Menen, Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Molen Rembry
- Ligging
- Bruggestraat 340
8930 Menen
westzijde
tussen de spoorweg en de Volkslaan
1,3 km N v.h. centrum
kadasterperceel A439
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1697
- Verdwenen
- 1848, brand
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen, oliemolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 5445
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen Rembry was een houten koren- en oliewindmolen (type driezolder-staakmolen) aan de westzijde van de Bruggestraat (nr. 340), in de vroegere Brugse Voorstad, op 1,3 km ten noorden van het centrum.
Hij werd gebouwd voor 1697.
Voor 1697 behoorde de molen toe aan François Brassin & Marie Deplae, na 1698 aan François Castelein/Castelain.
Pachters-molenaars van 1690 tot 1699 François Castelein & Marcus Vierlinck.
In een register van renten, hypotheken, klachten en andere akten en contracten daterend tussen september 1693 en juni 1698 staat een interessante verkoop opgetekend. Bij notaris Jan-Baptist de Bourgoigne werd voor de opgeroepen getuigen Jacques Deplaet van Menen en de olieslager Joos Maes van Gullegem de volgende verkoop geregeld. Bernard-Lodewijk Angillis, administrateur in het sterfhuis van Marie Deplae, weduwe van François Brussin, had de erfgenamen bijeengeroepen op 23 juli 1697. Marcus VIERLINCK gehuwd met Noel(le) Brussin; François CASTELEIN (of CASTELAIN) gehuwd met Christine Brussin; de twee kinderen uit het huwelijk van Jan NUTTEN gehuwd met Marie Brussin, met name Anne-Margriete Nutten gehuwd met Guillaume Tevels en Marie-Françoise Nutten, gehuwd met Pieter Vandenbroucke. Deze twee laatste families woonden in Kortrijk.
De volgende goederen uit het sterfhuis werden openbaar en aan de hoogste bieder verkocht:
1. Een woonhuis en erf in de Kortrijkstraat (waar niet verder op ingegaan wordt).
2. Een OLIEWINDMOLEN met 108 grote roeden land dienende voor molenwal met een huis gestaan op Menen-Buiten, noord buiten de Bruggepoort, palende oost de Heerstraat van Menen naar Roeselare, zuid een zekere weg komende uit de Heerstrate en lopende naar het goed Ten Hove.
Deze molen was verpacht aan twee schoonzonen Marcus Vierlinck en François Castelein en hun pacht liep nog tot 1699.
Zij moesten tot het einde van deze pachtperiode de nodige reparaties doen en de pachtsom bedroeg 20 £ per jaar. Een speciale clausule moest ingevuld worden. De kopers moesten jaarlijks drie guldens betalen ten voordele van de Sint-Vedastuskerk voor het onderhoud van het licht in de lamp hangende voor het hoogaltaar en deze betaling moest gebeuren zolang de molen bleef bestaan en niet afgebrand of teniet gedaan werd.
Daarnaast moest een ‘reconoisance’ of vergoeding voor het windrecht van acht £ parisis betaald worden aan de koning. Het instellen van de verkoop gebeurde op 9 december 1697, dit na de gebruikelijke kerkgeboden gepubliceerd op 24 november laatsleden.
De hoogste insteller was schoonzoon François Castelein, zoon van Gillis, die 2.533 guldens bood en niemand verhoogde dit bod.
Er werd beslist dat een tweede kerkgebod zou uitgevaardigd worden. Het tweede kerkgebod werd gedaan op 15 december en de verkoop op 23 december 1697, maar niemand verhoogde het eerste bod. Dan werd maar een derde verkoopdag gepland. Op 29 december 1697 werd het derde kerkgebod gepubliceerd en de derde verkoopdag viel op 7 januari 1698. En nu was het prijs. Een nieuwe koper bood zich aan: Michiel Bouduin fs. Michiel die het bod verhoogde met één gulden en niemand bood hoger. De verkoopprijs was duidelijk nog onvoldoende. Er werd geadviseerd om een vierde superabondant kerkgebod te laten doorgaan. Dit gebeurde op 19 januari 1698 bij de overslag. De oliestampmolen en toebehoren werd eerst verhoogd door Joos Maes fs. Joos met één gulden. Tenslotte trok François Castelain als hoogste bieder “op het proffit van dhelft van twee guldens” de verkoop naar zich toe. De verkoop werd definitief geofficialiseerd (erving en onterving) op 30 mei 1698 en de oliewindmolen werd in het bezit gesteld van François Castelain(/Castelein) samen met het molenhuis en 108 grote roeden land. Dit werd bevestigd door de sergeant Antoine Huyghe en Jan Vandercruuce, baljuw van de heerlijkheid Ter Winckele die samen met de heeren schepenen van de stad Menen, in casu Louis Vanrullen, Jan Casteele, Marc Vierlinck, Pieter Ovyn en Nicolas Taffin de akte ondertekenden op bovenstaande datum.
Oud Stadsarchief Menen, Akte Oliewindmolen Menen. B 41, 272, 275, 276, 279. BRON: BE SAME/OA/OA_Groep B/Naamlijst/P.B./0 Regijster van verkentenissen van renten onder hijpoteque, saisissementen, clachten ende andere derghelycke beghinnen(de) septembre 1693 tot ende met den 3 juny 1698.
"Alle de gonne die dese p(rese)nte letteren sullen sien ofte hooren lesen JACOBUS LARMUSEAU gecomiteert van weghen m(eest)re Anthone Salé raedt conincx ende tabellioen tot t’ontfanghen, waeren grosseren, seghelen metten seghel van sijne maj(es)te ende onderteeckenen alle acten ende contracten die ghemaekt ende ghepasseert worden voor notarissen van het district der stede ende roede van Meenen, salut doen te weten dat voor JAN BAP(tis)TE BOURGOIGNE notaris roijal gecommittert voor tdistrict der stede ende roede van Meenen, ter presentie van JAQUES DE PLAET f(iliu)s wijlent Louis ende JOOS MAES f(iliu)s Joos OLIESTAMPER respectivelicken woonende tot Meenen ende Gulleghem ghetuijghen(,) is gedaen de vercoopinghe alhier van worde te worde volghende conditien achtervolghende de wel(cke) BERNART LODEWICK ANGILLIS als administrateur gestelt ten sterfhuijse van MARIE DE PLAE wed(uw)e van Fran(coi)s BRUSSIN bij d’heeren van het magistrat der stede van Meenen op requeste gepresenteert op den 23 julij 1697: bij d’heeren MARCUS VIERLINCK ende FRANCOIS CASTELEIN als vooghden van hunne kinderen geprocreert bij hunne eerste respective vrauwen NOELE ende CHRISTINNE BRUSSIN, wel(cke) kinderen wesen de apparenste hoirs van de voorseijde wed(uw)e FRAN(coi)S BRUSSIN // ende met consent ende toesteminghe van GUILL(aum)E TEVELS f(iliu)s JAN ende PIETER VAN(den) BROUCKE f(iliu)s ANTONE woonende tot Cortrijck, hebbende respectivel(ick) getrauwt ANNE MARGRIETE ende MARIE FRANCOISE NUTTEN kinderen van JAN NUTTEN geprocreert bij MARIE BRUSSIN sijne eerste huisvrauwe die dochter was van voorseyde w(ylen) BRUSSIN bij acte gepassert voor het magistrat den 9 novembre 1697: ende vuijt crachte van octroije verleent bij bailliu, burgm(eest)re ende schepenen der voors(eid)e stede in daten 8 der selver maent van no(vem)bre 1697: naer dien gesien t’hebben de rescripte vande weesheeren vanden sesthienden octobre daer te vooren, sal vercoopen op verhooghen den meestbiedende den naesten naer voorgaende kerck geboden de naervolghende partien van goede competerende den sterfhuijse vanden voorseijde MARIE DE PLAE wed(uw)e FRAN(coi)S BRUSSIN bij verdeelijnge gemaekt ten overlijden vanden voors(eid)e FRAN(coi)S BRUSSIN. Alvooren dat ider een solvent synde sal vermoghen de selve goederen inne te stellen ende te verhooghen, soo in het general als in het particulier met alsulcke somme al sij geradich sullen vinden, mits gevende voor godts penninck anden aermen deser stede van ider // coop t’walf schele paresise. Item dat de coopers sullen proffitteren van hunne gecochte partien vanden dach vande onterfvenisse voorts alswanneer sij oock gehouden sullen wesen te betaelen hunne coopsomme contant faute van dien sal geprocedeert worden tot nieuwe vercoopinghe indien het alsoo gelieft anden vercooper. Item dat het recht vanden wandelcoop sal blijven tot laste vande coopers sonder afslach vande coopsomme. Item dat de coopers sullen betaelen onghemindeert hunne coopsomme de onconsten van erfven ende onterfvenisse, oock de gonne van tschrijven van(den) conditien, kerckgheboden, als andere devoiren daer anne dependerende, mitsgaders het passeren voor notaris als andersints. Item dat dese vercoopinge geschiet met last van s’pachters recht, alsmede met d’heerel(icke) renten van oude tijden daer vutte gaende waer mede dese partien belast souden connen ofte moge(n) wesen, wannof d’achterstellen betaelt sullen wesen tot den dach vande onterfvenisse, synde den OLIEWINT MEULEN hier naer vermelt, particul(ier) belast met eene jaerl(icksche) reconoisance van acht pon(den) parisise ten proffitte van syne Conincklicke // man(esteij)t ende is bij het sterfhuijs betaelt geweest volghens de placaeten van syne voors(eid)e maj(esteij)t eene avance van vijfthien jaeren vande voors(eid)e reconnoisance beginnende desen iegenwordighen jaere 1697. Item dat de coopers sullen souffreren datter prijser(ie) gedaen sal worden vanden voorseyden meulen appendentien, ende dependentien, tusschen het sterfhuis ende de jeghenwordighe pachters die daer inne sijn consenterende omme te connen regleren de baeten dieder souden connen wesen ten proffitte van d’een of dander door dien de selve pachters den voorseyden meulen hebben gehadt in priserije dat de coopers naer dien belast sullen wesen soo langhe als den pacht is deurende van d’heer MARCUS VIERLINCK ende CASTELEIN te doene de noodighe reparatien vanden selven meulen ende daer toe in faute blijvende, dat de voorseijde pachters die selve sullen moghen doen ghelijck naer costume ende sal den coopere proffiteren de pacht ten advenant van twintich ponden tsiaers wel(cke) noch deure twee jaren ofte wat min. Item dat de coopers van den OLIEWINTMEULEN met de hondert acht groote roeden lants dienende voor MEULLEWAL met nog een huijs apendentien ende dependentien hier naer vermelt sullen // jaerlicx betaelen onghemindert hunnen coop drij guldens ten proffitte van S(inc)te Vedastkerck der selver stede, omme te emploijeren voor olie tot onderhouden van het licht inde lampe hanghende voor den hooghen autaer inde voors(eide) kercke, ende alsoo de voorn(omde) betalijnghe te continue(ren) soo langhe den voorn(omden) MEULEN sal blijven in sijn wesen, ende niet en sal wesen afgebrant ofte andersints te niete gebrachte, dat alswanneer de selve belastinghe sal commen te cesseren met welck last den voorseijden MEULEN geaffecteert is bij mondelijnghe affectatie gedaen bij de selve wed(uw)e, gelickerwis gedeclareert is bij den staet ofte inventaris van goede gemaekt ten overlijden vande selve wed(uw)e overgegeven ter weeserie op den 26 octobre 1697. Item dat den vercooper an hem reserveert de faculteijt van te moghen nemen voor cooper met kennisse ende toestem(m)inghe van de voors(eid)e heeren van het magistrat der selver stede van Meenen den lesten naelesten ofte andere voorgaende verhooghers alsmede dese vercopijn(ghe) te moghen op houden sonder eenighe redene te moeten declareren. Item dat ider een voor sijne gecochte partien sal ghehouden wesen daer vooren te stellen goeder seker ende borghe ende te gedooghen tot // volcominghe van dien condemnatie ende wijsdom executoire. Item dat den hoogsten insteller vanden OLIE WINTMEULEN sal hebben neghen guldens ende den gonnen van het huis in de Cortrickstrate acht schellijn(ghen) grooten, die sullen wesen s’coopers laste onghemindert sijnen coop. Item dat alle verhooginghen en(de) wijnpennijngen dieder sullen comen te geschieden naerden instel werden oock van ghelycken ten laste van den cooper sonder dedictie (sic, deductie) van(de) coopso(m)me van(den) p(ar)tien hier naer gedenomeert. Eijndelijnghe dat de pennijng hen dependerende van de voorseijde coopen betaelt sullen wesen in handen vanden voorseyden Angillis, die daer van emploij sal doen als naer behooren. Alvooren een huijs ende erfve competerende bij verdeelinghe alsvooren gestaen ende geleghen binnen de voornomde stede in de Cortrijckstrate, als nu ten tijtele van pachte gebruyckt bij JAQUES DE HAVE in advenante van vijf ponden grooten Vlams tsiaers, paelende het voors(eij)de huijs noort de voorn(omde) strate(,) west thuijs ende erfve vande hoirs Pieter De Brouckere, anders niet belast dan met s’heerens // renten van oude tijden daer vuytte gaende. Op den neghensten decembre een duijst seshonder(t) seven en t’neghentich, naer het blijcken vanden kerckghebode gedaen opden instel en(de) vercoopinge vanden voornomden huijse ende erfve inde Cortrijckstrate deser stede van Meenen den 24 novembre lestleden, te gheschieden ter plaetse, daghe ende heure daer bij vermelt, soo is t’selve huis ende erfve hooghst ingestelt op de voorschr(even) conditien bij Jan Baptiste VUIJLSTEKE f(iliu)s JANS voor hem ofte command op ses hondert ende thien guldens, ende bij niemant meer verhooght synde, soo is gheadviseert te doene een tweede kerckghebodt op het verhooghen, actum binnen Meenen voor mij Jan Bap(tis)te de Bourgoigne notaris binnen der selver stede ter presentie van Guilliaeme Depréz f(iliu)s Noel coopman ende Jan Baptiste De Vlamijnck f(iliu)s Steven m(eest)re timmerman woonen(de) binnen t’selve Meenen ghetuijghen hier over gheropen ende ghebeden, waeren onderteecken Jan Bap(tis)te Vuylsteke, Jan Bap(tis)te Vlaminck, t’marcq van Guilliaeme Depréz, Angillis ende J.B. Bourgoingne not(ari)s. Den dryentwintichsten december XVJc sevenentnegentich, naer t’blycken vanden tweeden kerckghebode gedaen sondachs den // … [verkoop van dit huis gaat verder tot f°275]. F°275. Item eenen OLIEWINTMEULEN met een hondert // acht groote roede lants diendende voor MEULLEWAL met een huijs appendentien ende dependentien ghestaen ende ghelegen op Meenen Buijten, noort buijten de BRUGHPOORTE, competerende den sterfhuyse by verdeelijnghe alsvooren, paelende oost de Heerstraete loopende van Meenen naer Rousselaere, zuijt sekeren wech loopende vuijt de selve Heerstraete naer het goet ten Hove, wesende den voorseijden meulen ander niet belast dan met dheerlycke renten van oude tijden daer vuijttegaende, alsnoch met drij guldens t’siaers ghelijck voorders vermelt is bij het sesde article vande voorseijde conditien. Opden neghensten december sesthien hondertseventneghentich naar t’blijcken vanden kerckghebode ghedaen den XIIIJen novembre lestleden, opden instel ende verhooginghe vanden selven OLIE WINT MEULEN ten daghe, huere ende plaetse daerbij vermelt, soo is den selven meulen hooghst inghestelt gheweest op de voorschreven conditien bij s(ieu)r Francois CASTELAIN f(iliu)s wijlent Gillis; op twee duyst vijf hondert ende dryenedertich guldens, ende alsoo niemant en verhooghde soo is gheresolveert te doene een tweede kerckghebodt op het verhooghen. Actum binnen Meenen voor mij Jan Bap(tis)te de Bourgoigne notaris binnen tselve Meenen ter presentie van Jan Baptiste De Vlaminck f(iliu)s Steven, ende Jan Bap(tis)te Vuijlsteke f(iliu)s // Jans beede m(eeste)rs timmerlieden woonende binnen t’selve Meenen ghetuijghen hier over gheropen waeren ond(erteken)t Francois Castelain, Jan Baptiste Vuijlsteke, Jan Baptiste Vlaminck, B.L. Angillis ende J.B. Bourgoigne notaris. Den drijentwintichsten december sesthien hondert sevenentneghentich, naer t’blijcken vanden tweeden kerckghebode ghedaen sondachs den vijfthienden deser voornomde maent, op het verhooghen van(den) selven oliewintmeulen, te gheschieden ter plaetse, daeghe, ende heure daerbij vermelt, ende naer oproepinghe van dien, bij niemant verhooght gheweest synde, soo is gheadviseert te doene het derde kerckghebodt op het selve verhooghen, ende overslach te declareren bij t’voors(eid)e derde kerckgebodt. Actum binnen Meenen date alsvooren, ter presentie van m(eest)re Jacobus Demeij chirurgin ende s(ieu)r Jacques Debal f(iliu)s Mathijs coopman aldaer woonende ghetuijghen, waren ond(erteeken)t Jacques Debal, Jacobus Demeij ende J.B. Bourgoigne not(ari)s. Den sevensten januarij XVJ achtentnegentich naer t’blijcken vanden derden kerckghebode ghedaen sondaechs den neghenetwintichsten decembre XVJc sevenentnegentich, op het verhooghen ende overslag vanden selven OLIEMOLEN, te gheschieden ter plaetse, heure ende daeghe daerbij ghedesigneert, soo is den selven verhooght gheworden op de conditien alsvooren bij Michiel Bouduin f(iliu)s Michiel voor hem ofte command, met eenen gulden // ende bij niemant meer verhooght sijnde, soo is den selven overslach ghediffereert ende gheadviseert te doene het vierde superabondant kerkcghebot opden selven overslagh. Actum ter presentie van Jan Baptiste Vuylsteke f(iliu)s Jan ende Joos Vande Putte f(iliu))s Joos ghetuijghen tot tselve Meenen, waeren onderteeckent B.L. Angillis, Jan Baptiste Vuylsteke, t’marc van Michiel Bouduin, Joos Vande Putte ende J.B. Bourgoigne not(ari)s. Op hedent tweeentwintichsten januarij XVJ achtentnegentich, naer het blycken vanden vierden kerckghebode ende t’gonne opden overslagh ghedaen den XIXen der voorn(omde) maent, soo is den selven OLIE STAMP MEULEN ende appendentien nogh verhooght gheweest bij Joos Maes f(ilius) Joos met eenen gulden, voort noch verhooght bij s(ieu)r Francois Castelain op het proffit van dhelft van twee guldens, ende by niemant meer verhooght gheweest synde soo is den sel(ven) overslagh ghedaen opden voorn(omden) Francois Castelain f(iliu)s Gillis opde conditien hier vooren breeder gheseyt, ende prijs volghens den instel ende verhooginghe gheschiet mitsg(ade)rs dat ten lasten vanden sel(ven) cooper, blijven de verteirde costen ghedeuren(de) dese vercoopijnghe ghedaen, alles op het adveu van dheeren van het magistraet deser voorn(omde) stede. Actum date alsvooren, ter acceptatie van(den) selven Castelain ende presentie van Jaecques De Plaet f(iliu)s Louis m(eest)re metsere ende Jan Baptiste Vuylsteke f(iliu)s Jans m(eeste)re timmerman, woonende binnen t’selve Meenen ghetuyghen hier over gheropen ende ghebeden waeren ond(erteeken)t Fran(coi)s Castelein, B.L. Angillis, Jacobus Deplaet, Jan Bap(tis)te Vuylsteke, ende J.B. Bourgoigne not(ari)s, in kennisse der waerheijt, ende tot bevestinge van dien hebben wij dese jegenwordighe gesegelt metten seghel ordinaire van sine maj(esteij)t ende als tabellioen der stede ende roede van Meenen, ond(erteecken)t toorcon(den) J. Larmuseau. Controllé a Menen ce 7 fevr(ier) 1698 recu six livres dix 199 sols sellé led(ic)t jour recu treize sols signé Van Elle. Compareerde Bernart Louis Angillis administrateur gecommiteert ten sterfhuijse van wilent MARIE DE PLA weduwe van Francois Brassin, den welcken in sijne voorn(omde) qualiteijt vuijt crachte van(den) voorenstaende vercoopinghe gedaen bij authorisatie en(de) aggreatie van d’heeren van het magistrat deser stede van seker huijs en erfve [in de Kortrijkstraat] aldaer vermelt ten proffijte van Jan Bap(ist)te Vuylsteke heeft hem ontvuijt ende onterft van(den) voorn(omde) huis en(de) erfven appendentien ende dependitien en(de) wiert daerinne met sijne consent den voorn(omden) Vuylste(ke) wettel(icken) gegoet en(de) geerft met alle de formaliteyten in ghelicke geuseert op den conditien clauselen en(de) // bespreken gestipuleert bij de voorn(omde) vercoopin(ghe). Actum ter manijn(ghe) van d’heer Martin Empis lieut(enant) bailliu en kennisse van heere Bridoul de Lendelede burghm(eest)re end d’heeren Bridoul de Lendelede burgm(eest)re en d’heeren Jan Casteele en Marc Vierlinck schepenen der stede van Meenen desen twintichsten maij XVJc acht en tnegentich Toorconden ond(erteeken)t R. De Croix. Scellé a Menin ce 24 maij 1698 recu treize sols signé Van Elle. Controllé et enregistré f(oli)o 59 n(umer)o 3 recu quinze sols a Menin le 24 maij 1698 signé Moree. f°279 Compareerde den voorn(omden) Bernard Louis Angillis den welcken in syne voors(eid)e qualiteyt vuyt crachte ende inghevolghe van(de) vercoopijnghe geinserreert in voorenstaende acte tabellionaire ghedaen by authorisatie ende approbatie van d’heeren van het magistraet deser stede van sekeren OLIE WINTMEULEN met hondert acht groote roeden lants ende een huys met d’appendentien ende dependentien aldaer vermelt ten proffyte van s(ieu)r Francois Castelain f(iliu)s wijlent Gillis, heeft hem ontvuijt en(de) onterft van(de) voorn(omden) OLIEWINTMEULEN met hondert acht groote roeden lants ende van het huijs met alle d’appendentien ende dependentien ende de gelegentheijt volghens de canten en(de) abouten daerinne met sijn consten den voorn(omden) Castelain // 209 al wel ende wettelicken gegoet en(de) geerft met alle de formaliteijten in ghelijcken geuseert alles met last ende op de conditien devysen, clausulen ende bespreken ghestipuleert bij de voorn(omde) vercoopijn(ghe). Actum ter manijn(ghe) van Anthoine Huyghe sergeant geauthoriseert wan weghen m(eester) Jan Van(der) Cruuce bailliu van(de) heerel(ichede) Ter Wynckele en(de) kennisse van dheere Louis Van Rullen, Jan Casteele, Marc Vierlinck, Pieter Ovyn ende Nicolas Taffin schepenen der voorn(omde) stede van Meenen als geleende wet desen dertichsten meij XVJc achtentnegentich. Toorconden ond(erteeken)t R. Decroix. // Scellé a Menin ce 3e juin 1698 receu treize sols de France signé Van Elle. Controllé et registré f(oli)o 55 n(umer)o 12 reccu quinze sols à Menin ce 3 juin 1698 signé Moree".
We zien de molen aangeduid op:
- Plan van het beleg van Menen in 1706 door Fricx (Rijksarchief Kortrijk, Kaarten en plannen, nr. 274).
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen
- Plattegrond van de stad Menen, 1789. Handschrift, pen, asuarel, papier, Frans (Algemeen Rijksarchief Brussel, Kaarten en plattegronden in handschrift, reeks II, nr. 8860) met het bruin symbool van een staakmolen
- Kadasterplan van Menen uit 1809 (schaal 1/2500) (Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten, VI, nr. 6978)
- "Plan der vesting Menen in het jaar 1829" (Algemeen Rijksarchief Brussel, Militaire kaarten in 1934 door de Nederlandse regering aan België overgedragen, nr. 5431. Nr. 73).
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1845) met het algemeen windmolensymbool
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1848) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
Rond 1830 was de staakmolen in het bezit van Pieter Jacobus Rembry, vrederechter te Menen.
De molen brandde af in 1848 en werd niet herbouwd.
John DESREUMAUX, Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Oud Stadsarchief Menen, Akte Oliewindmolen Menen. B 41, 272, 275, 276, 279. BRON: BE SAME/OA/OA_Groep B/Naamlijst/P.B./0 Regijster van verkentenissen van renten onder hijpoteque, saisissementen, clachten ende andere derghelycke beghinnen(de) septembre 1693 tot ende met den 3 juny 1698.
- Rijksarchief Kortrijk, Kaarten en plannen, nr. 274. Plan van het beleg van Menen in 1706, opgemaakt door Fricx, 1706.
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Plattegrond van de stad Menen, 1789. Handschrift, pen, asuarel, papier, Frans (Algemeen Rijksarchief Brussel, Kaarten en plattegronden in handschrift, reeks II, nr. 8860).
- Kadasterplan van Menen uit 1809 (schaal 1/2500) onder het nr. (D) 301 (Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten, VI, nr. 6978)
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Militaire kaarten in 1934 door de Nederlandse regering aan België overgedragen, nr. 5431. Nr. 73. "Plan der vesting Menen in het jaar 1829", A. Goblet, kapitein en eerstaanwezend ingenieur. Handschrift. Pen. Aquarel. Papier. Schaal 9,9 cm voor 500 ellen. Geen oriëntatie. Nederlands. Legende (A-O, a-h). Afmeting binnenkader 60,5 x 80,5 cm, blad 65,1 x 85,3 cm.
- Atlas der Buutwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1845)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1848)
Werken
- Pierre Mattelaer, "De molens van Menen", in: De Leiegouw, XXIII, 1981, p. 379-400.
- Marc Pyncket, "Meense molensprokkelingen", Menen, 2005, 43 p. (overdruk uit: 't Wingheroen, tijdschrift van de Heemkundige Kring Dr. Rembry-Barth Menen, april 2005)
- Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999.