Molenechos's Homepage Molenechos.org

Hulste (Harelbeke), Vlaanderen - West-Vlaanderen

Bestaande molen

Karakteristiek

Naam
Muizelmolen
Ligging
Muizelstraat 150
8531 Hulste (Harelbeke)
1,7 km N v.d. kerk
kadasterperceel B325
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Geo positie
50.897270, 3.297657 (Google Streetview)
Eigenaar
Johan Tibergyn
Gebouwd
1799 / na 1817 / 1840
Type
Stenen stellingmolen
Functie
Korenmolen
Kenmerken
Vroeger ook oliemolen; volledig gietijzeren molenas
Gevlucht/Rad
Gelast, 25 meter
Inrichting
Twee steenkoppels, haverpletter
Toestand
Maalvaardig
Bescherming
M: monument,
14.04.1944 - 09.02.1946
Molenaar
Geen
Openingstijden
Na afspraak (tel. 056 666206, J. Tibergyn)
Database nummer
812
Ten Bruggencatenummer
03370  
© Foto: Christiaan Debusschere, Kortemark

Beschrijving / geschiedenis

De huidige Muizelmolen is een stenen korenwindmolen in de Muizelstraat 150, op 1,7 kilometer ten noorden van de kerk van Hulste.

De eerste Muizelmolen werd gebouwd in 1799 door landbouwer Joseph Vandaele uit Hulste als een houten graanwindmolen op teerlingen. In 1817 stak de buur boer Verhelle uit naijver jegens de toenmalige molenaar Joannes Delaere de molen in brand. Daarna kwam een houten graan- en oliewindmolen op een hoog gemetseld torenkot. Deze brandde af op 20 april 1840. Hierop werd de huidige stenen stellingmolen, aanvankelijk eveneens ingericht als koren- en oliemolen, gebouwd.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Blanckaert Jan Jozef, timmerman te Hulste
- voor 1840, eigenaar: Loncke-D'Hondt Joannes, molenaar te Hulste
- 11.09.1857, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Joannes Loncke)
- 11.12.1884, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe D'Hondt van Joannes Loncke)
- later, eigenaar: Eeckhout-Loncke Leopold, molenaar te Hulste
- 01.06.1909, begin vruchtgebruik: a) Eeckhout Leopold (voor 1/2 vruchtgebruik), molenaar te Hulste en b) Tuytens Aloïs Victor (°Oostrozebeke 18.12.1878, +Hulste 01.11.1962, gehuwd met Eeckhout Julia) (voor 1/2 volle eigendom / 1/2 naakte eigendom), molenaar te Hulste.
- 16.04.1923, ruil: Tuytens-Eeckhout Aloïs Victor, de weduwe (overlijden van Leopold Eeckhout)
- 01.08.1933, gift: Tuytens-Devroe Abias Aser Michel, molenaar te Hulste (notaris Verstraete)
- 05.04.1988, erfenis: de weduwe en de kinderen (kinderen: a) Tuytens Marie Rose, echtgenote Descamps Geert Romain, nijveraar te Menen en b) Tuytens Karel Cyriel, arbeider te Hulste) (overlijden van Abias Tuytens)
- 10.09.1988, erfenis: a) Tuytens Marie Rose, echtgenote Descamps Geert Romain, nijveraar te Menen en b) Tuytens Karel Cyriel, arbeider te Hulste (overlijden van de weduwe Devroe van Abias Tuytens)
- 28.12.1989, deling: Descamps-Tuytens Geert Romain, garagist te Menen (notaris Velghe)
- 1993, openbare verkoop: Tibergijn Paul, Hulste

In 1840 werd er de huidige stellingmolen gebouwd. Het bouwjaar is met grijze bakstenen op de molenromp aangegeven. Bij de bouw werd Doorniks kalk en roggemeel gebruikt, terwijl de stenen werden gebakken uit klei van de 'Vryleghem' hofstede. De molen is gebouwd op het hoogste punt van Hulste, namelijk de heuvelkam tussen de Leie- en de Mandelvallei. Het werd een koren- en oliemolen. De korenmolen bezit twee koppel stenen en een haverpletter. De spanwijdte van de wieken bedraagt 25 meter.

Het timmerwerk is van de hand van Jan François Dugardyn. Op de benedenverdieping was een olieslagerij gevestigd. Dit is nu nog te zien aan de drie holtes in de muur en het gat van de schoorsteen. Op de eerste verdieping bevindt zich de maalzolder, met twee toegangen tot de houten gaanderij die de gehele molen omsluit. Op deze zolder werd het meel opgevangen. Aan het plafond is het hefboommechanisme bevestigd om de afstand tussen de maalstenen te regelen.

Nog een verdieping hoger, op de steenzolder, bevinden zich de twee koppels maalstenen, waarvan er één van Franse afkomst is. Eén koppel maalstenen dient om meel voor veevoeder te malen, het andere koppel is om bloem te malen. Normaal moeten hier twee hefboommechanismen aanwezig zijn om de bovenste steen op te tillen. Deze kan gedraaid worden om door een gespecialiseerde steenkapper 'gescherpt' te worden. Op dezelfde verdieping bevindt zich ook de haverpletter.

Nog hoger bevindt zich de luizolder. Hier is duidelijk te zien hoe men de oude verrotte balken hersteld heeft zodat deze opnieuw in de muur dragen. Bij de restauratie werd de buitenkant van de muur met silicone behandeld om waterindringing te voorkomen. Daarboven is er de kapzolder. De hoofdbalk is afkomstig van de eerste molen. De naam van de toenmalige eigenares, Maria Josepha Vandaele, staat er in gegraveerd. In de grenen as staat het jaartal: 1799.

De vroegere grote eiken wiekenas was gemaakt uit hout uit de kasteelbossen van Ooigem. De beweegbare kap draaide eertijds op een paternosterzetelconstructie, die in 1970 vervangen werd door een Engels rollenkruiwerk, waardoor de kap heel wat gemakkelijker gekruid kan worden.

De molen was oorspronkelijk uitgerust met twee paar stenen voor het malen van koren, een haverpletter en een kollergang, zodat ook olie kon worden geslagen. Dit koppel kantstenen werd in 1920 verwijderd en in 1938 werd een mechanische maalinrichting in een afzonderlijk gebouw bijgeplaatst. Het gevlucht heeft een diameter van 25 m, wat uitzonderlijk groot is voor een dergelijke windmolen.

In 1942 werden er belangrijke herstellingswerken uitgevoerd en in 1949 kreeg de molen nieuwe wieken. De oude slechtdraaiende zetel werd vervangen door een nieuwe lichtlopende kapring op 30 gietijzeren rollen. Men plaatste ook een nieuwe stellinggaanderij, nieuwe vloeren, vensters en steenkisten.
In 1963 werd de molen grondig verbeterd met een nieuwe stellinggaanderij, nieuwe vloeren, vensters en steenkisten.
Op 17 september 1965 brak, terwijl de molen in volle bedrijvigheid was, de houten as af, juist achter de schichten. Het molenkruis stortte naar beneden op de gaanderij, waar het bleef hangen. Pas 4 jaar later startten de herstellingswerken. Uit de stenen molen van Wortel (prov. Antwerpen), gebouwd in 1871, werd een gietijzeren as aangevoerd, die op zijn beurt afkomstig was uit Rijpwetering (NL). Toch zou de molen niet lang meer werken, want in 1974 besloot molenaar Abias Tuytens wegens gezondheidsredenen alle activiteit stil te leggen.
In 1993 werd de molen verkocht aan P. Tibergijn. Een dossier tot volledige restauratie werd ingediend bij de Afdeling Monumenten en Landschappen op 20 december 1993 de Muizelmolen maalvaardig te herstellen. Op 1 juni 1994 waren alle formaliteiten vervuld (zowel de goedkeuring van de verschillende instanties als de overeenkomsten met de aannemers). De restauratie werd uitgevoerd onder de deskundige leiding van architect Paul Gevers uit Kasterlee. Molenmaker Roland Wieme uit Petegem-Deinze stond in voor het molentechnisch werk en hield ook toezicht op de andere restauratiewerken. Na een jaar was de restauratie voltooid. Sedert Open Monumentendag 1995 is de molen opnieuw toegankelijk voor het publiek.
Naast de molen bevindt zich een gerestaureerde mechanische maalderij met twee koppels molenstenen en een builmolen, thans ingericht als restaurant.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Aanvullende informatie

Jaarlijks aantal asomwentelingen
1995: 157.498
1996:   54.862
1997:   35.102
1998:   33.708
1999:
2008:          0
2009:          0
2010:          0

Paul Rigolle, "Een slag van de muizelmolen", 12.12.2003
Zo gaat dat. Laatst zat ik op een mooie maar mistige avond, en wel in bijzonder aangenaam gezelschap, te eten in de Muizelmolen. Heel fijntjes en gezellig. Om dat nog even na te trekken (én de smaak van "Zeeduivel in een jasje van gerookte bacon, tomatenpiperade" nog wat na te proeven) kwam ik dagen later toch ook nog ‘ns virtueel in de molen terecht. De Muizelmolen, zo leerde ik, blijkt een houten staakmolen uit 1799 te zijn die in 1817 door een brand vernield werd. Het gaat hier om  een korenmolen met twee koppelstenen en een haverpletter. Bij de bouw werd Doornikse kalk en roggemeel gebruikt, en de stenen werden gebakken uit klei afkomstig van de Vrijleghem hofstede. Nadat in het onheilspellende jaar 1965 de molenas brak, werd de molen in verschillende fases gerestaureerd om anno nu opnieuw helemaal maalvaardig genoemd te kunnen worden. Als dit alles geen mooi lesje in cultureel erfgoed genoemd kan worden! Na mijn virtueel bezoek aan de molen raakte ik daarna via onze vriend "het hoehel-zoekmasjien" ook nog in De Lochtienk verzeild. Zo zie je maar, van een menukaart naar een weblog, bij ons is dat maar een erg kleine stap. Van het restaurant naar de moestuin, da's hier bij ons in West-Vlaanderen immers wel vaker de énige en juiste volgorde! Eerst aan tafel! Daarna rest er nog tijd genoeg voor, zoals het hier heet, het krijgen van een slag van de molen! Al mag, met Rijsel hier vlak in de buurt, de Franse vertaling "avoir une araignée au plafond" er natuurlijk ook best zijn!
Uit: "Arcadim in Arcadië - Een weblogboek van Paul Rigolle" (arcadim.skynetblogs.be)

Literatuur

Chr. Devyt, "Westvlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965", Brugge, 1966, p. 80;
Luc Devliegher, "De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984, p. 212-215 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9);
Jeroen Cornilly, "Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel 1. Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt", Brugge, 2001, p. 53;
"Onze Molens. Water-, wind-, en rosmolens in Harelbeke - Bavikhove - Hulste - Stasegem", Harelbeke, 1990, p. 58-67;
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.
E. D(e) K(inderen), "De Muizelmolen te Hulste", in: Levende Molens, III, 1980, afl. 5, p. 69-70;
J. Maes, "De Muizelmolen van Hulste", in: De Belgische Molenaar, LXIII, 1968, p. 63-64;
P. De Brabandere, "Muizelmolen" (Hulste), in: Biekorf, XLII, 1936, p. 86-87 en 196-197;
Paul Tibergijn, "De historiek van de molen en zijn bewoners", (Hulste, 1995), 42 p.
K. De Flou, "Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel XI, Brugge, 1930, kol. 42.
Lorthiois Jacques, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (120).
"De Muizelmolen in restauratie", in Harelbeke Open
"Monumentendag 11 september 1994", Harelbeke, 1994.
"De Muizelmolen te Hulste", in Curiosa, vol. 44, 2006, nr. 437, p. 23-27.
"De Muizelmolen te Hulste", in Werkgroep West-Vlaamse molens. Mededelingenblad, jg. 4, 1988, p. 62-64.
"Familiegeschiedenis Masureel", Wortegem-Petegem, 2001, p. 198, 273-275.
"Harelbeke grafelijke stad", Harelbeke, 2003, p. 216.
A. Matton, "De Muizelmolen", in Harelbeke Open Monumentendag 2000, Tijd, Harelbeke, 2000.
"Monumentengids erfgoed Vlaanderen", Antwerpen, 2001, p. 332.
"Muizelmolen in Hulste", in Werkgroep West-Vlaamse molens, jg. 4, 1998, p. 6-7.
"Muizelmolenpad. Hulste-Harelbeke", Deerlijk, 1978.
J. Opsomer, L. Decroix, "Brouwerijen en herbergen Bavikhove-Hulste", in De Roede van Harelbeke (De Leiegouw), nr. 25, Harelbeke, 2006, p. 154.

Persberichten
J.B., "De molen van Abias te Hulste", in: Het Volk, 29 maart 1978.

Overige foto's

Muizelmolen, Hulste (Harelbeke), Foto: Freddy Van Wonterghem | Database Belgische molens
© Foto: Freddy Van Wonterghem
Muizelmolen, Hulste (Harelbeke), Foto: Christian Horrie, 17.08.2005 | Database Belgische molens
© Foto: Christian Horrie, 17.08.2005
Muizelmolen, Hulste (Harelbeke), Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem