Plaatsmolen

De Plaatsmolen was een staakmolen op torenkot, ingericht als koren- en oliemolen aan de zuidzijde van de Dorpsstraat, achter de huizenrij, op 200 meter ten zuidoosten van de kerk. In de houten bovenbouw gebeurde het malen van het graan, terwijl de olie-inrichting zich in de ronde stenen onderbouw (het torenkot) bevond.

De molen werd voor 1830 gebouwd.

Eigenaars:
- voor 1834, eigenaar: Coudere Francis, bakker te Brugge
- 1836, eigenaar (van de grond) Goupy de Beauvolers - Rotsaert d'Hertaing Adolphe Emmanuel Hubert Ghislain, eigenaar te Brugge en (van het gebouw) Rommel-Vermander Pieter, olieslager te Sijsele
- 11.04.1868, verkoop: (van het gebouw) Rommel-Hoste Clement, olieslager te Sijsele (notaris Claerhoudt)
- 30.06.1895, erfenis: (van de grond): de kinderen: a) Goupy de Beauvolers Armand Adolphe Idesbalde Ernest Ghislain, eigenaar te Brussel, b) Goupy de Beauvolers Albine Stéphanie Prudence Marie Ghislaine, eigenares te Brussel en c) Goupy de Beauvolers Idesbalde Hector Hubert Ghislain, eigenaar te Brussel (overlijden van Adolphe Goupy de Beauvolers)
- 07.03.1896, deling (van de grond) Goupy de Beauvolers Armand Adolphe Idesbald Ernest Ghislain, eigenaar te Brussel (notaris Goetbloets)
- 01.12.1910, erfenis: (van het gebouw) de weduwe en de kinderen (overlijden van Clement Rommel)
- 23.01.1926, erfenis: (van het gebouw) de kinderen (overlijden van de weduwe Hoste van Clement Rommel)
- 19.08.1926, verkoop (van de grond) Devos-Rommel Leon Renatus, koopman te Oedelem (notaris Govaert)
- 24.10.1941, afstand: a) Devos-Rommel Leon Renatus (voor 75/80 vruchtgebruik + 5/80 naakte eigendom), koopman te Oedelem en b) Rommel Charles Ludovicus (voor 5/80 vruchtgebruik), zonder beroep te Oudenburg (notaris Jonckheere)
- 22.12.1946, gift: a) Maes-Devos Gaston (voor naakte eigendom), melkerijbestuurder te Oedelem en b) Devos-Rommel Leon Renatus (voor vruchtgebruik), rentenier te Oedelem (notaris Stroobandt - woonhuis + gerieven in gebrekkige staat)

In 1884 werd een stoommachine geplaatst, maar er werd ook nog gebruik gemaakt van de wind. Clement Rommel verkocht deze stoominstallatie in 1905 aan Pieter Rotsaert, die hem plaatste in (het nog bestaande restant van) de Rotsaertmolen te Maldegem en verving hem door een grote gasmotor.

De molenkast werd in 1910 verwijderd. Het overgebleven torenkot, gebruikt als bergplaats, werd pas in 1954 afgebroken.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

1000 jaar Sijsele, Brugge, 1976
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.
Romain Verniest, "Maalderijen in Sijsele in de twintigste eeuw", in Nieuwsbrief 't Zwin Rechteroever vzw, Damme, jg. 1/2, december 2000, s.p.
J. De Smet, "Aspecten uit onze geschiedenis", in 1000 jaar Sijsele, Brugge, 1976, p. 85-96.
J. Rau, "Het Damme van toen en omgeving", Brugge, 1981, p. 122, 127, 128, 129.
A. Van den Bon, Uit de geschiedenis van het duizendjarige Sijsele, in 1000 jaar Sijsele, Brugge, 1976, p. 7-48.
G. Van Poucke, Archiefbeelden Damme, v.z.w. 't Zwin Rechteroever Grondgebied Damme/Gloucestershire, 2003, p. 42, 104, 105, 107.