Merendree (Deinze), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Naam
- Steyaertmolen
- Ligging
- Veldestraat 132
9850 Merendree (Deinze)
300 m NW v.d. kerk
kadasterperceel A 937 c
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Geo positie
- 51.079945, 3.573152 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Matthias Haeck - Veronique Gormez
- Gebouwd
- 1843
- Type
- Stenen bergmolen
- Functie
- Koren- en oliemolen
- Kenmerken
- Vroegere kettingkruier
- Gevlucht/Rad
- Verwijderd rond 1930
- Inrichting
- Verwijderd, nog sporen van het lichtwerk
- Toestand
- Opgenomen in gebouwencomplex
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 548
- Ten Bruggencatenummer
- 04191 a
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Rond 1900 kende Merendree drie windmolens. Een stenen graan- en oliewindmolen op de Molenkouter, thans Veldestraat, werd in 1843 gebouwd door Karel Steyaert. Hij had hiertoe op 9 november 1842 de toestemming gekregen van de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. Een bijzonderheid was dat de stenen bergmolen uitgerust was met een kruiwiel achterin de kap om deze naar de wind te richten in plaats van het klassieke staartwerk.
Opeenvolgende eigenaars:
- 1843, opbouw: Stayaert-Martens Charles Louis Steyaert-Martens, molenaar te Merendree.
- 03.05.1893,gift: a) Steyaert Emiel, handelaar te Merendree en b) Steyaert Camile, handelaar te Merendree (notaris Fobe - graan- en oliemolen door wind en stoom)
- 9.09.1919, deling: Steyaert-De Wispelaere Emiel, olieslger te Merendree (notaris Coucke)
- 26.02.1920, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Emiel Steyaert)
- 11.10.1926, afstand: de weduwe (notaris Coucke)
- 26.11.1961, erfenis: a) Steyaert-Van Kerrebrouck Omer Charles Antoon, handelaar te Merendree en b) Steyaert-Van Daele Valère Désiré Joseph, ingenieur te Nieuwpoort (overlijden van de weduwe De Wispelaere van Emiel Steyaert)
- 21.10.1962, deling: Steyaert-Van Kerrebrouck Omer Charles Antoon, handelaar te Merendree (notaris Buyse)
- 16.02.1979, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Omer Steyaert)
- later, erfenis: en de kinderen: a) Steyaert-Van Lierde Emiel Karel Antoon Elodia, zonder beroep te Ursel, b) Steyaert Jacqueline Maria Valère Alice Christine Rosa, bediende te Merendree, c) Steyaert-De Clercq Carlos Marc Antoine Théophile, arbeider te Merendree en d) Steyaert-Van Audenhove Emiel Karel Antoon Jacques, onderwijzer te Merendree (overlijden van de weduwe Van Kerrebroeck van Omer Steyaert)
- 31.10.1989, deling: Steyaert Jacqueline Marie Valère Christine Rosa, bediende te Merendree (notaris Duerinck)
- 2014, eigenaar: Haeck Matthias & Gormez Veronique
De Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen gaf op 27 november 1847 de toestemming aan Charles Louis Steyaert om een stoommachine te plaatsen. Deze werd opgesteld in een aanpalend gebouw. Er werd evenwel ook nog met de wind gemalen.
In 1868 werd het bedrijf omschreven als koren-, oliewind- en stoommolen. De toenmalige eigenaar was toen ook burgemeester van Merendree. Hij bewoonde het thans verkomerde herenhuis naast de molen. Hij was een liberaal en vrijzinnig en schiep er naar verluidt groot genoegen in de dorpspastoor regelmatig te herinneren aan het meetbare feit dat de top der molenwieken hoger ter hemel reikte dan het kruis op de kerktoren.
In 1871 werd er een magazijn bijgebouwd en in 1887 werd er opnieuw uitgebreid. In 1891 werd een nieuwe stoommachine geplaatst. In 1919 werd de olieslagerij verwijderd en werd enkel nog graan gemalen met een gasmotor.
Rond 1930 werd het wiekenkruis verwijderd. In 1960 baatte de familie Steyaert deze maalderij nog steeds uit. In de jaren 1980 werd de molenromp omgeven met allerlei bouwsels voor de inrichting als woning en schrijnwerkerij. De romp steekt nog net boven deze aanbouwsels uit. De schrijnwerkerij is thans verdwenen. De huidige eigenaars Matthias Haeck en Veronique Gormez, zaakvoerders van Vital 1926 nv te Nevele (fabrikant van nougat en chocolade) bewonen de romp sinds 1995.
Het interieur van deze vroegere kettingkruier is verwijderd, maar er zijn nnog sporen van het lichtwerk. Merkwaardig zijn de inwendige,cirkelvormige uithollingen aan de ramen van de graanzolder.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Aanvullende informatie
"Mijn dorp", gepost door MattCatt op 08-11-2007 (mattcatt.skynetblogs.be)
Wat ik vandaag op PM's blog (moysons.skynetblogs.be) las over zijn overleden buurman raakte me. Echte dorpsfolklore (niet pejoratief bedoeld) sterft uit, en samen met die unieke leefwereld overigens ook de rijkdom aan dialecten.
Wij wonen sinds 1995 in een (omgebouwde) molen in het mooie (Oostvlaamse) Merendree. Naast ons huis staat een compleet verloederde herenwoning die in de tweede helft van de 19de eeuw gebouwd werd door de toenmalige burgemeester, tevens eigenaar van de molen én de ertegenoverliggende hoeve. De vrijzinnige burgemeester schiep er naar verluidt groot genoegen in de dorpspastoor regelmatig te herinneren aan het meetbare feit dat de top der molenwieken hoger ter hemel reikte dan het kruis op de kerktoren. (I would have loved the bloke.)
De twee 70-plussers die er nu in wonen zijn broer (gescheiden) en zus (nooit gehuwd) en overigens de kleinkinderen van die eermalige burgemeester. Het zijn rasechte 'Merendreenaars' die niks gemeen hebben met de meeste nieuwe inwoners van de gemeente die er alleen maar op hopen dat Merendree en het vlakbij gelegen Hansbeke nieuwe 'Sint-Martens-Latems' worden (Antwerpenaars, lees: "Brasschaats" - Brabanders lees: zoiets als "Wezembeek-Oppems of Dworpen").
Anekdote. Mijn buurman belt aan en vraagt -geheel zonder zichzelf te introduceren- "of da we pruimen moeten hebben". Wanneer ik daar aarzelend "ja" op antwoord repliceert hij meteen: "waarom doet g'uw hekken tons nie open??". Zo gezegd zo gedaan. Carlos komt mijn lange trap op gekreund en ploft een barstensvolle emmer barstensrijpe pruimen voor mijn verbaasde voeten neer. Waarna wij enkele wetenswaardige banaliteiten uitwisselen van het genre dat hij vindt dat ik mijn gras wel eens mag maaien en ik hem tenslotte uitnodig om binnen een koffie of nen dreupel te komen drinken. Waarop hij repliceert "dat zijn botten (laarzen) daarvoor veel te vuil zijn". Waarna ik suggereer ze dan maar uit te trekken. Waarop het antwoord komt "dat zijn voeten minstens even vuil zijn". Kort daarna maakt hij aanstalten te vertrekken. Hij daalt de trap weder af en ik roep hem na: "A propos Carlos, merci voor de pruimen!". Waarop hij droog repliceert: "da zou'k geloven! - en doe nu uw hekken maar weer toe." Ik hou van mijn dorp.
Literatuur
Luc Neyt, De drie windmolens van Merendree, in: Het Land van Nevele, XV, 1984, nr. 1, p. 22-34.
Molens in het Land van Nevele, in: Het Land van Nevele, XXII, 1991, nr. 4, p. 343-355.
De Potter F. & Broeckaert J., "Geschiedenis van de gemeenten der provinicie Oost-Vlaanderen", reek I, dl. 5, Gent, 1864-1870.
De Ruyck L., Moelaert R., Ryserhove A., De kerkdorpen Merendree en Hansbeke heemkundig bekeken, s.l., 1979.
Paul Bauters, Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, Provinciebestuur, 1985;
Paul Bauters, Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25);
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent, in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
Herman Holemans, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004.
MattCatt, Mijn dorp, mattcatt.skynetblogs.be (gepost op 08.11.2007)
Mailbericht Maarten Osstyn, Adegem, 03.04.2016.