De Molen Hoste was een houten achtkante bovenkruier, geplaatst boven een schuur. Hij werd voor 1830 gebouwd en was ingericht als graan-, olie- en houtzaagmolen.

Hij was gelegen aan de noordzijde van de Deinsesteenweg (nr. 246), nabij het kruispunt met de Aarselestraat, op 300 meter ten zuidwesten van de kerk van Aarsele.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Hoste-Baetens Livinus, molenaar te Aarsele
- 29.08.1845, erfenis: a) Hoste Charles Louis, molenaar en olieslager te Aarsele, b) Hoste Rosalie, echtgenote Braekeveld Constant, bakker te Aarsele, c) Hoste Melanie, echtgenote De Lancker Ange, architect te Tielt, d) Hoste-Van den Bossche François, molenaar en olieslager te Machelen en e) Hoste Augustin, molenaar en olieslager te Tielt (overlijden van vrouw Baetens)
- 30.10.1845, deling: Hoste Charles Louis, molenaar en olieslager te Aarsele (onderhandse akte)

De achtkante bovenkruier verdween in 1853. Hij werd vervangen door een stenen graan- en oliewindmolen op een nabijgelegen perceel.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Zie verder: Aarsele, Hoogmolen - Molen De Beil

Lieven Denewet & Luc Goeminne, Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke (1881-1911), Molenecho's, XXII, 1994, 3-4, p. 107-331 (Speciaal themanummer, 7)
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Aarsele. Verleden en heden, Aarsele, 1978, nrs. 13, 76, 86-88, 99, 105-106.
A. Braet, "Aarsele", in F. Hollevoet, Als straten gaan... praten", Tielt, 2005.Heemkundige Kring De Roede van Tielt,, Fototheek.
De Flou K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel VI, Brugge, 1926, kolom 296; Deel XIV, Brugge, 1933, kolom 301.
De Gryse P. (red.), Tielt graag gezien, Tielt, 2003, nr. 40.