De Oliemolen Goethals was een houten staakmolen op torenkot, ingericht als oliemolen, gelegen op de hoek van de Tieltstraat en de Schutterijstraat, op een halve kilometer ten noordoosten van de kerk van Meulebeke. Ten noorden ervan stond een rosoliemolen, waarbij het paard binnen liep.

Jean Baptist Goethals uit Kachtem bekwam op 30 november 1768 het octrooi van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia om in Meulebeke een oliewindmolen op te richten. In zijn verzoekschrift beweerde hij dat hij in Meulebeke 2000 bunders grond ("bonniers de terre") bezat en dat er in Meulebeke geen enkele oliewindmolen stond. Er werd geen verzet aangetekend tegen de oprichting.

De molen staat aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een staakmolen.

De rosoliemolen werd opgericht in 1832 mits toelating van de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 17 april 1832 aan Joseph Goethals, olieslager te Meulebeke.

Eigenaars na 1830:
- 1832, opbouw rosoliemolen: Goethals-Cabbeck Joseph, olieslager te Meulebeke
- 10.12.1847, erfenis: en de kinderen (kinderen: a) Goethals Jean, zonder beroep te Meulebeke, b) Goethals Amelie, zonder beroep te Meulebeke, c) Goethals Virginie, zonder beroep te Meulebeke, d) Goethals Rosalie, zonder beroep te Meulebeke, e) Goethals Frederic, zonder beroep te Meulebeke en f) Goethals Ivan, zonder beroep te Meulebeke (overlijden van vrouw Cabbeck)
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van Joseph Goethals)
- 11.08.1865, verkoop: a) Goethals Ivo, olieslager te Meulebeke, b) Goethals Virginie, c) Goethals Rosalie en d) Goethals Amelie (notaris Bossuyt)
- 1877, erfenis: a) Goethals Ivo, molenaar te Meulebeke, b) Goethals Rosalie en c) Goethals Amelie (overlijden van Virginie Goethals)
- 03.07.1889, erfenis: a) Goethals Rosalie en b) Goethals Amelie (overlijden van Ivo Goethals)
- 08.06.1900, erfenis: Goethals Amelie (overlijden van Rosalie Goethals)

Goethals Oliemolen (de windmolen) werd in 1901 gesloopt.

Lieven DENEWET & Gabriël HOUTHOOFD

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1879 (oprichtingsoctrooi, 1768)

Werken
Lieven Denewet & Luc Goeminne, Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke, in Molenecho's Vlaams tijdschrift voor molinologie, jg. 22, nr. 3-4, 1994, p. 263-266.
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1999.
G. Houthoofd, L. Denewet & G. Baert, De windmolens van Meulebeke, Meulebeke, 1994.
G. Callaert m.m.v. B. Boone  & S. Moeykens, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, 2008.
R. Germonprez, Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 147, 241-244, 252, 255.
H. Vanneste, Meulebeke, in F. Hollevoet e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 97-98.
Herman Holemans, "Rosmolens in de provincie West-Vlaanderen in de periode 1834-1900. Deel 5", Studiekring Ons Molenheem, 1994, 1, p. 3-8.