Hollebeke (Ieper), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Molen van Hollebeke
- Ligging
- Komenseweg
8902 Hollebeke (Ieper)
Molenhoek
1,5 km ZO v.d. kerk
kadasterperceel A619
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1622
- Verdwenen
- 1814-1918, oorlog
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 5567
Karakteristiek
© Ghekiere Noël (eind 1914)Scan van foto gekregen voor publicatie van Dhr Hugh Shipman uit Zillebeke. De foto komt uit een album , in het bezit van dhr. Shipman, met teksten en foto's gemaakt tijdens WOI, door een artillerist van het Duitse artillerieregiment R51, die in stelling waren gelegen thv. de molen van Hollebeke nabij het gehucht 'Kortewilde' van Houthem, op het einde van 1914, kort voordat deze molen werd vernietigd. Deze foto werd reeds eerder opgenomen door John Verpaalen in zijn vernieuwde uitgave van zijn boek 'Molens van de Frontstreek'.
Beschrijving / geschiedenis
De Hollebekemolen was een houten korenwindmolen die voor 1622 werd opgericht aan de Komenseweg, op 1,5 km ten zuidoosten van de kerk.
In het Ancien Régime behoorde hij toe aan de opeenvolgende heren van Hollebeke.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: de la Chaussée-de Savary Charles Leopold, eigenaar te Brussel
- 15.01.1885, deling: Gaillard de Blairville - de la Chaussée Charles Pepinus, eigenaar te La Beuvrière (F) (notaris Piat)
- 21.11.1907, gift: a) Gaillard de Blariville - de la Chaussée Charles Pepinus, de weduwe (voor vruchtgebruik), eigenaar te La Beuvrière (F), b) Desars - Gaillard de Blairville Louis François Marie (voor 1/2 naakte eigendom) en c) Lefevre Delattre d'Hailly - Gaillard de Blariville Auguste Joseph (voor 1/2 naakte eigendom), rijmeester te La Beuvrière (F) (notaris Debailliencourt)
De staakmolen werd vernield tijdens de eerste wereldoorlog.
Literatuur
John Verpaalen, "Molens van de frontstreek", Koksijde, De Klaproos, 1995.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.