Sint-Truiden, Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Hornemolen, Guvelingenmolen, Molen van Meesbroek
- Ligging
- Diestersteenweg 87
3800 Sint-Truiden
Guvelingen
op de Melsterbeek
kadasterperceel D130bis
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 50.831486, 5.189986 (Google Streetview)
- Eigenaar
- B. Degeneffe-Kesenne
- Gebouwd
- Oorspronkelijk voor 1211
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Natuurstenen watergevel (tot dakhoogte)
- Gevlucht/Rad
- Houten onderslagrad
- Inrichting
- Nog gedeeltelijk
- Toestand
- Gerenoveerd gebouw; beek omgelegd; rad verdwenen (nog wateras)
- Bescherming
- M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
18 november 1993 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag
- Database nummer
- 535
- Ten Bruggencatenummer
- 50535
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Hornemolen, Guvelingenmolen of de Molen van Meesbroek is een korenwatermolen met (verwijderd) houten onderslagrad aan de Diestersteenweg 87, op de Melsterbeek.
Hij werd oorpronkelijk opgericht voor 1211. In dat jaar werd de molen van de hypotheken bevrijd door Witger en zijn vrouw Aleidis, die 80 mark aan de abdij betaalden, maar wel levenslang het vruchtgebruik behielden.
Dat deze watermolen een banmolen was, blijkt uit het volgend stuk uit het stadsarchief van Sint-Truiden: "Op maendach VII dage in julio [1438], is verdragen met heren ende stat, dat voertaen egheen poirter of portersse noch ingeseten deser stat [= Sint-Truiden] oft bennen der vrijheit en sal malen noch doen malen, op die molen te Goverlingen [= Guvelingen], op verliesenisse des gemalen goets ende eenen rijael te verboeren also decke alst bevonden worde, heren ende stat, en scepenen ende den inbrengere elken terdedeel".
Een lijst van de opeenvolgende pachters werd weergegeven in de studie van G. Simenon uit 1913 (zie onder bibliografie).
In 1841 werd als negatieve aspecten van de Hornemolen gemeld: "... hij ontbreekt somwijlen water en zijne ligging niet tegenstaande de weinige afstand van de stad is, des winters, ongunstig door den slegten staat der wegen...".
De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg keurde op 13 augustus 1847 de vastgestelde pegelhoogte van 1,250 meter goed. De toenmalige eigenaar was de weduwe van Jean Vanbrienen.
Eigenaars n a 1840:
- voor 1844, eigenaar: van Brienen Jan, de weduwe, rentenierster te Sint-Truiden
- 1851, regularisatie: Becaers Barbara, weduwe van Brienen Jan, eigenares te Sint-Truiden
- later, eigenaar: a) van Brienen-de Lamberts Joseph, rentenier te SInt-Truiden, b) van Brienen Theresia, rentenierster te Sint-Truiden
- 1877, eigenaar: a) de kinderen van Brienen-de Lamberts, b) van Brienen Theresia
- 1884, erfenis: van Brienen-de Lamberts Cortenbach Joseoh, eigenaar te Sint-Truiden
- 1892: de weduwe en kinderen
- 1893, deling: van Brienen Ferdinanda en Carolina, eigenaressen te Sint-Truiden
- 1893? deling: de Schaetzen-van Brienen Louis, eigenaar te Tongeren
- 1928, erfenis: de Schaetzen van Brienen-Breuls ridder Georges, eigenaar te Rommershoven
- 1958, deling: de Schaetzen van Brienen-Delmarmol Benoit, garagist te Rommershoven, later te Sint-Truiden
- 2014, eigenaar: Degeneffe-Kesenne B.
De watergevel is tot dakhoogte opgebouwd uit natuursteen.
Het nu vrijwel verdwenen onderslagrad bestond uit opgespannen plaatijzeren schoepen op gietijzeren velg en houten spaken op gietijzeren askop en een (nog bestaande) ijzeren wateras.
Het binnenwerk is nog vrij intact en bestaat uit:
gietijzeren drijfwerk, verticaal opgesteld met verdeling door horizontaal spoorwiel.
houten maalzolder, maar de drie maalstoelen in ronde houten steenkisten rusten op gietijzeren zuilen en kader. Houten galg.
Twee haverpletters: één op de maalzolder, aangedreven door een drijfriem vanaf de wateras op drijfwerk en één op de begane grond (verplaatst).
Het gebouw wordt thans gebruikt als hoevegebouw. In 1993 werd de molen beschermd als monument en samen met de omgeving als dorpsgezicht.
De aftakking van de Melsterbeek waarop deze molen gelegen is, werd in 1965 gedempt. Deze molen zal dus pas weer kunnen draaien als deze aftakking weer opengemaakt wordt en een nieuw waterrad aangebracht wordt.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Bouwkundige beschrijving (Frieda Schlusmans, Agentschap Onroerend Erfgoed, 1981)
Voormalige watermolen met hoeve: de huidige gebouwen dateren uit de eerste helft van de 19de eeuw, doch oudere kern. Alleen de hoeve is nog in bedrijf, de molen is sedert 1950 buiten gebruik, en de Melsterbeek werd gedicht circa 1965. Het complex is gelegen in een landelijke omgeving, en door een oprit, omgeven door boomgaarden, met de Diestersteenweg verbonden. Gebouwen gegroepeerd rondom een erf met onregelmatige vorm.
Ten noordwesten, molenhuis en woonhuis van zes traveeën en anderhalve bouwlaag onder gebogen wolvedak (Vlaamse pannen). Bakstenen gebouw met gesmeed ijzeren muurankers. Rechthoekige muuropeningen onder houten latei; beluikte benedenvensters. Opkamer in de twee linkse traveeën der achtergevel; kleinere vensters en een deur, alle onder houten latei. Zuidwestelijke zijgevel met molenrad; de gevel is voor het grootste deel uit kalksteen opgetrokken; drie rechthoekige, kalkstenen venstertjes met geprofileerde posten en duimen, het middelste met jaartal 1832.
Gaande buitenwerk in verval en molenboom verzakt. Onderslagrad met opgespannen plaatijzeren schoepen op gietijzeren velg; houten spaken op gietijzeren askop; ijzeren as. Binnenwerk nog intact. Houten maalzolder, doch maalstoelen rustend op gietijzeren zuilen en kader. Gietijzeren drijfwerk, verticaal opgesteld, met verdeling door horizontaal groot kamwiel. Op maalzolder: drie maalstoelen (in ronde houten steenkist) en houten galg. Twee haverpletters bewaard: een op maalzolder, aangedreven door drijfriem vanaf horizontale as op drijfwerk; een op begane grond (verplaatst?).
Ten zuidoosten, stal van vijf traveeën onder wolvedak (Vlaamse pannen); wit overkalkt stijl- en regelwerk met bakstenen vullingen en rijke houtconstructie (vijf regels); gepikte- plint; twee zolderluiken, drie kleine vensters en twee deuren. De achtergevel is van recentere aanbouwsels voorzien. Haaks aansluitend op de stal, ten noordoosten van het erf, dwarsschuur van vijf traveeën onder wolvedak (Vlaamse pannen); wit overkalkt stijl- en regelwerk met bakstenen vullingen op een gepikte plint. Schuurpoort in de zuidwestelijke gevel, die grotendeels schuil gaat achter bakstenen aanbouwsels onder lessenaarsdaken. Een aanbouwsel onder lessenaarsdak en twee open bergruimten tegen de achtergevel. Uilengaten in de zijgevels. Laag dienstgebouwtje van twee traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen) tegen de noordoostelijke zijgevel van het woonhuis; baksteenbouw; zijgevel met aandak en vlechtingen.
Karrenhuis ten zuidoosten, aan de oprit. Bakhuis ten noorden, buiten het erf; twee traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen); stijl- en regelwerk met bakstenen vullingen, thans sterk vervallen.
Literatuur
Lieven Denewet, "Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849)", Molenecho's, 39, 2011, nr. 2
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985.
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996.
Veerle Jacobs e.a., "Molens in Sint-Truiden - Gingelom - Borgloon", Tongeren, Werkgroep Molenzorg Zuid-Limburg, 1983.
F. Straven, "Inventaire analytique et chronolique des archives de la ville de Saint-Trond, Saint-Trond, Imprimerie de G. Moreau-Schouberechts, 1886, tome I, p. 332.
G.K. Kockelberg, "Molens van Sint-Truiden", in: Ons Molenheem, Studiekring voor wind- en watermolens, Opwijk, jg. 30, nr. 4, okt.-dec. 2005, p. 87, ill.
"Langs Molenbeek en Melsterbeek in Sint-Truiden. De vier elementen", Sint-Truiden, Stadsbestuur, 2010 (Reeks: Open Monumentendag).
Lambert Hendrikx, "Bokkenrijders voor de dwaze rechters van Munsterbilzen", Bilzen, 2014.
G. Simenon, ""L'organisation économique de la pays de St. Trond depuis la fin du 13ième siècle jusqu'au commencement du 17ième siècle", Brussel, 1913.
Schlusmans F. m.m.v. Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent, 1981, p. 688.