De Kleine Molen of Molen Bockstal was een houten korenwindmolen op de Vermeerschberg, op de westzijde van de Molekensstraat (de vroegere Woekerstraat), op de hoek met de Blokstraat.

De Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen gaf op 9 mei 1856 de teostemming aan Jan-Baptist Bockstal, molenaar te Ronse, om op grond van landbouwer Daniël Cauterman (Daniël Cnudde) op de Vermeeerschberg te Ronse, een houten graanwindmolen op te richten.

Notaris D'Hondt te Ronse verkocht op woensdag 11 november 1863, Sint-Martensdag, ten verzoeke van Jan Baptiste Bockstal, molenaar, wonende in de Kleine Molen op de 10e wijk te Ronse, 12 molenstenen, op lange tijd voor betaling mits borgtocht. Waar deze molenaar, die pas een molen had opgericht, de twaalf molenstenen haalde, werd niet gemeld. Er waren een koppel witte stenen van 1,80 m diameter en volle dikte, een koppel van 1,65 m, een koppel van 1,50 m, een koppel genoemd Severs van 1,58 m, een koppel halve Engelse stenen van 1,30 m en volle dikte en een koppel grauwe stenen van 1,50 m en volle dikte.

Vanaf 1866 stonden zowel de grond als de molen op naam van Jan Baptiste Bockstal.

De standaardmolen, die blijkens zijn benaming "Kleine Molen" eerder klein was, werd in 1887 gesloopt.

Lieven DENEWET & Julien L. Th. VANDEPUTTE

Vandeputte J.L.Th., "De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 171-172.
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten O-R", Opwijk, Ons Molenheem, 2006, p. 54-55.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).