De Watermolen Van den Eede (naar de eigenaar-uitbater) draaide met het water van de Zierbeek en stond aan de Jan De Trochstraat, op 1,8 km ten noorden van de kerk van Schepdaal. Hij werd voor 1600 opgericht.

Het gehucht Sirenbeke behoorde in de 12de eeuw toe aan de Heren van Wezemael en er was een kleine schepenbank, het laathof van Wezemael. Het beheer van deze heerlijkheid werd toevertrouwd aan leenmannen die de naam "van Sirenbeke" aannamen. Ook het gehucht Goudveerdegem was door de Wezemaels ten nadele van het kapittel van Nijvel ingepalmd gebied.

In 1497 kwam de heerlijkheid ook in het bezit van de heren van Gaasbeek. Het Hof te Zierbeek is nog een oude aanhorigheid van deze heerlijkheid, samen met de voormalige watermolen op de kruising tussen de Bullenbergstraat en de Jan De Trochstraat, waarvan vandaag nog één maalvijver aanwezig is. Het gehucht Zibbeek (gelegen deels in Schepdaal en deels in Sint-Martens-Bodegem) was eveneens een oude wijk, zonder een groot centraal hof, maar met een verspreide bewoning.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van den Eede Carolus, molenaar te Schepdaal
- 18.10.1845, erfenis: Van den Eede Carolus, de kinderen: a) Pierre Augustin, minderjarige, b) Jean Antoine, molenaar te Ternat, c) Jeanne Marie, echtgenote Devries Antoine, dagloner te Anderlecht, d) Henri Joseph Josse, landbouwer te Schepdaal, e) Delix Jean, landbouwer te Schepdaal, f) Jeanne Cathérine, landbouwster te Schepdaal en g) Marie Françoise, landbouwster te Schepdaal (overlijden van Carolus Van den Eede)
- 23.07.1866, verkoop: Van den Eede Felix, molenaar te Schepdaal (notaris Abrassart)
- 20.12.1893, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Felix Van den Eede)
- 19.04.1916, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe van Felix Van den Eede)

De molen stopte met malen in 1907. Dan werd het watermolengebouw omgevormd tot woning. Na de tweede wereldoorlog werden het huis en de overgebleven restanten van de molen volledig afgebroken.

Aan de overkant van de J. De Trochstraat, rechtover de molen, ligt nog steeds een grote wachtvijver die de molen bediende. Aanvankelijk waren er twee vijvers (zie de Ferrariskaart van ca. 1775), thans is de zuidelijke gedempt. De molen lag ten noordoosten van het Hof te Zierbeek in de Bullebergstraat.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961
Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling VI (Schepdaal)
Verbesselt J., Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, Deel XXII, Lennik – Wambeek – Gooik. Het Diets Domein van de abdij Nijvel, Brussel, 1988, p. 163-165.
Vermeulen S. (red.), "Verdwenen Dilbeekse molens", Monumentenmap uitgegeven door het gemeentebestuur van Dilbeek naar aanleiding van Open Monumentendag op zondag 12 september 2010, Dilbeek, 2010.
F.V., De gemeente Schepdaal, Eigen Heem, jg. 1, 1970, nr. 1, p. 17-18.
Hasquin H ., Van Uyten R.. & Duvosquel J.-M., Schepdaal, Gemeenten van België, Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek, deel 2, Brussel, 1980, p. 955-956.
Van Droogenbroeck F. & Straetmans F., Schepdaal …sinds onheuglijke tijden, Brussel, 2003.
Verbesselt J., Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, Deel XXII, Lennik – Wambeek – Gooik. Het Diets Domein van de abdij Nijvel, Brussel, 1988.
Vermeulen S. (red.) Verdwenen Dilbeekse molens, Monumentenmap uitgegeven door het gemeentebestuur van Dilbeek naar aanleiding van Open Monumentendag op zondag 12 september 2010, Dilbeek, 2010.
Vrancken J., Het domein van Nijvel, Eigen Schoon en De Brabander, 51, 1968, 7-8-9, 341-362.
Wauters Alphonse, Histoire des environs de Bruxelles, Description historique des localités qui formaient autrefois l'Ammanie de cette ville, deel 2, Brussel, 1971 (heruitgave van 1855), p. 83-89.