Rattevallemolen

De Rattevallemolen was een houten korenwindmolen op de hoek van de Loviestraat (nr. 2) en Vaartdijk-Noord, tegen de Brugse Vaart, in het gehucht Rattevalle. De staakmolen werd tussen 1640 en 1703 opgericht.

De molen werd in de 19de eeuw uitgebaat door het molenaarsgeslacht Senave, die de molen in cijnspacht had van de adellijke familie de Clerque Wissocq.

Eigenaars na 1800:
- ca. 1800, eigenaar: (van de molen als gebouw): Senave Petrus Jacobus, gehuwd met Demolder Joanna.
- ca. 1820, eigenaar: (van de molen als gebouw): Senave Carolus (°Pervijze, ca. 1777 - +Slijpe voor 1834), gehwd met Lauwagie Isabella uit Westende (°ca. 1780).
- voor 1834, eigenaar: (van de grond) de Clerque Wissocq Charles Auguste Ghislain, eigenaar te Sint-Kruis-Winkel en (van het gebouw) Senave-Louagie Karel, de weduwe (Lauwagie Isabella), molenarin te Slijpe. Engelbertus Debacker uit Ramskapelle was er molenaarsknecht.
- 07.09.1860, deling: (van de grond) de Kerchove-de Clerque Wissocq, de weduwe, eigenares te Gent (notaris Eggermont)
- 04.05.1863, deling: (van het gebouw) a) Senave Carolus (1814-1879), molenaar te Slijpe, b) Senave Jacobus (1810-1885), molenaar te Slijpe en c) Senave Maria (1819-1891), zonder beroep te Slijpe (notaris Heyvaert)
- 15.03.1867, verkoop: (van de grond) Senave Carolus, molenaar te Slijpe (notaris Lammens)
- 02.03.1879, erfenis: a) Senave Jacob, molenaar te Slijpe en b) Senave Maria, molenarin te Slijpe (overlijden van Charles Senave)
- 04.03.1885, erfenis: Senave Maria, rentenierster te Slijpe (overlijden van Jacob Senave)
- 14.05.1891, verkoop: Senave-Florizoone Pieter (zoon van Henri Senave en Maria Van Landtschoote), molenaar te Slijpe (notaris Vanderheyde)
- 23.04.1902, erfenis: de weduwe Nathalie Florizoone (°Oostduinkerke 1857, gehuwd met kozijn Pieter Senave in 1880 en hertrouwd in 1904 met kozijn Charles Cambier (°Slijpe 1845)) en de kinderen (overlijden van Pieter Senave)
- 05.06.1906, vereffening: Cambier-Florizoone Charles, landbouwer te Slijpe (notaris Vanderheyde)

De staakmolen werd op 16 oktober 1914 vernield. Molenaar was toen nog altijd Charles Cambier-Florizoone. Van 1883 tot de oorlog was Charles Vanhooren (°Ichtegem 1865 - +Houtem 1921) er molenaarsknecht.

In de jaren 1920 werd een mechanische maalderij opgericht, waarvan het gebouw - in één lijn met de woning - nog bestaat.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

G. Jansseune, "Slijpe. Toponiemen en straatnamen", Graningate, jg. 12, 1992, nr. 48.
M. Maes, "Beknopte bijdrage tot de geschiedenis van Slijpe", 1975.
"De molens van Middelkerke", in Graningate (Driemaandelijks tijdschrift van de Heemkring van Middelkerke), II, 1982, nr. 5, p. 1-87.
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.
Goetghebeur W., Jansseune G., 't Hof van Spermalie en al het goed  dat eertijds aan de abdij van Nieuw Jerusalem toebehoor-de, liggende en  staande in de parochiën van Slijpe, Sint-Pie-terskapelle, Schore,  Mannekensvere (nu Groot- Middelkerke), Zande e.a.m., Beernem, 1989.
D'Haene L., De archeologische opgravingscampagne van 1980 op het  groot Tempelhof te Slijpe, in Graningate, jg. 3, 1983, nr. 9.
Jansseune G. Opgravingscampagne 1991 op het Groot-Tempelhof te  Slijpe, een fotoreportage, in Graningate, jg. 11, 1991, nr. 44.
Huys M., Kerrinckx H. & Vanneste P., Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Middelkerke, Deelgemeenten Leffinge, Lombardsijde, Mannekesvere, Schore, Sint-Pieterskapelle, Slijpe, Westende en Wilskerke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL10, 2005.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Dienst voor Verwoeste Gewesten, nr. 11370.
Mailbericht Hans Van Landschoot, 19.12.2015.