Anderlecht, Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Naam
- Grachtmolen, Schorsmolen, Paapsemmolen - II, Pottersmolen, Meyvismolen
- Ligging
- Paapsem
1070 Anderlecht
Poxcat
kadasterperceel C11
op de Zenne (linkerarm, linkeroever, ter plaatste gedempt)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Gebouwd
- voor 1185 / 1588 / 1944, oorlog -1949, sloop
- Verdwenen
- ca. 1580, oorlog
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen, oliemolen, volmolen, runmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 5468
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
In het gehucht Paepsem of Poxcat bestond voor 1185 al een eerste graanwatermolen op de linkeroever van de gegraven linkerarm van de Zenne, die nu ter plaatse gedempt is. De hoofdbenaming is de Grachtmolen. Soms ook als één van de Paapsemmolens genoemd. De benamingen Schorsmolen en Volmolen verwijzen naar tijdelijke functies, terwijl de latere benamingen Potters- en Meyvismolen naar molenaars uit de 19de-20ste eeuw verwijzen.
Uitgebaat als oliemolen van 1439-1461 door Wouter Eggloy, heer van Steenvoort te Asse.
In zijn langdurig bestaan had hij vele bestemmingen:
- voor 1185 - voor 1439: graanmolen
- voor 1439 - ca. 1580 (vernield): oliemolen
- 1588 (heroprichting) - kort na 1812: schorsmolen (brand in 1804)
- tussen 1818 en 1828 - ca. 1841: volmolen, wolfabriek
- ca. 1841 - 1935 (stilgelegd): graanmolen
- na 1935: geraakte in verval
- 1944, gebombareerd / 1949, sloop
De volmolen werd opgericht tussen 1818 en 1828 door Michel De Keyser. Hij was, buiten de Vervierse fabrikanten, één van de meest vooranstaande fabrikanten van wollen stoffen in het begin van de 19de eeuw in ons land. Hij zond zijn producten naar diverse tentoonstellingen en verkreeg er onderscheidingen. In 1806 zond hij stukken "corson frisard" naar Parijs en in 1835 behaalde hij te Brussel een zilveren medaille voor zijn baaien, karsaaien en "castorines" en een bronzen medaille voor zijn baaien flanellen, dekens enz.
Voor de inrichting van de volmolen haalde De Keyser vermoedelijk het interieur uit de nabijgelegen stedelijke volmolen (zie: Paapsemmolen - I), die in 1818 in een graanmolen werd omgevormd. Hij werkte met personeel. De onderneming werd zo bloeiend, dat de De Keyzer in 1828 een derde waterrad liet toevoegen. Rond 1841 verplaatste hij de volrinrichting naar de Aamolen te Anderlecht (zie aldaar).
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Broederschap van de Huidevetters, vertegenwoordigd door De Cuyper André Joseph, huidevetter te Brussel
- 02.07.1839, verkoop: De Ridder Pierre, rentenier te Brussel (notaris Coppijn)
- 11.07.1844, erfenis: De Ridder Jan Judocus en co, rentenier te Sint-Gillis (overlijden van Pierre De Ridder)
- 30.10.1847, verkoop: Van Baerlem Josephus Jerome, huidevetter te Brussel (notaris Van Bevere)
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van Josephus Van Baerlem)
- 04.02.1857, verkoop: Vanderhaegen Joannes Baptista, handelaar te Sint-Gillis (notaris Portaels
- 02.12.1873, verkoop: De Potter-Claes Henricus Josephus, molenaar te Anderlecht (notaris Toussaint
- 08.09.1909, verkoop: Gemeente Anderlecht
Op vrijdagmorgen 29 maart 1912 ontstond brand in de watermolen van M. Meyvis, Dank zij de spoedige en krachtdadige werking van de brandweer, was alle gevaar weldra afgeweerd. De schade was groot en de oorzaak was onbekend.
Nadat het gebouw in 1944 door een bombardement werd vernield, werd het restant in 1949 gesloopt.
Literatuur
Lieven Denewet, Volmolens in Vlaanderen en Waals-Brabant. Deel 1. Geografische en chronologische inventaris, in: Molenecho's, jg. 1988 (themanummer)
Algemeen Rijksarchief Brusel, Kaarten en Plannen. Handschriften, nr. 2014 (C. Everaert, Kaartboek der Kartuizers van Scheut, 1759)
Collection histoire, 1979, p. 257.
De Beul Joris, Bijdrage tot de geschiedenis van de molens in het Land van Gaasbeek: de watermolens van Aa en Veeweyde (14de-18de eeuw), in: Eeckhout Godelieve, Liber amicorum Dr. Herman Vandormael. Lennik, J. Verhoeven, 2003, 247 p.
Jean Van Audenhove, Les Moulins d'Anderlecht, Anderlecht, Anderlectensia, 2001, 190 p.
G. Van den Berghe, Anderlecht door de tijden heen, Brussel, 1938.
G. Abeels, Anderlecht in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972.
J. Van Overstraeten, De molens van Anderlecht, in: Toerisme, XXIII, 1944, p. 122-123.
M.A. Duwaerts e.a., De molens in Brabant, Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Herman Holemans, Kadastergegevens: 1835-1980. Brabantse wind- en watermolens. Deel 1: arrondissement Brussel-Hoofdstad, Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem", 1989.
Jan Lanckmans, "Anderlecht - Beelden van weleer, s.l., Het Streekboek, 1993, 96 p., geïll. + kaar
Paul Bauters & Marc Villeirs, Les moulins à eau et à vent de Woluwe-Saint-Lambert et de la région bruxelloise. Histoire et technologie / Water- en windmolens van Sint-Lambrechts-Woluwe en van het Brussels gewest. Geschiedenis en techniek, Woluwe-Saint-Lambert/Sint-Lambrechts-Woluwe, 1996 (Musée communal de Woluwe-Saint-Lambert, cahier n° 2 / Gemeentelijk museum van Sint-Lambrechts-Woluwe, tijdingen n° 2)
De Volksstem , 31.03.1912.
Mailbericht Olivier Meert, 29.01.2014.