Timmerman Bernard Gyselinck bouwde in 1856 een houten windmolentje op het dak van een gebouw, dus een dakmolentje, in de Drieswijk aan de westzijde van de Lindestraat.
Het staakmolentje dreef doorheen de doorboorde staak werktuigen aan in het atelier: om cichorei te malen en om hout te zagen voor de vervaardiging van bogen en pijlen voor de schutters in de omgeving. Na 1884 werd geen melding meer gemaakt van de cichoreimolen.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1856, opbouw: Gyselinck-Matthijs Bernardus Gratianus (1789-1871), timmerman te Melle
- later, eigenaar: a) Gyselinck Romanus, 1816-1879, zoon van Bernard), handelaar te Lokeren en b) Gyselinck-Steurbout Augustinus, boog- en pijlenmaker te Melle (Melle, 1823-1895; zoon van Bernard)
- 28.09.1871, verkoop: a) Gyselinck Théophile Liévin (1820-1894, zoon van Bernard), boogmaker te Melle en b) Gyselinck François (1825-1888, zoon van Bernard), landbouwer te Melle (notaris Van der Straeten)
- 11.12.1888, erfenis: Gyselinck Théophile Liévin, boogmaker te Melle (overlijden van François Gyselinck)
- 18.10.1894, erfenis: Vandewiele-Teerlinck Charles, landbouwer te Melle (overlijden van Théophile Gyselinck)
- 11.04.1896, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Charles Vandewiele)

Zowel de molen als het atelier werden in 1897 gesloopt. (Kadasterdocument nr. 220: "démolition entière du moulin à vent et atelier").

De pijlenmakerij Gyselinck te Melle, eerste in het centrum en later in het Gemeenteplein bij het station, bleef nog tot 1985 bestaan!

In het Gemeentelijk Museum te Melle is een afdeling gewijd aan h et ambachtelijk gedeelte van de pijlenmakerij van de familie Gyselinck. Deze nieuwe afdeling is opgebouwd aan de hand van de vele voorwerpen die geschonken werden door de familie Gyselinck die te Melle generaties lang op een ambachtelijke wijze kwalitatief houten pijlen ten behoeve van duizenden boogschutters maakten. Binnen deze volkssport was  de Melse firma tot ver buiten de gemeentegrenzen bekend om de hoogstaande kwaliteit van haar producten. Aan de hand van de verkregen objecten wordt het publiek een inzicht gegeven in het creatieve proces dat van een ruw stuk hout een flitsende pijl maakt. Tevens komen een aantal elementen aan bod in verband met o.a. de gewezen schuttersmaatschappijen te Melle.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Beatrix Baillieul, "De pijlenmakerij Gyselinck, een voormalige bedrijf uit Melle", in: De Gonde, jg. 22, 1994, 2, p. 1, 5-11.
Museum voor Volkskunde Gent, VG 94-061 (1-14).
De Baets A., Oude stenen en namen vertellen ons. .. De geschiedenis van Melle, Melle, 1957.
De Baets A., Wandeling doorheen de gemeente Melle, Melle, 1978.
De Potter F. & Broeckaert J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 4, Gent, 1864-1870.
Verbist H., Geschiedenis van Melle, Leuven 1962.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004.
Mailbericht Marc Gyselinck, Genk, 10.03.2015 (Romanus Gyselinck was zijn betovergrootvader).