nut'. Daarvoor heeft Vlaanderen onderhoudspremies van 80% beschikbaar. In dit geval is dat 23.987,43 euro. Allee gemeenteraadsleden: voor hoop en al 6000 euro netto gaan jullie je toch niet laten kennen zeker?
Zie ook: http://www.vvia.be/vviasites/8500_001.htm en http://www.molenechos.org
Marc Lemaitre, "Na twee restauraties staat de Aalbeekse Hoogmolen nog niet droog", 19.02.2010.
De Hoogmolen in Aalbeke is gerestaureerd in 1995 en, omdat die restauratie niet oordeelkundig was gebeurd, vorig jaar opnieuw. Maar zijn dak lekt nog altijd. Bovendien is er roestvorming op metalen onderdelen die gegalvaniseerd hoorden te zijn en zijn verweerde en vermolmde 'lieswiggen' niet verhangen hoewel dat in het bestek stond. De aannemer moet dus wachten op zijn geld (26.500 euro zonder 21% BTW). Bij de aanbesteding in 2008 lag zijn offerte overigens 24% onder de raming. De aannemer krijgt nog tot halfweg maart de tijd om de gebrekkige uitvoering van zijn opdracht goed te maken.
Historische molen
De Hoogmolen - ofte Messiaensmolen - in de Kortrijkse deelgemeente Aalbeke is een van de oudste beschermde monumenten van Kortrijk. In april 1944 kwam het elegante gevaarte al op de lijst van de 'geklasseerde' panden. Ik schreef er al over in 2006. Het is een stuk erfgoed met een eerbiedwaardig verleden. Volgens een inscriptie op de steenlijst dateert de huidige molen van 1717. Eigenaar Jan Maes bouwde hem in vervanging van een eerdere molen die in 1714 in uitbrandde. Op een oude kaart van 1694 is op die plaats al een molen getekend. De familie Maes behield de molen tot in de jaren 1800; nadien werden de Messiaens eigenaar.
De windmachine is van het type 'staakmolen met gesloten voet' en diende om koren te malen. De wieken ('het gevluchte') zijn aaneen gelast en zijn 24 meter lang. De molen is uitgerust met twee steenkoppels en een haverpletter. Bij een staakmolen (ook standaardmolen genoemd) rust de houten molenkast (in dit geval aan de kleinere kant) op een spil ('standaard'), en de molen wordt in zijn geheel naar de wind gedraaid. De 'gesloten voet' bestaat uit vier bakstenen fundamenten ('teerlingen'), die zijn gebouwd in een rond bakstenen huisje.
Volgens de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed zijn in de molen van Aalbeke nogal wat onderdelen van andere molens uit de omgeving gerecycleerd. Zo komt de 'staart' - de schuine balk waarmee de molen naar de wind kan worden gedraaid - deels van een ijzeren roede van de in 1942 omgewaaide staakmolen van de wijk Malence in Luigne, even over de nabijgelegen taalgrens. De 'binnenroede' komt van de stenen Tombroekmolen (1906), ook in Luigne, vlakbij het gehucht Tombroek in Rollegem.
Het molenbedrijf in de Luignestraat 38 hield er pas in 1967 mee op; maar er was behalve de historische molen ook een mechanische maalderij. Stad Kortrijk kocht het beschermde goed in 1980. Met Vlaamse subsidies werd de molen in 1994-1995 opnieuw maalvaardig gemaakt. Sindsdien wordt er geregeld gemaald door vrijwilligers; een molen die niet maalt, takelt immers af. En in 2006 werden onderhoudswerken (vooral schilderwerken) uitgevoerd voor 29.984,28 euro.
Weigering definitieve oplevering
Na een voorjaarsstorm in 2007 stelde de directie Facility van Stad Kortrijk vast dat de dakbedekking schade had geleden. Bij onderzoek bleek dat de keuze van dakbedekking (nochtans op advies van de Vlaamse dienst Monumenten & Landschappen) verkeerd was geweest: de eikenhouten leien zijn niet bestand tegen jarenlange aanvallen van weer en wind. Door de weersomstandigheden in onze contreien verweren de leien vlug en ze worden helemaal broos. Daardoor komt de nageling onontkoombaar los. Het gevolg laat zich raden: het regent binnen in het zo delicate binnenste van de molen en bij stevige wind vallen de schalieën af.
Voorts werd toen vastgesteld dat de spieën ('kop- en lieswiggen') die gebruikt worden om de 'roeden' (de balken van de wieken) vast te zetten in de 'askop' (het metalen gelaste kruis waarin die balken centraal bijeen gehouden worden), in droge perioden teveel krompen. Het gevaar bestond dat de roeden daarbij los zouden komen bij het molenwieken. En bovendien vertoonden de zeilen grote scheuren.
De stad besliste dat alles grondig te herstellen. Eigenaardig daarbij is dat het stadsbestuur voor de vernieuwing van de bedaking opnieuw opteerde voor eikenhouten schalieën. Heeft de ervaring niet uitgewezen dat die houtsoort niet bestand is tegen onze regen en wind? Hoedanook werd het restauratie-ontwerp werd geraamd op 42.180,33 euro (BTW in). Voor 'ZEN-monumenten' (monumenten Zonder Economisch Nut) voorziet de Vlaamse overheid in onderhoudssubsidies van 80%. Er werd prijs gevraagd bij drie specialisten. BVBA 't Gebinte, Erpe-Mere, stak 32.065 euro in, nv Thomas Molenbouw, Beveren-Roeselare, 38.092,77 euro, en bvba Molenbouw Roland Wieme 43.030,84 euro. Als laagste inbieder kreeg 't Gebinte de opdracht toegewezen.
In oktober-november 2008 werd door Molenbouw 't Gebinte uit Erpe-Mere de volledige schaliënbedekking vervangen. Tevens werden er nieuwe wiggen voor de assekop en spitijzers geplaatst. Maar de betrokken stadsdienst is niet tevreden. Na een jaar blijkt er al weer een schalie te zijn losgekomen (rechts boven het 'maneberd'). De haken voor de vasthechting van de 'hangsel- en slingerkoorden' zijn alweer aan het roesten, hoewel het bestek het gebruik beval van gegalvaniseerde kettingen en haken. En bovendien wordt vastgesteld dat de aannemer vergeten heeft de 'lieswiggen' te vervangen. "Een deel van het kopshout is sterk verweerd en zacht" stelt het rapport vast.
In opvolging van het advies van de stadsdirectie Facility besliste het stadsbestuur dan ook (27 januari 2010) de 'definitieve oplevering' van de opdracht te weigeren. Dat betekent dat de aannemer op zijn geld van de eindafrekening zal mogen wachten. Hij krijgt wel nog tot halfweg maart de tijd zijn gebrekkige uitvoering te herstellen.
nv, Roeselare, €38.092,77, Molenbouw Roland Wieme bvba, €43.030,84
Toewijzing: 't Gebinte Molenbouw bvba, Erpe-Mere
"Stad investeert 40.000 euro in Hoogmolen", Krant van West-Vlaanderen, editie Kortrijk-Menen, 12.01.2018.
Aalbeke - De Hoogmolen in de Luingnestraat in Aalbeke wordt opgeknapt. Stad Kortrijk maakt daarvoor 40.000 euro vrij.
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Stadsarchief Gent, Reeks 28-1/2, Penningkohieren, nr. 157, f° 9 v. (korenmolen); f° 19 r-v (oliemolen)
- Rijksarchief Kortrijk, Fonds Colens, 163 (‘Nieuwe Renteboeck’, getekend door A. de Bersacques).
- Rijksarchief Kortrijk, doos XV,H,5,e, map ‘Hoogmolen Aalbeke 1983’ (Begeleidende nota bij het voorontwerp van restauratie door E.J. De Meyere).
- Stadsarchief Kortrijk, XV.L.10;b, Dienst Facility Patrimonium, map ‘Hoogmolen (1984-1985, voorlopige oplevering op 03.07.1984.
- Militaire kaart van ridder de Beaurain (1694)
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Monumenten en Landschappen, archiefnummer W/00655.
Werken
- Craye J., "Penningkohieren van de 20ste penning (1571) Aalbeke-Bellegem-Rollegem en van de 20ste (1571) en 5de penning (1577) van Kooigem".
- Becuwe F. & Vereecke R., "De Hoogmolen in Aalbeke (Kortrijk). Beheersplan onroerend erfgoed, Nieuwpoort, Monument in Ontwikkeling bvba, studie in opdracht van de stad Kortrijk, 2016.
- Cornilly J., "Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel I. Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt", Brugge, 2001, p. 127.
- De Gunsch A. & Mettepenninghen C., "Hoogmolen en mechanische maalderij", 2006 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/60475 (geraadpleegd op 18 juni 2020).
- "De Hoogmolen te Aalbeke", Curiosa, december 1997, p. 23-27.
- "De molen van Aalbeke", Curtricke, Onafhankelijk maandblad voor toerisme en cultuur, Kortrijk, Westvlaamse Gidsenkring, jg. 30, 1995, nr. 2, p. 59-60.
- Denewet L. & Jos Demarée J., "Twee oud-molenaars overleden", West-Vlaams Molenblad, jg. 34, 2018, 1, p. 3.
- Devliegher L., "Molens in West-Vlaanderen", Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 1984, p. 270-271.
- Devyt C., "Westvlaamse windmolens. Inventaris van de toestand op 1 januari 1965", Brugge, 1966, p. 58.
- Goeminne L., "Verzet tegen de bouw van een tweede windmolen in Aalbeke in 1751", De Leiegouw, jg. 39, 1997, 2, p. 187-192.
- "Kortrijk koopt molen van Aalbeke", Curtricke, jg. 18, 1980, p. 47.
- Mattelaer P., "De molens van Zuid-West-Vlaanderen", De Leiegouw, jg. 21, 1979, p. 31-64.
- Mattelaer P., "De molens van Aalbeke", Ons Molenheem, jg. 31, 2006, 3, p. 58-60.
- Mulders T., "De windmolens tussen Schelde en Leie", Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, jg. 22, 1946-1948, p. 46-107.
- Pollet J., "Aalbeke. Toponymische studie", Kortrijk, 1940.
- Santy F., "Aalbeekse Hoogmolen gerestaureerd", De Leiegouw, jg. 39, 1997, 1, p. 121-122.
- Santy F., Callens I. & Decaluwe C., "Landelijk leven en hoevengids Groot-Kortrijk. Deel 7. Aalbeke", Tielt, 1995.
- Santy F. & Castel M., "De molens van Aalbeke", De Leiegouw, jg. 39, 1997, 3-4, p. 371.
- Vandenberghe M. & Maes J., "De molens van Aalbeke", De Belgische Molenaar, jg. 55, 1960, p. 187, 284.
Persberichten
- "Is de molen van Aalbeke de oudste van West-Vlaanderen?", in: Het Nieuwsblad, 23 juni 1965.
- A.B., "Le coin du folklore: les moulins d'Aelbeke", in: Nord Eclair, 18 juni 1966.
- Marc Lemaitre, "Hoogmolen Aalbeke wordt opgefrist", 08.04.2006.
- Marc Lemaitre, "Na twee restauraties staat de Aalbeekse Hoogmolen nog niet droog", 19.02.2010.
- LPS, “Beschermde Hoogmolen krijgt opknapbeurt”, Het Laatste Nieuws, 23.01.2018.
- AXV, "Stad investeert 40.000 euro in Hoogmolen in Aalbeke", Krant van West-Vlaanderen, 18.01.2018.
Mailbericht
- John Verpaalen, Roosendaal, 10.08.2015.