De Stinkaert

De Stinkaert was een aanvankelijk een houten oliewindmolen en werd later een stenen graan- en oliewindmolen aan de noordzijde van de Gistelsesteenweg, op de hoek met de huidige Edward de Jansstraat.

De oliemolen werd rond 1750 bij octrooi opgericht door Martin Louis de Blaesere voor een jaarlijkse cijns van 2/3 mud tarwe.

Op 19 december 1771 kreeg Charles de Beer, inwoner van Sint-Baafs, de toestemming van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia om in zijn oliewindmolen ook graan te mogen malen ("pouvoir joindre, au moulin à battre huile, un second tournant à l'usage de moudre grains". Chrles de Beer moest bovenop de cijns van 2/3 mud tarwe, nu 1 mud tarwe extra bijleggen. Er werd geen verzet aangetekend. Charles de Beer had de molen aangekocht van Martin Louis de Blaesere.

We zien hem aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een staakmolen. Voor 1830 werd hij omgevormd in een stenen koren- en oliemolen.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: (van de grond) Burgerlijke Godshuizen, te Brugge en (van het gebouw) Wielmaecker Jan-Baptist, eigenaar te Brugge
- 26.01.1861, erfenis: (van het gebouw): Wielmaecker Jan-Baptist, de erfgenamen (overlijden van Jan-Baptist Wielmaecker)
- 26.10.1861, verkoop: (van de grond en het gebouw) Wielmaecker August, geneesheer te Eernegem (notaris Claerhoudt)
- 02.09.1865, ruil: a) Wielmaecker Auguste (voor 1/20), geneesheer te Eernegem, b) Wielmaecker Anna (voor 1/20), eigenares te Brugge, c) Wielmaecker Pauline (voor 1/20), eigenares te Eernegem, d) Wielmaecker Amand (voor 1/20), handelaar te Brussel, e) Trogh-Moke Edmond (voor 1/5), vrederechter te Dendermonde, f) Glorieux Jan (voor 1/15), onderpastoor te Rekkem, g) Glorieux  Thérèse (voor 1/15), zonder beroep te Kortrijk, h) Glorieux Edmond (voor 1/15), zonder beroep te Brugge, i) Wielmaecker Nathalie (voor 1/10, echtgenote Lagrange Edmond, avoué licencié te Brugge, j) Wielmaecker Jeanne (voor 1/10), echtgenote Capouillet Charles, handelaar te Brussel en k) Wielmaecker Edmond (voor 1/5), handelaar te Brugge (notaris Claerhoudt)
- 21.10.1865, verkoop: Van Biesenbroeck--Dupière Franciscus, olieslager te Sint-Andries (notaris Claerhoudt)
- 15.01.1892, erfenis: a) Van Biesenbroeck Frans, molenaar te Sint-Andries en b) Van Biesenbroeck Maria, zonder beroep te Sint-Andries (overlijden van vrouw Dupière).

De windmolen werd in 1900 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad (octrooi voor Martin Louis de Blaesere voor de oprichting van een oliewindmolen, ca. 1750).
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1888 (akte aan Charles de Beer om ook graan te malen, 1771)

Werken
Demarée Jos & Cornelissis Joseph, De molens van Sint-Andries, Brugs Ommeland, XLIV, 2004, 2, p. 85-108; 3, p. 131-144.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.