Oliepaardenmolen op de Heirbrug

Op de wijk Heirbrug, in de omgeving van de nog bestaande stenen Heirbrugmolen, stond een olierosmolen waarbij het paard binnen liep.

Op het einde van de 18de eeuw was het erf in het bezit van Pieter Frans de Loose. Na zijn overlijden kort voor 1800, runde zijn weduwe verder de zaak, maar zij liet het goed in 1800 verhuren. In de Gazette van Gent van 10 en 18 april 1800 liet ze de volgende advertentie plaatsen: "Wordt ter verpachting gepresenteerd: een schoon woonhuis, met bijstaande olierosmolen, schuur, stallingen, pakhuizen en olieputten, hovingen en boomgaard, met de op- en afrede voor- en achteraan, al in één blok bijeen gelegen, meer dan 400 roeden groot, gesitueerd binnen Lokeren op ca. een half kwartier afstand van het dorp, bij de rivier de Durme, langsheen de kasseiweg van Lokeren naar Gent. De hele molensite is bewoond en gebruikt geweest door wijlen de koopman Pieter Frans de Loose. Inlichtingen bij de weduwe de Loose, actuele gebruikster en eigenares van al de voornoemde panden".

Kort daarop kwam het erf in het bezit van Egidius Dominicus de Cock, negociant op het Zand in Lokeren.

Na zijn overlijden in 1804 bood zijn weduwe het erf te huur aan: “Met het overlijden van de heer Egidius Dominicus de Cock, in zijn leven negociant in Lokeren, presenteert men in huur, voor een redelijke prijs en termijn van jaren: een schoon huis, erf en oliepaardenmolen, schuren en stallingen, samen met grond, lochting en boomgaard 59a 86ca of 400 roeden”, gestaan en gelegen in Lokeren, omtrent een kwartier van het dorp, “waar men het noemt d’Heerbrugge”, benevens een fraai aantal aanpalende goede landen en meersen. Gegadigden moeten zich wenden tot de weduwe De Cock, wonende op het Zand in Lokeren".

De weduwe Van den Steene liet in de "Gazette van Gend", nr. 1220 van 25 augustus 1823 de volgende verkoopsadvertentie plaatsen: te koop "om seffens in het gebruyk te komen, eenen schoonen dobbelen Olie-Peirden-Molen, Woonhuys, solide Pakhuys en vele Zolderingen, geterraste Olie-Putten (...), gestaen en gelegen tot Lokeren, gehuchte Herbrugge, een quartier-urs van de kerke, en maer weynige roeden distant van de riviere de Durme en den steenweg van Gend. Zig te adresseeren aen de gezeyde joffr. van den Steene, ofte by den notaris M. Talboom, beyde woonende op de Beestemerkt tot Lokeren".

Lieven DENEWET

Gedrukte bronnen
Gazette van Gend, 10 en 18 april 1800, of 20 en 28 germinal jaar VIII.
Gazette van Gend, nr. 1085 van 9 augustus 1804.
Gazette van Gend, nr. 1220 van 25 augustus 1823.

Werken
Roland Meyfroot e.a., "Lokerse Molens", Ekeren, 2002, 82 p. (niet vermeld)
Paul Huys, "Molens te Lokeren in 1769", De Souvereinen, XII, 1981, p. 101 (niet vermeld)